Als je wandelt rondom kasteel Stapelen dan zie aan de achterkant het duiventorentje. Van de meeste duiventorens zijn geen schriftelijke gegevens bekend, zo ook niet van die bij het kasteel.
Wanneer de ouderdom van duiventorens niet uit bronnen bekend is, wordt deze meestal op stilistische gronden bij benadering aangegeven. De precieze bouwdatum van kasteel Stapelen is niet bekend. De oudste vermelding stamt van eind 13de eeuw.
De duiventoren van kasteel Stapelen (foto: Bert Broekman, 2021)
Jammer genoeg heb ik nooit een duif op het torentje gezien, dat geldt ook voor het Groot Duyfhuijs in Liempde. Duifhuizen zijn in meeste gevallen bedoeld als utiliteitsgebouwtjes, maar in de kastelentijd waren ze van levensbelang. De paters Assumptionisten hadden wel wat anders te doen dan duiven houden. Ze waren immers lang van huis en werkten over de hele wereld.
Als doorgewinterde duivenmelker kijk ik er bij het voorbijgaan altijd naar. Een duiventoren binnen een kasteelgracht was in vroegere tijden heel belangrijk. Denk maar aan berichtgeving buiten het kasteel, of als je weken of maanden belegerd werd.
Als sinds mensenheugenis wordt de duif als huisdier gehouden. Het dier leverde niet alleen smakelijk vlees, maar gaf ook hoogwaardige mest voor de landbouw. Er was in die tijd meestal alleen gezouten vlees. Een verse duif was dan een welkome afwisseling. In de achttiende eeuw schrok men kennelijk niet van een gerecht met duif en haring.
Kasteel Stapelen met links de duiventoren (foto: Bert Broekman, 2021)
Dit verhaal verscheen eerder in de MooiBoxtelKrant van1 maart 2017.
