skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Niks geen cocaïne, gewoon fijngestampte aspirientjes

Stapels bankbiljetten, potten vol cocaïne, en schimmige figuren uit de onderwereld. Sommige proces dossiers lezen als spannende detectiveromans. En door de foto’s in de dossier krijgen de verdachten ook nog een gezicht, en die blijken soms niet op hun mondje gevallen. "Ik kreeg van hem geen andere verklaring dan dat men zekere lichaamsdeelen van hem kon kussen."


Foto's van de verdachten uit register 23-706, rolnummer 1030, scans 1 tot en met 390

Hij ziet er als een ‘onaanzienlijk boerenmanneke, een zooals er duizenden leven op het Brabantsch platteland’. Daarmee gaat het verhaal van start. Maar al snel blijkt dat het  uiterlijk van de het boerenmanneke schijn is want onder zijn bolhoed en gabardinejas schuilt een meedogenloze cocaïnedealer. Zo begint het verhaal in het begin van het dossier.

Daar maken we kennis met de Belgen Aloïs Somers en René de Bruijn. Ze hebben een doortastende handelswijze. Eerst gaan ze op zoek naar een geschikt slachtoffer; iemand die wel geld lijkt te kunnen gebruiken. Een paardenkoopman, kelner of vrachtrijder, dat kan allemaal. Die man wordt benaderd door een ogenschijnlijk vriendelijke boerke, ergens in een café in Tilburg. En hij belooft hem ‘een zaakje’ dat snel geld zal opleveren.

Met de auto uit Parijs


Verdachte met bolhoed en gabardinejas

Als het slachtoffer heeft toegehapt, is het tijd voor de tweede Belg. Een ‘keurig gesoigneerde heer’. Hij zal – ‘uitgerust met blinkende lakschoenen en vervaarlijk hoornen bril, in alles ‘één bonk chic en voornaamheid’ – aanschuiven bij het gesprek, en laten blijken dat hij bijzonder gedistingeerd is. Hij doet uitspraken als: “Ik kom toch niet voor niks helemaal met de auto uit Parijs rijden?”

En dan, aan die tafel in het café, is het tijd voor actie. In ruil voor grote stapels biljetten van duizend francs biljetten worden glazen potten uitgewisseld. Pure cocaïne, zo wordt gesuggereerd, en als vanzelf wordt het slachtoffer meegenomen in de schimmige handel. Hij betaalt bijna duizend gulden om ook van die potten in zijn bezit te krijgen om ze daarna met vette winst te kunnen verkopen (goed voor wel 14.000 francs per kilo, wordt hem beloofd). ‘Vertel er niemand iets van want het is een goedje waarin je niet moogt handelen. Je kunt er nog een leelijke straf voor krijgen’, wordt hem nog toevertrouwd.

Fijngestampte aspirientjes

Tijd om nog iemand in stelling te brengen, wiens identiteit vooralsnog onduidelijk blijft. Maar het is een potentiële koper van de cocaïne, vaak voorgesteld als apotheker. Zodra het slachtoffer zijn handel aan deze ‘apotheker’ aanbiedt, maakt deze man duidelijk dat de betrokkene erin is geluisd. Fijngestampte aspirientjes zijn het, niks geen cocaïne. Maar voor tweehonderd gulden wil hij de echte namen van die twee wel bekendmaken.

Op die manier proberen de Belgen hun oplichterij nog lucratiever te maken. Wat in veel gevallen lukt, tot ze in 1926 tegen de lamp lopen. De eerste twee, Somers en De Bruijn, komen voor de rechter, en staan ook op de foto. Eén van hen draagt een gabardine jas.

Naar de derde verdachte wordt naarstig gespeurd. Mogelijk is het de Antwerpenaar Henri Staens. Zijn naam duikt namelijk op, op een kwitantie van apotheker Siroe waarbij de verdachte potten over de toonbank gaan. Maar of hij er daadwerkelijk bij betrokken is, wordt niet snel duidelijk. De agent die hem ondervraagt, noteert dat hij ‘van wiens ik geen andere verklaring kon krijgen dan dat men zekere lichaamsdeelen van hem kon kussen’.

Bron:

- 23 Rechtbank in Breda, 1838 - 1930 N.B. Stukken van 1825 - 1937, 706, rolnummer 1030, scans 1 - 390

- via Nel van Doorn die ons wees op dit mooie verhaal

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.