Hallo Henri,
De plek waar je huis staat, was vroeger onze boomgaard, we hadden appels, peren, kersen, perzik bomen (merketons). En er stonden bessen, en kroesel struiken (=kruisberen).
Daar achter lag onze groentetuin, die liep tot aan de Dommel.
Het was de tijd van Arendsoog en Witteveder, die spannende jongens boeken, en er was ook nog Kuifje.
Ieder van ons had zijn eigen vrienden en vriendinnen, en die waren allemaal welkom bij ons thuis.
We hadden geen computer of mobiele telefoon, maar we vermaakten ons prima, bv.: buiten spelen, hinkelen, pindollen, landje veroveren, knikkeren, hoepelen, verstoppertje spelen, we klommen in de kersenboom, en bouwden hutten.
In de zomer gingen we naar het zwembad in de Kienehoef, en in de winter gingen we schaatsen, op de vijver, of op de Dommel.
We droegen onze bootjes om de hals, (dat waren schaatsen, die je onder je schoen met veters vast maakte. Ze zaten er meer langs, dan eronder, die veters waren helemaal bevroren.
Ja. het was een levendige straat, zoals Adrie v.d. Brand zo goed omschreven heeft.
Al die winkels zijn me bekend.
Wat grappig is, Henri, dat jullie kinderen naar dezelfde school gaan als wij vroeger, toen was er een aparte jongens- en meisjes-school.
Nu, in deze tijd (2009) hebben we ook alle electronische snufjes, we gaan met de tijd mee, dat moet, zeggen ze.
Maar als ik voor ons ouderlijk huis sta, komt alles weer boven van hoe het vroeger was, niet, dat vroeger alles beter was, maar met heimwee denk ik dan toch daaraan terug.
Veel lieve groetjes, Tante Annie.