skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

De Commissaris van de Koningin over Stiphout

BHIC
BHIC Bhic
vertelde op 2 april 2009
bijgewerkt op 7 augustus 2018
Tussen 1894 en 1928 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij. Dit had hij in al die jaren over Stiphout te melden:

Nieuwsgierig naar zijn handgeschreven tekst? Lees die dan hier.

Stiphout

Den 24sten. Augustus 1897 bracht ik een bezoek aan Stiphout; ik reed van Helmond over Rixtel, Aarle, Beek, Donk en Lieshout naar Stiphout en van daar weer naar Helmond. Gelukkig dat den koetsier den weg goed wist; want in al die zandwegen (in Stiphout is geen enkele harde weg) is veel kans om te verdwalen. Onder klokkengelui kwam ik voor het gemeentehuis, alwaar ik, behalve B. en W. nog een paar raadsleden vond. Met den burgemeester was het althans mogelijk een geregeld gesprek te voeren; de 4 anderen waren slaperige boeren, uit wie geen woord te halen was.

Stiphout is zeer arm; vooral de kleine boer heeft het hard te verantwoorden, doordat hij bijna van niets geld maakt. Om in het noodige levensonderhoud te voorzien, is hij gedwongen zijne vrouwen en kinderen naar de fabrieken te Helmond te zenden. Al laten de Helmondsche fabrikanten de vrouwen en kinderen een uur vroeger vertrekken dan het overige personeel, blijft het toch zeer ongewenscht, dat die allen des winters in donker dien langen weg (een uur) moeten afleggen. Daaraan is evenwel niet veel te veranderen. De kinderen beuren geld, betalen bij hunne ouders kostgeld, hebben altijd geld op zak, maken op Zaterdag en Zondagavond betrekkelijk groote verteringen, en zijn soms reeds op jeugdigen leeftijd aan drank verslaafd.

In Stiphout ligt het kasteel van Croy. De laatste freule van Croy werd twee jaar voor haar overlijden Katholiek, en vermaakte het kasteel met negen boerderijen aan den algemeenen arme. Op het kasteel zijn thans oude mannen en vrouwen gevestigd, onder leiding van geestelijke zusters en van een rector. De burgemeester vertelde mij, dat het z.i. zoo tegen het belang van den arme was, dat die boerderijen altijd publiek moesten worden verhuurd, daardoor kreeg men vaak hoogst ongewenschte pachters, en bovendien dikwijls menschen, die meer beloofden, dan zij geven konden. Hij meende, dat het belang van den arme medebracht, om somtijds te mogen afwijken van den regel van publieke verpachting, en in zoo’n geval de plaats te mogen geven aan iemand, die waarborgen bood in zijn persoon voor eene behoorlijke verzorging van den grond, en voor het betalen van een redelijke pachtprijs.

Op mijne audiëntie verscheen niemand dan de pastoor, een gemoedelijk oud man, die zijn leven bij zijne Stiphoutsche kudde wil eindigen. Hij heeft eene zeer mooie kerk; van de spreekwoordelijke “Stiphoutsche kerk” (kerk zonder eenig heiligenbeeld) is thans heel geen spraak meer. Midden in het veld te Stiphout staat een reusachtig steenen gevaarte, laatste overblijfsel van den toren van een oude roomsche kerk; in 1884 sloeg de bliksem in dien toren; het dak en de spits verbrandden toen, terwijl de klokken smolten.

Toren van de oude St. Trudokerk (Uitgever: Foka, bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)Toren van de oude St. Trudokerk (Uitgever: Foka, bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven) De St. Trudokerk, gebouwd in 1883-1884 (Collectie Provincie Noord Brabant, 1989)De St. Trudokerk, gebouwd in 1883-1884 (Collectie Provincie Noord Brabant, 1989)

De toestand van de zandwegen was niet best; de zandweg van Lieshout naar Stiphout was slecht; de zandweg van Stiphout naar Helmond was redelijk. Volgens mijn koetsier was die laatste weg nu pas te mijner eer bijzonder in orde gemaakt. De administratie van den gemeente-ontvanger gaf geen aanleiding tot bemerkingen, behalve deze, dat de schoolgelden door hem rechtstreeks collectief geboekt werden in het journaal. De witte vlakken in de registers van den burgerlijken stand waren niet aangestreept. Er was geen alphabetische klapper op de bevolkingsregisters; wel een huizenregister.

Het eerste raadhuis (foto 1925-1931, bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)Het eerste raadhuis (foto 1925-1931, bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)

Den 12 Mei 1902 kwam ik weer in de gemeente. Ik reed van Helmond naar Stiphout; vervolgens naar Lieshout, alwaar ik na lang dwalen door de zandwegen aankwam; vandaar reed ik over Aerle naar Helmond terug. Ik vond op het Raadhuis den geheelen gemeenteraad; deze is zeer verdeeld over de richting van den te verharden weg van Helmond over Stiphout naar Nuenen. Twee raadsleden Manders en Verhagen) wilden de richting, gelijk die door de Provinciale Staten gevoteerd is. Persoonlijk hebben ze daarbij geen belang: Verhagen woont op Geeneind, Manders in de kom van het dorp.

De burgemeester met 4 raadsleden wilden eene andere richting en hoopten daarvoor bij mij steun te vinden. Ik heb de heeren gezegd, dat ik geen partij koos voor de eene of de andere richting, maar dat ik wenschte, dat waar zulk een groot werk van algemeen belang – als deze weg ongetwijfeld was – zou tot stand komen, - dat zulks mocht geschieden met algemeene instemming; dat dat toch nooit een twistappel mocht worden in de gemeente. Ik gaf daarom in overweging, om de quaestie aan de Staten ter beslissing voor te leggen, en om zich vooraf te verbinden, om, hoe ook de beslissing der Staten mocht uitvallen; die eerlijk te zullen opvolgen en uitvoeren. Men scheel wel genegen, naar mijn raad te luisteren.

Pastoor Van de Ven, pastoor van 1882-1919 (bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)Pastoor Van de Ven, 1882-1919 (bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)

Op mijne audiëntie verscheen P.J. de Kok, een bakker. Hij kwam pleiten voor den weg, zooals de Staten dien gevoteerd hadden, en beweerde, dat Pastoor Van de Ven, sinds 20 jr pastoor in Stiphout, oorzaak was, dat men nu den anderen weg wilde. De Pastoor zou den burgemeester omgepraat hebben. Het raadslid Verhagen pleitte voor een weg van Stiphout over Geeneind naar Lieshout; daaraan had z.i. de gemeente veel meer dan aan een weg van Stiphout, door de onbewoonde heide, naar Nuenen.

Langs den gevoteerden weg staan onder Mierlo een pr huizen; aan de Zwapoelstraat (den weg van de 5 raadsleden) staan onder Mierlo geen huizen. Vandaar, dat Mierlo alleen den gevoteerden weg wil. Helmond trekt in de quaestie geen partij: de Zwapoelstraat vormt over een zeer groot gedeelte de scheiding tusschen Helmond en Stiphout.

De kerk te Stiphout werd gesticht met geld van wijlen pastoor Kuypers, afkomstig uit Stratum. Deze liet f. 150.000 na, om daarvoor eene kerk en een liefdehuis te bouwen; zijn opvolger volbracht dien last.

Het liefdesgesticht waarin de meisjesschool was gehuisvest (bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)Het liefdesgesticht waarin de meisjesschool was gehuisvest (bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)

De veldwachter dronk vroeger nog al; in den laatsten tijd minder, ik heb hem hierover onderhouden. De gemeente-eigendommen zijn wel uitgestrekt, maar zijn niet veel waard. De bosschen zijn over het algemeen slecht. Winter en zomer heeft men twee vaste arbeiders aan het werk, die geregeld grond omzetten, bosch aanleggen enz. en f. 0,60 daags verdienen. Over de geneeskundige diensten van Dr. Roupp uit Nuenen is men zeer tevreden; evenzo over den veearts Biermann uit Helmond.

Den 12 April 1905 kwam ik weer in Stiphout. Vanuit Eindhoven bezocht ik dien dag Zes Gehuchten, Mierlo en Stiphout, en reed vandaar naar Helmond. Ter audientie had zich slechts aangemeld een zekere v.d. Reek, die gaarne vergunning had in zijn café; hem den weg gewezen om tot vervulling van zijne wenschen te geraken. De burgemeester Van Oorschot en de wethouder Manders zijn overleden; ik werd ontvangen door den wethouder Marceelissen, en de 4 raadsleden Royakkers, Van den Heuvel, Adriaans en Vermulst. Met die 5 boeren zat ik langen tijd te praten, vooral over de vervulling van de burgemeestersvacature, waartoe zij gaarne den secretaris Sprengers benoemd zagen.

Sprengers is gehuwd met eene dochter van een broer van het Raadslid Vermulst, en moet dus Oom tegen hem zeggen. Sprengers is van Stiphout geboortig; zijne moeder was daar brievengaarder; hij werd toen brievenbesteller in Deurne, en werd twee jaar later benoemd tot secretaris van Stiphout. De secretaris van Nuenen, v.d. Nieuwenhoff heeft hem toen een jaar of drie geholpen. Op mijne vraag, of Sprengers, die niet van boerenouders stamt, in staat zou zijn om de stichting “Geloof, Hoop en Liefde” van freule Van der Brugghen van Croy mede te administreeren, antwoordden de raadsleden eenstemmig van ja.

Terwijl burgemeester Van Oorschot ziek was, dus gedurende de laatste 2½ jaar, had Sprengers voor Van Oorschot de pen gevoerd, en de administratie op papier gevoerd; voor het werkelijke beheer was Van Oorschot zoowel vóór als tijdens zijn ziekte, geholpen geworden door de drie burgerlijke armmeesters, de Raadsleden Royakkers en v.d. Meulen, en den ontvanger Verstappen. Wie ook burgemeester wordt Sprengers of een ander, de tijdelijke burgemeester zou, als beheerder van Croy, steeds geholpen en gesteund worden door de leden van het burgerlijk armbestuur.

Omtrent den weg Helmond-Stiphout-Gerwen vernam ik, dat Sengers, de burgemeester van Aarle Rixtel, de groote tegenstander geweest was van de tegenwoordige richting, dat hij daarin gestookt en gewerkt had, en de gemeente op stelten had gezet; en dat eerst, toen hij zijne oppositie gestaakt had (naar men meende, zou ik hem daartoe hebben gebracht!) de rust en de vrede in de gemeente waren terug gekeerd. De Raad had nooit eene andere richting voor den weg gewenscht, dan die, welke nu gevolgd werd; twist of verdeeldheid bestonden daarover niet meer in de gemeente.

Bij de onteigening van de gronden voor den weg lieten de landbouwers uit Stiphout zich gemakkelijk vinden; maar vooral voor plantrecht lieten sommigen van buiten de gemeente zich buitensporig betalen: Verkuylen, ontvanger te Schijndel kreeg f. 198; Sengers, burgemeester van Aarle Rixtel f. 175; en Mommersteeg = Covels te Vlijmen f. 175. Die bedragen zouden, in verhouding tot het afgestane recht, ongeloofelijk hoog zijn geweest. Intusschen, wat daarvan zij, ondanks alle moeielijkheden zal de weg er komen; de weg is aanbesteed; de aarden baan is bijna gereed.

Ik vernam nog de volgende bijzonderheden omtrent den overleden burgemeester Van Oorschot: deze was in zijne jonge jaren bouwknecht op Croy; hij had het volle vertrouwen van de freule, en werd later haar rentmeester. Bij testament vermaakte zij hem eene boerderij; zij stierf voor ± 30 jaren. v. Oorschot kende dus Croy als zijn zak, en was den pastoor een machtigen steun bij het besturen van de stichting.

Kasteel Croy, oa gebruikt als liefdegesticht, ca. 1915 (bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)Kasteel Croy, oa gebruikt als liefdegesticht, ca. 1915 (bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)

In het kasteel huizen thans 7 of 8 zusters uit Tilburg onder een rector; meestens mogen er 30 verpleegden zijn, 20 uit Stiphout en 10 uit Aarle. Als plaatsen vanuit Stiphout niet kunnen worden aangevuld, dan mogen ze tijdelijk door lieden van uit Aarle worden ingenomen. Het huishouden op Croy moet bestaan uit opbrengst van schaarhout en eikenboomen, uit de landhuur van 9 boerderijen, uit de opbrengst van eene door de bewoners zelve gedreven boerderij (4 koeien en 1 paard). Belangrijke zaken (bijv. het verkoopen van een paard) kunnen niet geschieden zonder toestemming van de armmeester.

Den 26 Mei 1909 kwam ik weer in Stiphout. Vanuit Helmond ging ik eerst naar Lieshout, toen naar Aarle Rixtel en eindelijk naar Stiphout. Van daar retourneerde ik naar ’s Bosch. Het gaat den boeren, een drietal groote boeren uitgezonderd, nog niet best; vooral door de hagelslag in 1908 werden de meeste landbouwers zwaar getroffen. Desniettegenstaande zijn er nog maar zeer enkele boeren, die zich verzekerd hebben tegen hagelslag.

Er gaan nog steeds veel menschen in Helmond werken; naar schatting ± 150, waarvan de helft meisjes. Op de moraliteit heeft dat tot nu toe geen merkbaar slechten invloed. Van Brunschot uit Nuenen opende sinds kort eene fabriek voor gebreide ondergoederen in Stiphout; hij stelde daar voorloopig een twintig meisjes te werk. Men hoopt, dat die fabriek zich zal uitbreiden, en daardoor vele meisjes niet meer naar Helmond zullen behoeven te gaan om haar brood te verdienen.

De burgemeester heeft mij beloofd een uitvoerigen staat aan te leggen omtrent de exploitatie der gemeentelijke bezittingen. Het onderhoud der waterleidingen kost thans aan de gemeente ± f. 90; men vindt dat bedrag erg hoog, voor eene berooide gemeentekas.

De Dorpsstraat (foto 1920-1930, bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven) De Dorpsstraat (foto 1920-1930, bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)

Met B. en W. even naar de openbare school wezen kijken; deze wordt binnenkort afgebroken en vervangen door een ander lokaal, dat echter wat achteruit geplaatst wordt, zoodat tijdens de verbouwing in de oude school les kan worden gegeven. Ook de woning van het hoofd der school wordt vernieuwd; men rekent op 100% van het Rijk.

De administratie voor het gesticht van de freule Van der Brugghen van Croy geeft aan den burgemeester veel werk; aan het kasteel komen thans groote onderhoudskosten; daar is in geen jaren iets aan gedaan; ook de negen boerderijen vragen hooge onderhouds bedragen. De vroegere kapelaan van St. Jan, Nielen, de latere pastoor van Kaatsheuvel, is daar thans nonnenrector; na zijn val te Kaatsheuvel heeft de Bisschop hem ten slotte dus toch maar weer in genade aangenomen.

Den 26 Maart 1913 kwam ik weer in Stiphout. Ik had tevoren vanuit Helmond per auto Mierlo bezocht; later ging ik nog naar Aarle Rixtel. B. en W. klagen zeer over de finanties der gemeente; men kan niet rondkomen; de hoofdelijke omslag bedraagt reeds f. 1.000; verzoek om Rijkssubsidie in kosten onderwijs is afgewezen; men weet geen raad, hoe zich te redden.

Gemeente heeft uitgebreide bezittingen, maar die zijn nog te slecht voor boschcultuur; men liet door Heide Maatschappij een ontwerp maken voor aanleg van 6 H.A. tot natuurweide; de vermoedelijke resultaten zijn van dien aard, dat men het niet aandurft. Geraden, zich met Staatsboschbeheer in verbinding te stellen; men vreest de onkosten voor den lateren boschwachter; getracht, B. en W. te dien opzichte gerust te stellen; in ieder geval kan men dienaangaande bepaalde inlichtingen aan Staatsboschbeheer vragen, alvorens eene definitieve beslissing te nemen.

Aan onderhoud waterleidingen besteedt men veel zorg; het kost niet veel, doordat de menschen op verzoek van B. en W. kosteloos komen werken; geen hand- en spandiensten; het gaat te goeder trouw, op een eenvoudig verzoek van den burgemeester.

Dr. Raupp uit Nuenen, 1897-1919 (bron: Heemkundekring 'De Drijehornick')Dr. Raupp uit Nuenen, 1897-1919 (bron: Heemkundekring 'De Drijehornick')

Dr. Roupp uit Nunen is gemeentedoctor; men loopt erg met hem weg; gemeente betaalt hem voor de vaccinatie f. 1,- per kind; voor de rest wordt hij betaald door armbestuur. Veldwachter gedraagt zich tegenwoordig vrij goed; misbruik van drank maakt hij niet meer. Hoofd der school behaalde de landbouwakte; zal het volgend jaar beginnen met het geven van een landbouw cursus.

De stichting Croy ontlast armbestuur van veel armenzorg; de alleen loopende personen worden daar onder dak gebracht; het komt nooit voor, dat de 30 plaatsen bezet zijn; op het oogenblik zijn er uit Stiphout en Aarle samen niet meer dan 15, met 8 zusters. Rector Nielen is niet meer daar; hij ging zoogenaamd op familiebezoek naar zijn zwager Van der Steen te Veghel en kwam niet weer terug. Hij werd als Rector vervangen door kapelaan Metten, afkomstig uit Den Bosch, laatstelijk kapelaan te Luyksgestel.

Freule Van der Brugghen van Croy maakte hare stichting ten bate van den burgerlijken arme. Men heeft finantieele moeielijkheden; in 1912 woei eene boerderij in elkaar, en moest vernieuwd worden; dat kostte veel geld. Bovendien kost het onderhoud van het kasteel veel geld; maar men verzekerde mij plechtig, dat men er nooit toe zou overgaan om het kasteel te verkoopen. De drie armmeester zijn op het moment de twee wethouders en de gemeente-ontvanger; de laatste is regeerend armmeester.

Er is bijna geen industrie in Stiphout; op de fabriek van v. Brunschot werken 7 meisjes; maar er zijn nogal eenige tehuiswerksters voor gezegde fabriek. Deze laatste kunnen wekelijks hoogstens f. 6,- halen; de fabrieksarbeidsters gemiddeld niet meer dan f. 4,-. Heel veel menschen, ruim 150, gaan in Helmond en omgeving op de fabrieken werken; voor zooverre men kan nagaan heeft dat geen slechten invloed op de moraliteit.

Het gaat den boeren vrij goed; de arbeidskrachten zijn te duur; daarom trouwen de menschen weinig, en blijven met broers en zusters bij elkaar zitten. Zij zijn thans verzekerd tegen hagelslag; meestal tegen hooge premie bij den Boerenbond.

Den 25 Juli 1918 bezocht ik Aarle. Stiphout en Mierlo. Burgemeester Sprengers is de man niet, om de gemeente vooruit te brengen; van hem gaat geen initiatief uit om den Raad tot besluiten te brengen, welke de gemeente finantieel tot bloei kunnen brengen. Hoewel het hoofd der school de landbouwakte heeft, wordt er geen landbouwcursus gegeven.

De gemeente heeft een bezit van 372 H.A. heide gronden. Er wordt niets gedaan om die gronden productief te maken. Het is wel jammer, omdat de geheele raad uit landbouwers bestaat; deze zouden, mits behoorlijk voorgelicht en verstandig geleid zeker willen medewerken tot verbetering en ontginning van de gronden. De Heer Born, opzichter van de Heidemaatschappij, had jaren geleden met den burgemeester de heide geïnspecteerd, en toen als zijn gevoelen doen kennen, dat er geen groote terreinen aanwezig waren, geschikt voor grasland. Daar is het bij gebleven. Met het Staasboschbeheer wilde men niet gaan ontginnen, omdat er dan later een opzichter komt, die voor de verpleging der bosschen zorgt.

Ik heb getracht, de Heeren aan hun verstand te brengen, dat het eenige middel, om tot verbetering van de finantiën te komen, bestond in de exploitatie van de heidegronden. Er is veel partijschap in Stiphout; vooral bij de stemmingen voor den gemeenteraad komt dat sterk uit. Op den duur zullen de boeren het verliezen, en door de fabrieksarbeiders uit den Raad gedrongen worden.

De zoon van burgemeester Sprengers nam vroeger de secretarie te Stiphout waar; hij is thans ambtenaar ter secretarie van Helmond, en heeft, hoewel hij in Stiphout is blijven wonen – hij is gehuwd en heeft zich in Stiphout een aardig huisje gebouwd – weinig tijd, om zijn vader nog te helpen.

De boerderij van Habraken (bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)De boerderij van Habraken (bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)

De distributie geeft veel werk; een ingezetene van Stiphout, een jongen die voor boekhouder studeert, is directeur van het distributie bedrijf op f. 800. Het gaat den boeren van Stiphout slecht; de menschen zijn arm; geen derde part woont op eigen boerderij. Stiphout ligt onder heerlijk jachtrecht; eigenaar van dat heerlijk jachtrecht is de stichting van Croy; nu laatstelijk (in 1918) werd het verhuurd aan Wesselman van Helmond voor f. 850 per jaar.

Den 20 Mei 1922 bezocht ik vanuit Helmond de gemeenten Lieshout en Stiphout. Geen woningnood; gemeente deed niets. Er werd ook geen enkel huis met Rijkspremie gebouwd; er kwamen geen aanvragen voor in. Er werden twee nieuwe Raadsleden gekozen; de twee wethouders werden afgestemd. Er zijn thans meerdere arbeiders-raadsleden.

Het gemeentelijk bezit brengt zoo goed als niets op door de inertie van den burgemeester. Tijdens den oorlog had men uit de slechte bosschen zeker f. 15.000 aan brandhout kunnen maken. Men deed niets. Thans is hetzelfde hout onverkoopbaar. Men liet in 1921 acht H.A. ploegen enz. om te haveren en er dan grasland van te maken. Dat kostte f. 1.600. Thans durft men niet verder te gaan, en durft men die gronden niet te bezaaien, uit vrees voor de kosten; men laat ze nu renteloos liggen. Gebeurt er niets, dan worden die gronden weer heide. Men zou ze gaarne verkoopen.

De waterleidingen zijn goed in orde; men liet ze door de werkeloozen in orde maken. Twee brandspuiten; ze zijn niets waard. De geweren van de burgerwacht stonden in de Raadszaal. Men heeft geen schietbaan. Nu zal de burgerwacht rustend worden! 16 geweren blijven in Stiphout; drie worden dan opgeborgen op den zolder bij de Zusters! De rest zullen worden ingepakt en teruggezonden aan de legeradministratie.

De plaatselijke industrie – twee kousenfabrieken – werken druk; tal van meisjes werken daar. Er gaan 150 menschen in Helmond werken, waaronder 6 meisjes. Deze meisjes staan moreel niet lager dan die, welke op de kousenfabrieken in de gemeente werken; ze deugen geen van allen! Het gaat den klompenmakers slecht; sommigen werden weer fabrieksarbeider.

Gemeente wil zich bij Staatsboschbeheer aansluiten; kan daarvoor jaarlijks niet meer dan f. 500 beschikbaar stellen; in 1920 aangevraagd; de zaak is nog niet in orde; de te bebosschen gronden moeten nog worden uitgezocht. De indruk dien de burgemeester maakt, is meer dan bedroevend; hij kan zeker niet herbenoemd worden.

Stiphout kan m.i. niet blijven bestaan. Het ware m.i. het meest gewenscht dat de kom, waar de meeste arbeiders wonen, bij Helmond kwam, en de rest, Croy en Kruisschot, waar de landbouwers wonen, bij Aarle of Lieshout gevoegd werd.

Het tweede raadhuis van Stiphout, met rechts nog het eerste, 1931 (bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)Het tweede raadhuis van Stiphout, met rechts nog het eerste, 1931 (bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)

Den 25 Juni 1928 bezocht ik Stiphout en Lieshout. Er werd een nieuw Raadhuisje gebouwd; architect was Rochussen uit Helmond. Het schijnt mij zeer voldoende voor de gemeente Stiphout. De belastingen zijn buitengewoon hoog, en moeten misschien nog hooger worden. Men ziet alleen uitkomst wanneer heel Stiphout bij Helmond komt, dan wel de arbeiders bij Helmond en de boeren bij Aerle.

Van de raadsleden zijn er 4 arbeider, 3 boer; de arbeiders zijn dus baas. Er gaan dagelijks 130 arbeiders – waarvan 45 meisjes – in Helmond werken. Het gaat den boeren vrij goed; niet meer dan 25% wonen op hun eigen; slechts twee boeren hebben hunne boerderij vrij.

De stichting Croy heeft thans elf boerderijen verhuurd, en exploiteert bovendien eene boerderij; er werden nl 75 H.A. aan Helmond verkocht; voor de opbrengst werd eene boerderij gekocht. Het jaar tevoren was ook al uit de opbrengst van verkochten grond eene boerderij gesticht. Voor 3 jr met Staatsboschbeheer gecontracteerd voor bebossching van 125 H.A. Jaarlijks worden 10 tot 12 H.A. beboscht.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.