De Dochters van de H. Geest ofwel de ‘Filles du Saint Esprit’ houden zich bezig met kleuteronderwijs, lager onderwijs, onderwijs in vrouwelijke handwerken en ziekenverpleging. Hun oorsprong ligt in het laat-zeventiende-eeuwse Frankrijk, in Légué, een Bretons havenstadje aan de baai van Saint-Brieuc.
Daar zetten twee vrouwen van eenvoudige komaf zich in voor de opvang van armen, zieken en straatkinderen, in het bijzonder van meisjes. Toen anderen zich bij hen aansloten, ontstond er een gemeenschap, begeleid door de priester Jean Leuduger. In 1706 stichtte hij officieel de congregatie. De vrouwen leefden volgens de Regel van Augustinus, door Leuduger enigszins aangepast.
Als gevolg van het antiklerikalisme in Frankrijk van rond 1900 weken de Dochters, net als vele andere congregaties, uit naar het buitenland en kwamen onder meer in Schinnen (L.) terecht. Vandaaruit werden ze door de Bergeijkse pastoor Krieken gevraagd het lager onderwijs in zijn parochie op zich te nemen.
Bergeijk (klooster ’t Loo) bleef hun enige vestiging in Noord-Brabant, net zoals Schinnen verder de enige andere vestiging in Nederland is gebleven. Buiten Nederland is de congregatie zeer verspreid in Noord-Amerika en thans ook werkzaam in Nigeria en Kameroen, Frankrijk, België en Engeland.
Daar zetten twee vrouwen van eenvoudige komaf zich in voor de opvang van armen, zieken en straatkinderen, in het bijzonder van meisjes. Toen anderen zich bij hen aansloten, ontstond er een gemeenschap, begeleid door de priester Jean Leuduger. In 1706 stichtte hij officieel de congregatie. De vrouwen leefden volgens de Regel van Augustinus, door Leuduger enigszins aangepast.
