skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

De Commissaris van de Koningin over Bergen op Zoom

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 31 maart 2009
bijgewerkt op 2 augustus 2018
Tussen 1894 en 1928 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij. Dit had hij in al die jaren over Bergen op Zoom te melden:

Nieuwsgierig naar zijn handgeschreven telst? Lees die dan hier.

Bergen op Zoom

Den 14den December 1895 bezocht ik de gemeente Bergen op Zoom. Om 8 uur 52 uit Den Bosch vertrokken, kwam ik om 10 uur 20 aldaar aan. Aan het station werd ik verwelkomd door den burgemeester, den Heer Mathon. Met het rijtuig, waarvoor het dagelijksch bestuur der gemeente gezorgd had, reden we naar het raadhuis, alwaar ik de beide wethouders, de Heeren Van Hasselt en Veraart aantrof. Daar bespraken wij verschillende gemeente-aangelegenheden tot het moment, dat mijn audiëntie begon.

Het eerst verschenen de leden van den gemeenteraad (meestal in rok), vervolgens de deken met drie kapelaans, daarna het lid der Staten Asselbergs, de Kamer van Koophandel en Fabrieken, de officieren der dienstdoenden Schutterij, twee notarissen, de kantonrechter en diens griffier en de commissaris van politie.

Om half een ontving ik de officieren van het garnizoen, nl. Colonel Hingman met plusminus 85 officieren, meestal infanteristen, en eenige artilleristen. De Heeren kwamen en corps, en werden niet persoonlijk aan mij voorgesteld. Kolonel Hingman sprak namens allen; ik beantwoordde hem, waarop de heele stoet weer aftrok.

Om een uur ontbeet ik bij den burgemeester; daar werd ik ontvangen door Mevrouw Mathon; de gasten waren: het Dagelijksch Bestuur, het lid der Staten Asselbergs, Kolonel Hingman, de kantonrechter (Cremers) en diens echtgenoote, en Klasens. De burgemeester stelde weer een toast in.

Bergen op Zoom, Van Dedemstraat; het Algemeen Burger Gasthuis (1880) gezien in noordoostelijke richting, 1904 (WBA, Foto Archief Bergen op Zoom, N.J. Boon, BOZ001018503)Het Algemeen Burger Gasthuis, 1904 (Collectie: West-Brabants Archief/ Foto Archief Bergen op Zoom/ Uitgever N.J. Boon)

Na het dejeuner bezochten we eerst het gemeentelijk gast- en ziekenhuis; daar werden we door het College van Regenten ontvangen en rondgeleid. Het is eene inrichting zoowel voor ouden van dagen als voor zieken. Er zijn ongeveer zestig bedden, welke evenwel niet alle bezet waren. Er is een afzonderlijk gebouw voor lijders aan besmettelijke ziekten; verpleegden waren daar niet. De verpleging is aan liefdezusters opgedragen. Daarna werd eene suikerfabriek van Wittouck bezocht; door den ingenieur der fabriek werd ik rondgeleid; zooveel mogelijk werd mij alles uitgelegd.

Om 5 uur 29 verliet ik de gemeente, te Breda had ik een uur oponthoud, waarvan ik profiteerde door er te eten; om 8 uur 6 was ik ‘s avonds te ‘s-Hertogenbosch terug. Het weer was den heelen dag redelijk goed.

Om 12 uur kwam een harmoniegezelschap op de markt eene serenade brengen; ik verzocht den burgemeester dat gezelschap voor mij te bedanken. Een te Bergen op Zoom verschijnend courantje De Avondster wijdde eene verhandeling aan mij en mijne familie; het gaf mijn portret en mijn wapen. Gezegd courantje staat onder redactie van den Heer J. Juten, den redacteur van Taxandria.

Den 25 Mei 1900 bracht ik weder een bezoek aan Bergen op Zoom. De burgemeester was niet in zijne gemeente, toen aldaar mijn brief kwam, in welken ik mij annonceerde. De wethouder Van Hasselt was zoo beleefd, mij telegrafisch te ontbijten te vragen, voor welke uitnoodiging ik bedankte.

Aan het station werd ik opgewacht door den burgemeester; met het rijtuig, waarvoor B. en W. gezorgd hadden, reden we naar het Raadhuis, alwaar ik de wethouders Veraart en Van Hasselt aantrof. Van hen hoorde ik weer lange klachten tegen de familie Juten; zoo was het bijvoorbeeld hun schuld, dat de bank van leening een groote lastpost werd voor de gemeente, waarvan ten slotte het gevolg was, dat de gemeente de bank ophief; de Jutens zouden het crediet van de bank ondermijnd hebben; zij zouden oorzaak zijn geweest, dat ten slotte het volk geen gebruik meer maakte van de bank; daardoor maakte de bank ten slotte slechte zaken en werd opgeheven; nu was er een jood, die het volk afzette en woekerwinst maakte. B. en W. betreurden eenparig, dat er geen bank van leening meer was. Het verzet voor eenige jaren tegen den Commissaris van Politie Vossenaer, van karrelui, die beetwortels over een afgesloten weg wilden vervoeren, was ook door de Jutens uitgelokt en aangestookt.

De regeling van het archief laat nog zeer veel te wenschen over; er zijn zeer vele oude stukken van historische waarde en betekenis, al is er ook een en ander naar het Rijksarchief te ‘s-Hertogenbosch overgebracht; maar de boel is volstrekt niet geordend.

Bergen op Zoom, Oude Binnenhaven (thans gedempt); links Noordzijde Haven, rechts Zuidzijde Haven, 1925 (WBA, Foto Archief Bergen op Zoom, BOZ001026939)Oude Binnenhaven (thans gedempt); links Noordzijde Haven, rechts Zuidzijde Haven, 1925 (Collectie: West-Brabants Archief/ Foto Archief Bergen op Zoom)

Doordat de haven van Bergen op Zoom aan de Schelde uitkomt, en eb en vloed zich dus doen gevoelen, is het buitengewoon gemakkelijk, om in de grachten enz. het water te ververschen; desgewenscht kan men de grachten heelemaal droog laten loopen. Het is dus ook zeer gemakkelijk, om den bodem zuiver te houden.

De toestand van de arme klasse in Bergen op Zoom is gunstig te noemen, vooral ten gevolge van de industrie; de drie beetwortelsuikerfabrieken geven veel werk op een tijdstip, waarop elders gewoonlijk werkeloosheid heerscht; ook de melassefabriek, die weer werkvolk behoeft, wanneer de campagne van de suikerfabrieken is afgeloopen, werkt daarop gunstig.

Op mijne audiëntie verscheen het lid der Staten Asselbergs; hij verzocht mij, als ik weer in Bergen op Zoom kwam, dat ik dan zijne fabriek zou komen bezoeken. Hij heeft de grootste ijzergieterij van Bergen op Zoom, en maakt met name veel kachels. Ik beloofde hem een volgende keer een bezoek aan zijn fabriek, wanneer ik daarvoor tenminste tijd kon vinden. De Commissaris van Politie Bungen kwam mij bedanken voor de medewerking bij zijn verzoek om verhooging van tractement; hij prees de bevolking zeer; hij is vier jaar Commissaris van Politie, en ondervond in al dien tijd geen vijftien keer verzet tegen de politie; de bevolking is volgens hem ten eerste zeer geloovig, en heeft ten tweede vrees voor den politieagent; twee factoren, welke gunstig werken, om gemakkelijk met een hoofdagent en elf agenten de rust te bewaren in de gemeente; er zijn te Bergen op Zoom geen bordeelen; een paar danshuizen zijn op het kantje af; daar wordt driemaal per week muziek gemaakt.

De nieuwe kantonrechter mr. Van Heyst kwam mij zijne opwachting maken. Kolonel Van Vlierden, de chef van den Geneeskundigen dienst Kraft, en de Kapitein eerst aanwezend Ingenieur hadden wel de audiëntielijst geteekend, maar lieten zich ten slotte onder verschillende pretexten excuseeren.

Na afloop van de audiëntie reed ik met B. en W. langs eene nieuwe in aanbouw zijnde kazerne naar de oesterput van de Groote Maatschhappij, eertijds eigendom van dr. De Meullemeester. Het gaat tegenwoordig zeer slecht met de oesters; hiervoor zijn twee oorzaken: vooreerst dat er in Londen in een oester typhusbaccillen gevonden zijn; daarvan hebben de Engelsche oesterkweekers handig gebruik gemaakt, door dat te colporteeren, en zodoende aan het gebruik in Engeland van Zeeuwsche oesters een eind te maken. Vervolgens dat na den winter 1890/91 toen alle broed bevroren en dood was, clandestine vreemde oesters zijn ingevoerd; die hoorden in Zeeland niet tehuis, en hebben den Zeeuwschen oester doen verbasteren. Terwijl van den oorspronkelijken Zeeuwsche oester weinig broed viel, komt van de tegenwoordige oesters buitengewoon veel broed; terwijl de Zeeuwsche oester in drie, hoogstens in vier jaren in de handel kon gebracht worden, heeft men voor den tegenwoordigen oester zes à zeven jaren noodig.

Van de vier oesterputten werkt er ééne (de zoogenaamde Gouden Ploeg) niet meer; van de drie anderen kan er één ongeveer zijne onkosten dekken, terwijl de beide overigen met verlies werken; de aandeelen van de Groote Maatschappij doen 17%. Dr. De Meulemeester (gehuwd met eene zuster van Van Hasselt) was aanvankelijk eigenaar van de grootste oesterput. Juist vóór dat er in den oesterhandel een keerpunt kwam, maakte hij van zijn zaak eene Maatschappij, stak acht ton in zijn zak en bleef er met twee ton in. De Heer Van Dusseldorp, die mij rondleidde, liet mij ook een stoomkar-boot zien, hij had op het oogenblik ongeveer tachtig menschen aan het werk, van welke ongeveer zestig jonge vrouwen; het groote werk was haast afgeloopen; dan ging zijn volk naar huis, om in September terug te keren en dan den heelen winter bij hem werk te vinden.

Bergen op Zoom, Gedenkzegel uit Bergen op Zoom met zeehaven en stadsgezicht (WBA,  Zuid-Nederlandsche Spiritusfabriek, BOZ001013843)Gedenkzegel uit Bergen op Zoom met zeehaven en stadsgezicht (Collectie: West-Brabants Archief/ Zuid-Nederlandsche Spiritusfabriek)

Ik reed daarna met B. en W. naar de nieuw gebouwde melassefabriek; van de 31 Nederlandse beetwortelsuikerfabrieken hebben zich 23 vereenigd, om uit hunne melasse den spiritus te halen; nog vier Belgische fabrieken doen ook mee. De fabriek (de grootste van de wereld) kan dagelijks 100.000 kilogram melasse verwerken; de aangesloten fabrieken maken jaarlijks 25 millioen kilogram melasse. Ik werd rondgeleid door den directeur scheikundige Paquit; hij liet mij de heele inrichting, van het begin af aan zien: aangezien er veel gist noodig is, liet hij mij eerst de eigen gistfabricage in oogenschouw nemen; daarna het koken en gisten van de melasse; de spiritus (50% alcohol) die verkregen wordt, gewone spiritus om te branden; het verwerken van de overblijfselen tot potasch; uit de potasch wordt weer bicarbonas gehaald. Men sukkelde nog wat met de lucht, welke de fabriek verpreidde, en waarover de omgeving klaagde; hoewel nog niet zooals het zijn moest, was er dienaangaande reeds veel verbeterd; de fabriek wil gaarne aan de wenschen van het Gemeentebestuur tegemoet komen.

Het bezoek aan de onlangs door de gemeente aangekochte waterleiding moest achterwege blijven wegens gebrek aan tijd; ik ging even met B. en W. naar het huis van den burgemeester, alwaar ik een glas sherry kreeg; daarna deden de heeren mij uitgeleide naar den trein. Ik dineerde aan het station te Breda, alwaar ik van tevoren een diner besteld had.

Den 23 April 1904 bracht ik weer een bezoek aan Bergen op Zoom; ik had tevoren de gemeenten in de buurt bezocht, terwijl ik logeerde in het ‘Hotel de Hollande’; den Heer Hulshof had ik den 22 April bij mij ten eten in het hotel. Ik werd ’s morgens te voet door den Heer Hulshof afgehaald, en wandelde met hem naar het Gemeentehuis, alwaar ik de wethouders Van Hasselt en Veraart vond. Op mijne audiëntie verscheen alleen de Commissaris van Politie Bungen, die mij weer kwam bedanken voor mijne hulp, om hem f. 400 meer tractement te bezorgen. Hij klaagde, dat hij te weinig politie had; hij wilde liefst een heele ploeg agenten van zes agenten meer hebben. De agenten konden hun werk niet af; ze hadden geregeld twaalf uur per dag dienst; bovendien was er een erg ongeschikt individu bij, een zekere Verhagen, indertijd havenmeester, en in 1896, omdat hij van oneerlijkheid verdacht werd, als zoodanig ontslagen en aangesteld tot agent van politie. De twee veldwachters, die de politiedienst deden buiten de kom van de gemeente, werden belast met de boodschappen van het stadhuis, en hadden daardoor te weinig tijd, om zich aan den politiedienst te wijden.

Met B. en W. heb ik die aangelegenheid later uitvoerig behandeld. Ik heb hen in overweging gegeven, om de veldwachters van hunne boodschappen te ontslaan, en daarmede Verhagen te belasten; dan waren de twee veldwachters wel in staat, om behoorlijk in den politiedienst te voorzien. Wanneer dan Verhagen vervangen werd door een geschikt individu, en er kwamen twee à drie nieuwe agenten bij, dan was naar mijn mening in de meest dringende behoefte voorzien, en was de som, welke door de Raad moest worden beschikbaar gesteld, niet al te groot. B. en W. schenen naar mijn voorstel wel ooren te hebben.

Bergen op Zoom, De Oosterschelde stond aan de basis van de Bergse visserij. Opname van de arbeiders in een oesterkwekerij, 1930 (WBA, Foto Archief Bergen op Zoom, RINV010)Arbeiders in een oesterkwekerij, 1930 (Collectie: West-Brabants Archief/ Foto Archief Bergen op Zoom)

Omtrent de oestercultuur vernam ik, dat de resultaten nog steeds treurig waren; de oesters vinden geen afzet meer. Alleen België trekt, maar dat is veel te weinig. Duitschland, Engeland en Frankrijk kweeken tegenwoordig hun eigen oesters. Zelfs in den druksten tijd werken er tegenwoordig niet meer dan twintig vrouwen. De heele visscherij gaat slecht: ansjovis, panharing enz. alles is even beroerd.

Van de drie suikerfabrieken werken er nog maar twee, nl. die van Wittouck (de grootste), en die van Verlinden. De derde fabriek, die van Rogier, Daverveld en Co is verkocht aan Wittouck; er wordt niet meer gewerkt. De melasse spiritusfabriek geeft nog altijd dezelfde leelijke lucht; het middel om dat te keeren, schijnt nog te moeten worden uitgevonden.

In den laagsten stand, en vooral ook bij de hoveniers, zijn gedwongen huwelijken regel; als het niet moet, trouwen die menschen niet. Onwettige geboorten komen zoo goed als nooit voor.

Om twaalf uur nam ik afscheid van de Heeren, en bracht de burgemeester mij weer te voet naar mijn hotel terug. Ik zou misschien wel langer zijn gebleven, wanneer de burgemeester niet voor eene vergadering naar Antwerpen had moeten gaan, waarheen een extra tram hem tegen half een moest voeren.

Op 25 April 1904 in Roosendaal zijnde, vertelde burgemeester Coenen mij, dat de melasse spiritusfabriek buitengewoon goed ging, en gemiddeld een dividend gaf van 40 tot soms 80%.

In De Avondster van 24 April 1904 komt een hatelijk artikel voor aan het adres van den burgemeester, omdat er geen of althans te weinig publiciteit was gegeven dat ik den 23 April Bergen op Zoom bezocht en aldaar audiëntie verleende aan wie mij wenschten te spreken.

Den 30 October 1907 kwam de Heer Laane, ondervoorzitter der Commissie voor de stichting eener ambachtsschool, naar het Gouvernement te ’s-Hertogenbosch, ten einde mij te vragen, op Woensdag 7 november 1907 de nieuwe ambachtsschool te komen openen. Ik zeide hem, dat het mij onmogelijk was, de uitnoodiging aan te nemen, omdat ik daags vóór eene vergadering van G.S. onmogelijk uit Den Bosch kon. Ik zegde hem echter toe, dat ik, zoodra ik in Bergen op Zoom kwam, een bezoek aan de ambachtsschool zou brengen.

Den 23 Juni 1908 kwam ik weer in Bergen op Zoom. Ik had bedankt voor een lunch of diner bij den burgemeester; ’s avonds tevoren aangekomen werd ik al dadelijk verrast met een bezoek van den Heer Hulshof; diens slecht humeur, omdat ik voor lunch of diner bedankt had, verdreef ik, door hem het aanstaand bezoek van H.M. de Koningin te annonceeren.

Op het Raadhuis was vooral het aanstaand bezoek van Hare Majesteit het onderwerp van mijn gesprek met B.en W.; ik verzocht de Heeren een voorstel te doen omtrent de dagverdeeling; wanneer men dienaangaande een goed overdacht plan had, zou ik dat gaarne van de Heeren ontvangen.

Ik had een zeer drukke audiëntie; alle officieele personen uit Bergen op Zoom waren gekomen, behalve de Rooms Catholieke geestelijkheid; namens deze laatste deelde de burgemeester mede, dat de Heeren niet konden komen, doordat er eene bijzondere kerkelijke plechtigheid was, naar ik meen, een jongen priester, die zijn eerste Heilige Mis deed.

De luitenant-kolonel Kock, waarnemend garnizoenscommandant was de man, wiens militaire carrière gebroken werd door het optreden van Jhr Brantsen, destijds milicien-korporaal in Doesburg, die zich in de Nieuwe Rotterdammer Courant beklaagde, dat het geheele bataillon van den Heer Kock, destijds in Doesburg in garnizoen, socialistische liederen zong.

Met B. en W. ging ik de op 30 Oktober 1907 geopende ambachtsschool zien; ik werd daar door het geheele bestuur ontvangen en rondgeleid; de directeur leek mij een geschikt man; noch de directeur, noch de leeraren komen uit Bergen op Zoom. Met 23 leerlingen begonnen, waren er thans 49; van de patroons wordt slechts tegenwerking ondervonden; die hebben nu geen goedkoope diensten meer van de jongens, en kunnen die niet meer exploiteeren. Voor schilder was er geen liefhebberij; er wordt alleen les gegeven in smeden (40) en in timmeren (9 leerlingen); de ruimte voor de smederij is met die 40 jongens geheel gevuld; men is al aan het onderhandelen over den aankoop van terrein, om het gebouw aan die zijde te kunnen uitbouwen; wel een gunstig teeken! Het geheel ziet er goed uit.

Bergen op Zoom, De Oosterschelde stond aan de basis van de Bergse visserij. Opname van de arbeiders in een oesterkwekerij, 1930 (WBA, Foto Archief Bergen op Zoom, RINV010)Arbeiders in een oesterkwekerij, 1930 (Collectie: West-Brabants Archief/ Foto Archief Bergen op Zoom)Tekening drinkwaterleiding (prise d'eau) van de Mondaf naar de Watertoren, 1920 (Collectie: West-Brabants Archief/ Kaarten handgetekend Bergen op Zoom)

Vervolgens reed ik met B. en W. naar de prise d’eau van de waterleiding, even voorbij de kerk van Borgvliet, midden tusschen de dennenbosschen. Uit vijf putten komt er voldoende water om de stad van water te voorzien; het water is sterk ijzerhoudend; om het te ontijzeren, wordt het in een groot reservoir (300 kubieke meter) aan de open lucht bloot gesteld, gedurende plusminus 24 uren; dan wordt het door 15 centimeter maaszand en door 2 ½ meter riviergrind gefiltreerd in den reinwaterkelder gevoerd. De 15 centimeter maaszand wordt om de 4 jaren vernieuwd; de kleur van dat zand is dan geheel rood (ijzerroest), en verkleurt – aan de lucht bloot gesteld – later niet meer.

Om negen uur was de burgemeester mij in het hotel komen halen, en waren we samen in mijn rijtuig naar het Raadhuis gereden; met dat rijtuig reed ik later met B. en W. rond; om één uur kwam ik aan het hotel terug, en liet B. en W. met mijn rijtuig naar huis brengen.

Den 16 April 1912 kwam ik weer in Bergen op Zoom; ik had tevoren Woensdrecht bezocht; ik deed den tocht vanuit Roosendaal, waarheen ik ’s avonds per spoor terug keerde.

B. en W. beweren, dat er goed onderwijs gegeven wordt; op muloschool A gaan 180 jongens; op muloschool B gaan 80 meisjes. Op de Rijks hoogere burgerschool gaan 180 leerlingen, waarvan 70 buitenleerlingen; schoolgeld f. 40. Op de ambachtsschool gaan 72 kinderen, waarvan 37 buitenleerlingen; er wordt les gegeven in smeden, timmeren en schilderen; van patroons wordt weinig medewerking ondervonden, vooral van de patroons in het timmerwerk; die werken de school hard tegen. De Rijks normaallessen worden gevolgd door 32 leerlingen; onder den vorigen directeur waren de resultaten niet schitterend; thans is Arnoldts, hoofd der school C directeur; men hoopt, dat de resultaten nu beter zullen zijn. Aan ongeveer 100 kinderen wordt muziekonderwijs (piano, viool, zang) gegeven.

Werkelijke armoede wordt door niemand geleden.

De tuinbouw, vooral de aspergeteelt, blijft zich uitbreiden; dientengevolge stijgt de waarde der gronden enorm; gewone grond geldt al f. 3.000 de hectare; binnenkort wordt ten behoeve van den tuinbouw in de buurt van het station eene groenteveiling geopend. De weekmarkten beteekenen niet veel; boter en eieren. De oestercultuur gaat slecht; de visscherij van ansjovis panharing enz. in den regel ook. De melasse spiritus fabriek is nog even hinderlijk als altijd.

De suikerfabrieken hebben thans door nortonpompen enz. voldoende water; daardoor is, ook tijdens de suikercampagne, de waterverversching van de stad voldoende. De suikerfabriek van Van de Linden werd in 1911 nieuw geïnstalleerd; kan dagelijks 1,2 millioen bieten verwerken.

De schade, door stormvloed van 30 Sept. 1911 aan gemeente berokkend, bedraagt plusminus f. 10.000. Er is geen gemeentelijke bank van leening; men acht die niet noodig, doordat er eene particuliere bank van leening is, welke onder politietoezicht staat en goed werkt.

Den 18 Augustus 1917 kwam ik weer in Bergen op Zoom; later ging ik nog naar Halsteren.

B. en W. hebben bittere klachten tegen den gemeenteontvanger, den Heer De Meulenmeester; zij willen hem voor ontslag voordragen. Geraden zulks niet te doen, maar hem eene aanvrage om ontslag te laten indienen; daarvan zou eerst gebruik moeten gemaakt worden, wanneer hij in de toekomst weer ernstige reden tot klagen geeft,

Er is groote woningnood. St. Joseph-bouwvereeniging bouwde voor den oorlog 29 woningen; een plan om 65 woningen te bouwen viel dezer dagen in den Raad om allerlei bijkomstige redenen.

Bergen op Zoom, Bergen op Zoom, Zuidzijde Haven 'De Poort van 's Lands Welvaren', 1900 (WBA, Foto Archief Bergen op Zoom, BOZ001032229).jpgZuidzijde Haven 'De Poort van 's Lands Welvaren', 1900 (Collectie: West-Brabants Archief/ Foto Archief Bergen op Zoom)

Brandweer goed in orde. Gasfabriek gaat bijzonder; in 1916 f. 40.000 netto winst. Waterleiding heel goed; kon na rente en afschrijving in 1916 f. 7000 reserveeren. Politie voldoende; moet echter twaalf uur dienst doen. Geen armoede; ook van den winter niet, mits fabrieken kunnen blijven werken. Reinigingsdienst sinds 1916 in eigen beheer; loopt goed; kosten kunnen uit opbrengst haast gedekt. Rioolstelsel; één systeem; door Hulshof aangelegd; werkt uitstekend.

Veel gesmokkeld; zoowel door rijken als door middenstand; vooral echter door de armen. Belgische vluchtelingen: 410 in kamp; 1.600 buiten het kamp; 30 gezinnen nog gesteund. Garnizoen in gewone tijden 1.800 à 2.000; thans 4.000 tot 6.000; alles in de kazernes en in eene oude fabriek.

De secretarie is geheel verbouwd; kosten plusminus f. 18.000. Het ziet er heel goed uit. Mijns inziens is het echter een groot bezwaar, dat sommige bureaux zoo hoog zijn; daar zijn er op de derde verdieping!

Den 9den Juni 1921 bezocht ik Steenbergen en Bergen op Zoom. Naar het mij toeschijnt zal de gezondheidstoestand van burgemeester Hulshof hem niet veroorloven, nog lang burgemeester van Bergen op Zoom te zijn; het trof mij bovendien, dat hij geestelijk zoo erg achteruit gegaan was, dat hij van veel zoo slecht op de hoogte bleek, en telkens getikt werd door den wethouder Verlinden. Deze laatste scheen mij heel goed bij, en tikte voortdurend den burgemeester.

Wethouder Van Hasselt is sinds een jaar lijdende; hij zal wel niet meer in het Raadhuis komen. Zijn plaats werd ingenomen door het raadslid Horsten, sinds geruimen tijd plaatsvervangend wethouder; Horsten maakte een goeden indruk.

Tegen 1 September aanstaande opent het gemeentelijk electrisch bedrijf; men rekent in 1921 op een deficit van f. 9.000; in 1922 van f. 6.000; in 1923 van f. 3.000; daarna moet het bedrijf zich dekken. In 1921 zou men honderd aansluitingen moeten hebben, in 1922 driehonderd; die ramingen zullen belangrijk overschreden worden.

De lager onderwijs wet 1920 kan aan gemeente jaarlijks wel f. 150.000 kosten, terwijl de hoofdelijke omslag nu reeds f. 480.000 bedraagt. Het belastbaar inkomen wordt thans op f. 6.000.000 geraamd, waarvan eenderde uit bezit en tweederde uit arbeid.

Men verlangt zeer sterk naar de locaalspoorwegen van West-Brabant; wethouder Verlinden, Voorzitter van de Kamer van Koophandel, zegde te dier zaken nog een adres aan de Staten toe. De melassefabriek heeft een nieuw procedé gevonden om stank en hinder voor de omgeving te voorkomen; het zal binnenkort aan B. en W. gedemonstreerd worden. Bergen op Zoom raakt een groot deel van het garnizoen kwijt: de infanterie gaat naar Middelburg; ook de rijschool gaat weg. Er zou dan blijven één afdeeling = 1 Regiment = 225 koppen artillerie, en de stormschool voor de infanterie. De coöperatieve suikerfabriek ‘Zeeland’ had eene capaciteit van een millioen kilogram bieten; zij wordt thans omgebouwd tot eene capaciteit van 300 millioen. De tuinbouw (veel asperges) maakt bijzonder goede zaken; de veiling gaat goed.

Op de Hoogere Burgerschool gaan 266 leerlingen waarvan 105 van buiten. Op de Ambachtsschool gaan ruim 100 jongens waarvan ruim 70 van buiten. De school is te klein, toch gaat men niet tot uitbreiding over: wanneer Roosendaal een eigen ambachtsschool opricht, zullen de 40 jongens uit die gemeente, die thans de school te Bergen op Zoom bezoeken, te Roosendaal blijven. Dan is de school te Bergen op Zoom groot genoeg. Het onderwijs aan de Middelbare Handelsschool valt zeer in den smaak; 57 leerlingen uit Bergen op Zoom; het onderwijs wordt zeer geroemd.

Bergen op Zoom, Oude Binnenhaven (thans gedempt); links Noordzijde Haven, rechts Zuidzijde Haven, 1925 (WBA, Foto Archief Bergen op Zoom, BOZ001026939)Oude Binnenhaven (thans gedempt); links Noordzijde Haven, rechts Zuidzijde Haven, 1925 (Collectie: West-Brabants Archief/ Foto Archief Bergen op Zoom)De Steenbergsestraat (Collectie: West-Brabants Archief/ Wosyka, Bartholomäus)

Den 11 Juni 1925 kwam ik, na in Steenbergen te zijn geweest, weer in Bergen op Zoom. Ontvanger De Meulemeester werd ontslagen; secretaris Van Liempt geschorst. In de vestibule van het Raadhuis werd ik ontvangen door burgemeester Stulemeyer en een van de secretarieambtenaren als waarnemend secretaris.

B. en W. zijn in onderhandeling met het domein tot aankoop van acht hectare domeingronden tusschen de stad en de Zoom, waarvan zij bouwterrein willen maken voor woningen van beter gesitueerden. Het domein vroeg aanvankelijk vier ton; kwam later af tot f. 220.000. Gemeente bood aanvankelijk een ton, en verhoogde dat bod tot f. 120.000. Hoewel partijen nog ver van elkaar staan, zal Stulemeyer wel zorgen, dat hij tot accoord komt. Zijne Haagsche relaties, persoonlijke bekendheid met Minister Colijn enz. zullen hen daarbij zeer te stade komen.

Zeer drukke audiëntie, vooral ook in verband met de malversaties van den ontvanger De Meulemeester en de schorsing van den gemeentesecretaris Van Liempt: het raadslid Van As beklaagt zich, dat burgemeester Stulemeyer hem belette, in eene Raadsvergadering wethouder Verlinden aan de kaak te stellen, omdat ook hij schuldig stond aan het geknoei, door gedurende meerdere jaren zijne belastingschuld niet te voldoen.

Oud-Wethouder Van Hasselt beklaagt zich, dat Stulemeyer door mij onjuist werd ingelicht, omtrent het vernietigen van de ontslagaanvrage van De Meulemeester door oud-burgemeester Hulshof. Volgens hem had het college van B. en W. nooit besloten, die ontslagaanvrage te vernietigen, iets, dat door mij nooit is beweerd. Ik heb alleen aan Stulemeyer gezegd, dat die ontslagaanvrage er zijn moest; en later van Stulemeyer gehoord, dat die verdwenen was, hetgeen natuurlijk te denken gaf.

Clant Bindervoet, rijksontvanger, beklaagt zich dat de Justitie zich niet met de zaak bemoeit; voor diefstal van een kleinigheid gaat de kleine man naar de gevangenis; en hier is meer dan f. 60.000 weg! A.G. Juten, raadslid, wil eene Raads Commissie laten onderzoeken waar die f. 60.000 gebleven zijn, wie daarvan geprofiteerd hebben; De Meulemeester en Van Liempt leefden zeer eenvoudig, hadden dat geld niet noodig en hebben het niet opgemaakt. Hem gezegd, dat zoo’n commissie niets kan bereiken; zij kan slechts inlichtingen bekomen van De Meulemeester of Van Liempt. Als deze iets weten en willen klappen, zullen ze dat wel met of zonder raadscommissie doen, wanneer ze menen, dat hun belang dat medebrengt.

C.J.A. van Liempt, geschorst secretaris, wenscht inzage van de stukken, alvorens Gedeputeerde Staten in zijne zaak beslissen; hem gezegd, dat hem wel de gelegenheid zal worden geboden, ter provinciale griffie inzage van het dossier te komen nemen. Op zijne vraag, of het hem vrijstond zich door een ander te laten verdedigen heb ik hem geantwoord, dat zulks hem vrij stond, maar dat ik hem in zijn eigen belang aanraadde, om zulks zelf te komen doen; het gaat hier niet om advocatenhandigheden, maar om eene ernstige grondige behandeling van eene zaak, waarbij zijne eer en zijne toekomst op het spel staan!

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.