skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

De Commissaris van de Koningin over Haps

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 31 maart 2009
bijgewerkt op 3 augustus 2018
Tussen 1894 en 1928 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij. Dit had hij in al die jaren over Haps te melden:

Nieuwsgierig naar zijn handgeschreven tekst? Lees die dan hier.

Haps

Den 11den Augustus 1897 bezocht ik de Gemeente Haps; ik reed van Beugen-Kruispunt naar Beugen; vandaar naar Oeffelt, vervolgens naar Haps en eindelijk naar Cuijk. Er was bijzonder weinig werk gemaakt om mij te ontvangen; geen eerewacht, geen muziek. Een enkele inwoner langs den weg had een dennentakje in den grond gestoken en er wat gekleurd papier aan gebonden.

Op het gemeentehuis stonden een paar rozenbouquetten, waarvoor de tuinen van den schoolmeester en den veldwachter geplunderd waren; ik kreeg zelfs losse rozen mede in mijn rijtuig. Het raadhuis was een beetje groen gemaakt. Daar vond ik den burgemeester met zijne wethouders, en met hen zat ik te praten.

De wethouders bevielen mij beter dan de burgemeester; deze laatste is een oude ongehuwde boer, die met zijn ongehuwden broeder eene groote boerderij bestiert. Hij scheen mij een onaangenaam zelfzuchtig man, die vooral veel aan zijn bezit hechtte. Op mijne audientie verschenen slechts pastoor en kapelaan; de eerste bedankte, dat het besluit van den Raad, om eene som beschikbaar te stellen als bijdrage in den bouw eener kerk, door Gedep. Staten was goedgekeurd. Na de audiëntie zat ik weer met B. en W. te praten, vooral over landbouwzaken, totdat ik vertrekken moest.

Ik ging op de secretarie nog eens kijken, hoe alles daar geborgen was, en verliet toen de gemeente. Er is in Haps een secretaris, voor ± 1 jaar van achter den ploeg heen gehaald en door een klerk ter secretarie te Cuijk gedrild; het schijnt, dat die klerk een knap kereltje is; hij had althans in Haps eer van zijn werk, vooral doordat de vorige secretaris van Haps (een echte drinkebroer, die om zoo te zeggen in het bier gestikt is) den boel vreeselijk verwaarloosd en in de war had achtergelaten.

De wijze, waarop de ontvanger de schoolgelden boekt, schijnt niet boven bedenking; hij boekt nl. het geheele bedrag in één post in het journaal, zonder de specifieke betalingen eerst in een hulpregister van ontvangst te plaatsen. De administratie bij den ontvanger zag er overigens goed uit; ditzelfde kan ook gezegd worden van die van den gemeentesecretaris.

Den 2 Mei 1902 kwam ik weer in de gemeente. Ik reed van Cuijk over Haps, St. Hubert, Wanroij, St. Anthonis naar Boxmeer, alwaar ik ontbeet in het hotel Van Essen. Vandaar over Beugen, naar Oefffelt, en vervolgens naar Haps, vanwaar ik naar Cuijk terugreed.

Schoolhoofd en rozenkweker H.A. VerschurenSchoolhoofd en rozenkweker H.A. Verschuren

Van B. en W. vernam ik, dat er groote questies zijn op de openbare school, tusschen het hoofd der school Verschuren en den hulponderwijzer Geurts. Verschuren beweert, dat Geurts niets waard is als onderwijzer, en dat op hem nog al wat te zeggen is, omdat hij drinkt. Het gemeentebestuur beweert, dat Geurts niet drinkt, en dat Verschuren als hoofd der school niet deugt; het schooltoezicht beweert, dat van het misbruik maken van drank door Geurts niets bekend is, dat zulks althans geweldig overdreven is. Aangezien Verschuren altijd beweerde, dat het onderwijs geen vruchten opleverde, omdat in de laagste klassen het fondament door Geurts slecht werd gelegd, raadde de schoolopziener, dat Verschuren en Geurts van klasse zouden verwisselen: Verschuren in de laagste, en Geurts in de hoogste klasse. Zóó is het nu. Ik zeide aan B. en W. dat ik mij niet kon mengen in de ruzie tusschen Geurts en Verschuren; maar dat ik B. en W. moest wijzen op hun duren plicht, om, zonder aanzien des persoons, te zorgen voor goed onderwijs. De wijze, waarop ze zulks het beste deden, moet ik natuurlijk aan hen overlaten.

Te Haps is nog nooit gestemd geworden; de verkiezingen liepen steeds met candidaatstelling af. In de kosten van verbetering van de Raam door de betrokken gemeentebesturen zal Haps 10% bijdragen. Haps had eertijds zeer veel gronden; de gemeente heeft er vele verkocht, vooral broekgronden, maar heeft er toch nog vele over. Bosschen heeft de gemeente in den laatsten tijd niet aangelegd. Het gemeentebroek ligt vooral aan de zijde van Wanroij.

Daar grazen dezen zomer 170 stuks hoornvee tegen f. 2,- en 50 à 60 paarden (tegen f. 1,25 zonder volen, en f. 2 met volen). Het meeste vee blijft ’s nachts buiten. Na St. Jan is de beweiding niet veel meer waard; dan komen ook die leelijke vliegen, die een ei in de huid van het beest leggen, waaruit dan bulten komen, waaruit weer later groote wormen tevoorschijn komen, terwijl het dier middelerwijl niet goed gezond is.

De leden van den Raad wonen goed over de geheele gemeente verdeeld. Ik gaf B. en W. in overweging, om het in orde houden van alle waterleidingen voor rekening van de gemeente te nemen opdat het onderhoud uit eene hand zou kunnen geschieden, maar de Heeren hadden daarnaar geen ooren. Volgens B. en W. is de toestand van de armen in Haps zeer bevredigend; daar zijn geen armen, behalve een enkele, die op kosten van de gemeente wordt uitbesteed.

Op mijne audientie verschenen pastoor Hermans met zijn kapelaan, den Heer Thijssen; daarna het hoofd der school Verschuren, die kwam klagen over den onderwijzer Geurts. Ik zette Verschuren wat neer. Vervolgens een zekere Jacobs, die mij kwam bedanken, dat ik hem eene vergunning had verleend om schadelijk gedierte te schieten, en die zich voor het volgende seizoen kwam recommandeeren.

Bij mijn bezoek op 14 Maart 1905 aan Mill klaagden zoowel burgemeester Verstraaten, als pastoor Van Oort over Van Deursen burgemeester van Haps. Vooral pastoor Van Oort was erg tegen Van Deursen ingenomen, omdat hij bij ondervinding had, wat een kwade tong Van Deursen had, en hoe hij, door lasterlijke praatjes, de menschen tegen elkaar opzette.

Den 16 Maart 1905 kwam ik weer in Haps. Ik reed er vanuit Cuijk heen, bezocht denzelfden dag Beers en Linden, en reed vandaar over Groot Linden en Beers naar Cuijk terug. Ten gevolge van den hoogen waterstand op de Maas was de weg van Klein Linden naar Cuijk geïnundeerd. Ik verleende audientie aan pastoor Hermans en aan kapelaan Hoefnagels. De pastoor was zeer dankbaar, dat G.S. termen hadden kunnen vinden om het besluit van den gemeenteraad van Haps goed te keuren, waarbij eene subsidie van f. 20.000 door de gemeente was verleend voor den bouw van eene bewaarschool, een gasthuis enz. Pastoor Hermans deelde nog mede, dat de oud burgemeester Mooren zoo’n braaf respectabel man was, door en door eerlijk, en iemand, die in het geheim met zijn betrekkelijk groot fortuin buitengewoon veel goed deed.

Het raadhuis, ca. 1967 (JosPé Arnhem)Het raadhuis, ca. 1967 (JosPé Arnhem)

De leden van den Raad waren goed over de gemeente verdeeld: twee wonen op Cinquam, een dicht bij het station, een te Hoef, een te Lockam, een in de Kom, en een te “de Mond”. Sinds mijn vorig bezoek aan Haps was het gemeentehuis onder verbouwd, om de woning voor den veldwachter meer geriefelijk in te richten. In de inrichting van het eigenlijk gezegde raadhuis kwam geene verandering, behalve dat de ingang (de trap) buiten als een groote stoep tegen het raadhuis was aangebracht.

Aan B. en W. sterk aangeraden om een uitgewerkten staat aan te leggen van de gemeente eigendommen, waarin alles wat op de cultuur, de exploitatie, de ontvangsten en de uitgaven betrekking had, nauwkeurig werd opgeteekend. Het onderhoud der waterleidingen geschiedt door de gelanders; de waterleidingen worden bepaald goed onderhouden; er is dus geen reden om in de wijze van onderhouden eenige verandering te brengen.

Dr. v.d. Dries uit Cuijk is ook hier weer de armendoctor; men prijst hem zeer. Burgemeester Van Deursen is lid van de gezondheidscommissie te Boxmeer; de woningtoestanden in Haps schijnen over het algemeen voldoende. Sterk geprotesteerd tegen de gratificatie aan den veldwachter; men zal die bij het tractement leggen. Er moest eenmaal geverbaliseerd worden wegens overtreding van de leerplichtwet. Het herhalingsonderwijs valt nogal in den smaak, en wordt gevolgd door elf leerlingen.

Van de boeren waren er 20% gehuurd, en 80% op hun eigen; van die 80% hebben 35% hun plaats vrij, terwijl 45% zilveren balken in hun huis hebben. Van de kleine keuterboeren waren er 95% op hun eigen; het gaat dezen menschen over het algemeen goed; beter dan den boeren. De toestand van de armenklasse is gunstig; er wordt nergens broodsgebrek geleden.

Het dorp met de rozenkwekerij op de voorgrond, ca. 1911 (C.M. vd Lokkant)Het dorp met de rozenkwekerij op de voorgrond, ca. 1911 (C.M. vd Lokkant)

Schoolhoofd Verschuren is gepensioneerd; hij heeft een eigen huis gebouwd, drijft daarin een winkel in kruidenierswaren. Drie van zijn zoons zijn bakker; naar het heet, zullen zij tehuis komen en gezamenlijk bij hun vader eene bakkerij openen. De rozenkweekerij wordt nu op groote schaal gedreven.

Burgemeester Van Deursen gaf geheel den indruk van iemand, die zich schuldbewust is; op mijn vraag, tot hoe lang hij nog in Mill moest wonen, antwoordde hij dat er nog geen geschikte huurwoningen open waren gekomen, en dat hij er tegen op zag om zelf te bouwen: hij hoopte nog steeds, bij mij weer in de gratie te komen en dan eene andere gemeente te krijgen.

Bij gelegenheid van een bezoek aan Drunen den 29 April 1907 kwam ter audientie deken Selten – oud professor van het seminarie, broeder van den secretaris van Haps. Selten deelde mij mede, dat, naar wat hij in Haps gehoord had, burgemeester Van Deursen in de quaesties met het oude schoolhoofd Verschuren, over het algemeen gelijk had. Verschuren was een uiterst lastig man, die met iedereen ruzie had, en ook vroeger, vóór Van Deursen, met het gemeentebestuur van Haps steeds allerlei onaangenaamheden en moeielijkheden gehad had. Volgens deken Selten was de positie van v. Deursen moeielijk. Vooreerst omdat de oud-burgemeester Mooren, lid van den Raad was gebleven, veel invloed had, en in alles zijn opvolger dwarsboomde; vervolgens, doordat hij in Mill woonde, en slechts een pr. keer in de week des middags te Haps kwam; daardoor kon hij geen invloed krijgen; en eindelijk, doordat de vrouw van v. Deursen hoogst zuinig, om niet te zeggen gierig was; daardoor kwam het huishouden van den burgemeester nog al eens in opspraak.

Den 14 April 1909 kwam ik weer in Haps; vanuit Den Bosch had ik tevoren Oeffelt bezocht; via Boxtel keerde ik weer naar huis terug. Ik verleende audientie aan Pastoor Hermans en diens kapelaan Hoefnagels; de Heeren hadden niets bijzonders te vertellen; aan Van Daal, die een machtiging wenschte te bekomen om schadelijk gedierte te schieten; in 1907 had ik er hem eene geweigerd; in 1908 had hij er niet om gevraagd.

Burgemeester Mooren, 1880-1902Burgemeester Mooren, 1880-1902

Aan Burgemeester Van Deursen, die als Commissaris van de Roomboterfabriek had moeten optreden tegen het bestuur (waarin de twee wethouders zitting hadden) omdat het niet zuinig beheerde, en sindsdien op gespannen voet met zijne wethouders leefde; aan de twee wethouders Thijssen en Cuppen, die allerlei bezwaren, meest van finantieelen aard, tegen den burgemeester te berde brachten; en aan den oud-burgemeester Mooren, die het heelemaal niet met Van Deursen kan vinden, en vrijwel te verstaan gaf, dat hij lange vingers had. In tegenwoordigheid van den burgemeester en de wethouders behandelde ik toen de voornaamste klachten van deze laatsten.

a. eene brandspuit rekening van Pechtold te Boxmeer
b. cementen duikers – rekening van Volkel
c. het verkoopen van gazoline
d. het niet betalen van grond, benoodigd voor ophoogen terrein nieuw gebouwde woning
e. het niet betalen van grind, op zelfde terrein gebezigd.

Ad a. De burgemeester erkent, dat de rekening van Pechtold veel te hoog is; zoodra hij eens in Boxmeer is zal hij er met Pechtold over gaan spreken; dan gaat er zeker veel van de rekening af en komt die zaak in het reine.

Ad b. Toen gemeente cementen ringen voor duikers liet komen, werden er door den veldwachter eenige meer besteld ten behoeve van enkele boeren. Alles kwam tegelijk aan, en werd voorloopig bij veldwachterswoning gedeponeerd. Gemeente heeft niets te maken met de bestelling van den veldwachter; die ringen komen niet op de rekening der gemeenten voor. Deze zaak is dus in orde.

Ad c. Gemeente gebruikt gazoline in de straatlantarens; tegen de bedoeling werd er korts een heel groot vat met gazoline ontvangen in plaats van een klein.’s Zomers branden de straatlantarens niet; wanneer men nu het nog half gevulde vat gazoline tot het najaar bewaard had, dan was die gazoline niet veel meer waard geweest. Daarom verkocht, op last van den burgemeester, de veldwachter de aanwezige gazoline tegen den kostenden prijs aan een logementhouder, aan het hoofd der school enz. De opbrengst zal regelmatig in de rekening verantwoord worden.

De woning van Van Deursen, met op de achtergrond de kerk en de school, ca. 1912De woning van Van Deursen, met op de achtergrond de kerk en de school, ca. 1912

Ad d. en e. Deze klachten zijn gegrond; de burgemeester bouwde in 1908 zijne woning en betrok die den 1 October 1908. Hij vergat tot nu toe het voor grond en grind verschuldigde bedrag in de gemeentekas te storten.

Sinds 1840 verkocht gemeente 500 H.A. onder Haps 39 H.A. onder Wanroij en 5 H.A. onder Mill. Gemeente gaf o.a. f. 15.000 voor den bouw van een toren en f. 20.000 voor den bouw van een gasthuis. Voor onderhoud waterleidingen besteedt gemeente thans f. 900(?) per jaar, f. 300 meer dan vroeger. Dat geld is goed besteed; de broekgronden krijgen waarde, wanneer ze ontwaterd zijn; met kunstmest is er dan heel wat van te maken. In den laatsten tijd verpacht men de gronden voor 20 jaren; er wordt veel geld voor geboden; met dat systeem denkt men voorloopig te blijven doorgaan. Men hoopt, dat de verbetering van de Raam in 1909 zal worden tot stand gebracht.

Er is nog geen staat aangelegd omtrent de exploitatie der gemeentelijke bezittingen; burgemeester heeft mij beloofd er spoedig voor te zullen zorgen. De gemeentesecretaris Selten is aan den drank gekomen en is thans een groote drinkebroer; zelfs zijn broer, de deken van Drunen, heeft geen invloed meer op hem. Jammer! Hij was een goed secretaris!

Den 10 Mei 1910 schreef ik aan "Le Marquis de la Boëssière-Thiennes, Chateau de Malleville, Ploërmel, Departement du Morbihan" om hem Van Deursen aan te bevelen als rentmeester van Tongelaar. Mijn brief ligt in het dossier “inlichtingen omtrent verschillende personen”.

Den 17 April 1913 bezocht ik vanuit Cuijk per auto de gemeenten Haps, Mill en Beers. In Haps schijnt gelukkig de vrede weer gekeerd. Ik bemerkte althans niet, dat er nog eenige gespannen verhouding bestond tusschen den burgemeester en diens beide wethouders. Het gaat goed in de gemeente; alleen is het jammer, dat er geen voldoende arbeidskrachten te krijgen zijn. De arbeiders hebben zich nl. langzamerhand opgewerkt tot kleine keuters; voor 10-12 jaren kochten zij den broekgrond voor nagenoeg niets; door de kunstmest blijkt die broekgrond een hoogst waardevol bezit. Er komt langzamerhand gebrek aan gelegenheid om bedrijven uit te breiden of nieuwe te vestigen. Gemeente zal op den duur gronden moeten verkoopen in kleine perceelen, ten einde in de bestaande behoefte te voorzien.

De beide wethouders erkenden eigener beweging den gunstigen invloed der bouwverordening bij woningbouw, en tevens de nuttige werkzaamheid der gezondheidscommissie. In drogen zomer 1911 heeft men eene artesische put moeten slaan, ten einde in de behoefte aan drinkwater te voorzien. Gemeente heeft bijna geen gronden meer, geschikt voor boschbouw; Staatsboschbeheer kan hier geen werkkring vinden; ± 130 H.A. broekgrond, gerooide boschgrond en weiland zijn op langen termijn verpacht voor ± f. 3.500,-. Nogmaals gevraagd eene uitvoerige beschrijving aan te leggen van de exploitatie der gemeentelijke bezittingen.

De veldwachter krijgt nog steeds eene gratificatie; men zal die thans bij het tractement leggen. B. en W. zijn bezig den eersten landbouwcursus op te richten; voor tuinbouwonderwijs gaan de jongens naar Cuijk; voor teekenonderwijs naar Mill of naar Gennep. Men hoopt op de oprichting van een handelscursus te Mill; gemeente zal die subsidieeren.

Melkontvangst bij de zuivelfabriek te Haps, ca. 1915 (Het Zuiden, BHIC)Melkontvangst bij de zuivelfabriek te Haps, ca. 1915 (Het Zuiden, BHIC)

Stoomzuivelfabriek; 500 koeien; directeur Coenen, een 19-jarige jongen, die een tijdlang in Heerlen in de leer was; voorzitter, resp. onder-voorzitter zijn de beide wethouders Cuppen en Thijssen. Secretaris Selten drinkt nog van tijd tot tijd, dagen achter elkander; en is dan weer geruimen tijd heel goed en sober; het wordt niet erger met zijn drankmisbruik; eerder iets beter.

Rozenkweekerij Verschuren had in 1912 beduidend minder afzet dan vroeger; 8 à 9 H.A. groot; grond dient niet langer dan een jr. of zes; is dan uitnemend geschikt voor den boer.

Den 16 Augustus 1918 bezocht ik per auto vanuit Cuijk de gemeenten Oeffelt, Haps en Cuijk. Secretaris Selten drinkt sinds een jr. of drie helemaal niet meer. De man werkt zich tegenwoordig haast dood, omdat ook het distributiebedrijf heelemaal door hem gevoerd wordt. Hij werkt van ’s ochtends half zeven tot ’s avonds half tien. Hij wordt in zijn taak bijgestaan door zijn niet zeer ontwikkelden zoon. Voor hem aangeboden hulp door eene goede geschoolde kracht heeft hij tot nu toe bedankt. B. en W. waren van meening, dat hij hoopt, dat zijn zoon hem op den duur als secretaris zal opvolgen; zou er eene geschoolde kracht komen, dan zou die bij eene eventueele vacature zijn zoon verdringen; daarom moet die geschoolde kracht geweerd worden!

Haps kan het Peelwater niet voldoende in de richting van Mill lossen; in Haps zijn de waterleidingen prachtig in orde; ook de Raam heeft onder Mill voldoende capaciteit. Daar is echter eene verbindingssloot tusschen Haps en de Raam slecht in orde en met veel te weinig waterafvoerend vermogen. Haps kan maar niet gedaan krijgen, dat Mill die sloot in orde maakt. Van den Hoek, wethouder van Mill, heeft in de buurt van die sloot gronden, welke in waarde zouden verminderen, wanneer die sloot in orde kwam.

Werkers bij Rozenkwekerij Verschuren, ca. 1919Werkers bij Rozenkwekerij Verschuren, ca. 1919

De rozenkweekers Verschuren zullen ± 10 H.A. in gebruik hebben; de oude Verschuren werd zwakzinnig en trok zich uit de zaken terug; zijn zoons beheeren thans het bedrijf; schappelijke menschen, met wie zeer goed is om te komen. De oud-burgemeester Mooren is dood; hij liet 4 ton na, gelijkelijk verdeeld tusschen 23 neven en nichten; de kerk, de armen enz. kregen niets. Zijn neef Frans Mooren, die al jaren lang bij hem inwoonde, is thans lid van den Raad; B. en W. prijzen hem zeer.

Voortdurend worden broekgronden op langen termijn in kleine perceeltjes verhuurd; op die manier zullen binnenkort weer ± 20 H.A. voor 25 jaren verpacht worden. De gemeente ontgint zelf geen gronden; wel legde zij hier en daar wisse aan, welke er zeer goed groeit en goede finantieele resultaten geeft, wanneer die niet van een zeker soort kleine kevertjes te lijden heeft. Een perceel, dat men om die kevertjes verloren waande, en daarom met 400 opgaande wilgen boomen toe pootte, bracht in 1917 f. 700 aan wisse op!

Door inwoners van Haps is buitengewoon veel gesmokkeld; volgens de Commiezen waren de pastoor en de burgemeester de eenigen die niet smokkelden!

Vanuit Cuijk bezocht ik den 30 Mei 1922 de gemeenten Haps en Linden. Het Limburgsche Groene Kruis wil eene groote drinkwatervoorziening tot stand brengen voor Noord Limburg en Oostelijk Noordbrabant. De prix-d’eau zou in Haps moeten komen. Men is druk bezig daar boringen te doen; tot op 85 M. diepte. Men heeft van de gemeente een terrein gehuurd, deels tegen f. 30 – deels tegen f. 80 de H.A. met recht van aankoop gedurende 3 jaren, respectievelijk tegen f. 600 en f. 1.200 de H.A., benevens nog een slecht bosch tegen f. 1.000 de H.A. Ingenieur Noordman (Noorman?) leidt de werkzaamheden; hij was vroeger werkzaam bij de Waterleiding Mij van Jenny Weyerman in West-Brabant.

Burgemeester H. van Deursen, 1902-1925Burgemeester H. van Deursen, 1902-1925

Ter mijner audientie verschenen a. het raadslid Arts, en b. de wethouders Mooren en Teunissen; allen hadden klachten tegen burgemeester Van Deursen. Hij neemt cadeaux van de menschen aan; hij maakt misbruik van sterken drank; hij werkt als voorzitter van de kiesvereeniging uitsluitend in zijn eigen belang, en doet niets meer - belegt bijv. geen vergadering of komt daar niet - wanneer daarmede voor hem persoonlijk geen voordeelen te behalen zijn. Door zijn gedrag heeft hij niets te zeggen over den secretaris Selten, die veel misbruik maakt van sterken drank, en nog korts in den Raad zóó dronken was, dat hij de notulen van de vorige vergadering niet kon lezen.

Over alle deze klachten den burgemeester in tegenwoordigheid der wethouders ter verantwoording geroepen; hij gaf vrijwel alle feiten toe, behalve het aannemen van cadeautjes, dat was in geen half jaar meer gebeurd! Bij handslag heeft burgemeester mij beterschap beloofd; hij zal geen enkelen druppel sterken drank meer gebruiken; alleen nog maar van tijd tot tijd een enkel glaasje bier! Ik hoop, dat mijne vaderlijke berisping eenig nuttig effect moge hebben.

Er is weinig partijschap in Haps; geen rancune omdat twee Raadsleden uitgeworpen werden. Verordening tot bescherming van waterleidingen werkt goed, van de verplichting tot afrastering wordt ontheffing verleend aan hen, die de waterleiding zelve willen in orde houden. Doen ze dat dan niet goed, dan wordt ontheffingsbesluit ingetrokken en volgt een proces-verbaal. Gemeenteverslag 1920 was slordig en onvolledig bewerkt. In stoomzuivelfabriek wordt de melk verwerkt van 500 koeien uit Haps en van 200 uit naburige gemeenten. Aan afzonderlijke boekhouding gemeentelijk bezit heeft burgemeester sinds 1915 niets meer gedaan; hij zal die weer geheel bijwerken.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.