skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

De April-Meistakingen van 1943 (8): de rol van de geestelijkheid?

Noord-Brabant was – voor het grootste deel – een door en door katholieke provincie. Kerk en geestelijkheid hadden op alle terreinen van het maatschappelijk leven een dikke vinger in de pap. Wat was de rol van de Brabantse geestelijkheid bij de April-Meistakingen van 1943?


P.J. Jansen (Fotocollectie P. Nelemans,
uit: C.A.I.L. van Nispen, Bedreigd, bezet,
bevrijd. Bosschenhoofd en Hoeven in de
Tweede Wereldoorlog.
Jaarboek van de
Heemkundekring De Honderd Hoeven 8 (1992) 159)

De Boerenleider van de Nederlandse Landstand in de provincie Noord-Brabant, P.J. Jansen, beschuldigde eind mei 1943 in een zogenaamd Stemmingsbericht de Brabantse geestelijkheid, speciaal de dorpskapelaans, ervan de autoriteit van het gezag te hebben ondergraven en in het bijzonder door middel van de R.K. Jonge Boerenstand in het geheim te hebben geageerd en de stakingsbereidheid te hebben aangewakkerd.

Deze P.J. Jansen, tevens burgemeester van Hoeven en Standdaarbuiten, is op zijn zachtst gezegd een gekleurde bron. De Landstand had zich indertijd meester gemaakt van de bezittingen van de opgeheven R.K. Nederlandse Boeren- en Tuindersbond. De leden van die bond, inclusief hun geestelijke adviseurs, keerden zich dan ook en masse tegen de Landstand. Met andere woorden: Jansen had nog een appeltje met ze te schillen.

Een NSB-rapport trekt soortgelijke conclusies als Jansen: dat het platteland in de katholieke provincies meer in beweging kwam dan in de grotere steden, is op de eerste plaats terug te voeren op de agitatie van de R.K. geestelijkheid. Wel kan in het algemeen niet van een georganiseerde actie gesproken worden, maar er is toch reeds sinds geruime tijd een systematische actie vooral door de jongere geestelijkheid voor sabotage en opstand gevoerd.

Met een goedkeurende glimlach op het gezicht


J.E.A. van de Poel
(Bakker 2003, 136)

Al direct na de oorlog heeft het toenmalige Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, het tegenwoordige NIOD, uitgebreid onderzoek gedaan naar de April-Meistakingen, onder andere via een enquete onder gemeenten, bedrijven, overheidsdiensten en particulieren. In Noord-Brabant werd dit onderzoek uitgevoerd door J.E.A. van de Poel. Het archief van Van de Poel, dat bewaard wordt bij het BHIC, bevat onder andere een rapport over De rol van de geestelijkheid tijdens de April-Meistakingen.


Eerste pagina van het rapport 'De rol van de geestelijkheid'

Van de Poel citeert de rapporten van Jansen en de NSB en de enquêtes die hij in de Brabantse gemeentes had afgenomen. Dat levert veel nogal algemene kwalificaties op: in Bladel was de geestelijkheid kalm en waardig, maar fel anti-Duits; In Westerhoven verleende de geestelijkheid morele steun; in Moergestel steunde de geestelijkheid de staking door giften ter voorziening in hun levensonderhoud; in Gemert bewoog de geestelijkheid zich opvallend veel door de gemeente, met een goedkeurende glimlach op het gezicht.

De missen van zondag 2 mei werden natuurlijk met argusogen bekeken – de Sicherheitspolizei had inderdaad op 1 mei expliciet de opdracht gekregen die morgigen Gottesdienste in den Kirchen überwachen zu lassen … falls irgendwelche Äußerungen im Hinblick auf die augenblickliche Lage gemacht werden - maar daar viel voor zover we weten geen onvertogen woord. Eerder werden die missen aangegrepen voor deëscalatie: zo liet de Philips-directie bij het uitgaan van de missen in en om Eindhoven pamfletten ronddelen met de oproep aan haar werkgevers om de volgende dag weer aan het werk te gaan. De Commissaris van de Provincie adviseerde op de avond van 1 Mei aan de burgemeester van Geffen om (in verband met de Duitse eis dat de melkleveranties moesten worden hervat) de volgende dag na de missen de menschen toe te spreken of proclamatie aan te slaan, maar dat liever niet door de pastoor te laten doen.

Wat zijn de conclusies van Van de Poel? Over het algemeen luidt de vaststelling, die uit de gehouden enquête kan worden afgeleid, dat de geestelijkheid zich zeer sympathiek tegenover de beweging aanstelde, haar alvast goedkeurde, en hulp verleende waar zulks binnen het kader van haar taak oirbaar was. Uit enkele aanduidingen blijkt verder, dat de geestelijkheid niet geheel vreemd was aan de geest, die deze stakingsbeweging deed ontstaan en bezielde. Met andere woorden: de geestelijkheid stond achter de staking, verleende in het verborgene hand- en spandiensten, maar trad op geen enkele wijze op de voorgrond.

De belangrijkste invloed van de geestelijkheid op de stakingen was indirect: haar invloed op de bevolking was groot, via de verschillende maatschappelijke organisaties. Want het hele maatschappelijke leven was georganiseerd via katholieke organisaties: onderwijs, boeren- en werkliedenorganisaties, noem maar op. Al deze organisaties waren door het Duitse beleid van gelijkschakeling opgeheven. Maar dat wil niet zeggen dat deze verbanden niet informeel bleven voortbestaan, dat de leiders van deze opgeheven organisaties en hun adviseurs uit de geestelijke stand daarna niet invloedrijk bleven onder hun oud-leden. Van de Poel: als de grote schuldigen werden overal de bestuursleden, i.c. voorzitter en secretaris, van de R.K. Jonge Boerenstand aangehouden. Dit wijst dus duidelijk op de inderdaad niet opgehouden actie van deze vereniging, die in wezen de steun en de geestelijke leiding van de geestelijkheid genoot.

Het werk van Van de Poel vond in 1950 zijn neerslag in De April-Mei-Stakingen van 1943 door P.J. Bouman. We sluiten af met zijn conclusie: Hoewel men niet kan zeggen, dat de katholieke kerk als zodanig de April-Mei-stakingen heeft aangemoedigd, kan toch worden geconstateerd, dat de geestelijkheid, die de geest van verzet in de bevolking wakker hield, op vele punten, voorzichtig en met beleid, de stakingsbeweging steunde.

Luister naar onze podcast Toen hoorde ik het salvo

Meer over de April-Meistakingen van 1943

Literatuur en bronnen

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.