Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Het aantal kapitaalkrachtigen was op één hand te tellen, waaronder de puissant rijke boerenfamilie Den Dekker, woonachtig in het buurtschap Nieuwendijk. Mogelijk dat we in deze familie de autoliefhebber moeten zoeken.
Nieuwendijk kende in de tweede helft van de negentiende eeuw landelijke bekendheid in protestantse kringen door de aanwezigheid van een chique internaat. Vanuit het hele land werden jongens van rijke, gereformeerde ouders naar deze kostschool gestuurd. Ze moesten - behalve de normale uitrusting – ook een zilveren bestek meenemen alsmede drie kostuums: één voor doordeweekse dagen, één voor de zondag en één voor wandelingen. Inderdaad een school voor de betere kringen.
Herenboer Arie den Dekker was de oprichter en financier van deze onderwijsgelegenheid. Maar hij is niet degeen die in 1905 een rijkskenteken aanvraagt, hij overleed namelijk al in 1894. Het valt overigens te betwijfelen of het bezit van een auto überhaupt wel gestrookt zou hebben met zijn geloofsopvattingen.
Arie den Dekker liet twee kinderen na: een dochter Amalia en een zoon Dionysius. Afgaande op de initialen is het theoretisch denkbaar dat Amalia de eigenaresse was van de auto met het kenteken 1627 - in 1905 is ze nog in leven - maar waarschijnlijk is het niet: een streng gelovige vrouw achter het stuur zou in die kringen en in die tijd ronduit schokkend zijn geweest.
Haar broer Dionysius kan evenmin de kentekenhouder zijn geweest, maar zijn levenswandel biedt wel nieuwe openingen: die was namelijk geheel afwijkend van die van zijn vader en zuster. Dionysius kreeg hoogoplopende conflicten met de gereformeerde kerkenraad en brak uiteindelijk geheel met de kerk. Illustratief voor zijn bijzondere levensstijl was zijn reactie op een te hoge belastingaanslag door de gemeente Almkerk: hij liet zijn huis in Nieuwendijk afbreken en steen voor steen weer opbouwen in het naburige Andel waar geen belastingen werden geheven.
Dionysius krijgt in 1879 een zoon, Arie. En het is waarschijnlijk deze Arie die op 26-jarige leeftijd als inwoner van Almkerk (hij woonde bij zijn tante in Nieuwendijk) onder de naam A. den Dekker een kenteken aanvraagt voor zijn auto. Het merk is onbekend, we weten alleen dat het voertuig 3,36 meter lang was en 1,50 breed (in die tijd een stevige middenklasser) en op benzine reed.
Arie den Dekker moet een grote autoliefhebber zijn geweest want hij werd ook meteen lid van de Nederlandsche Automobiel Club (voorganger van de KNAC), een vereniging die zich ten doel stelde ‘het automobielwezen in Nederland te bevorderen’. Zijn passie voor auto’s blijkt ook in latere jaren. In 1906 - als de provinciale kentekens worden ingevoerd - heeft hij maar liefst drie nummerborden op zijn naam staan: N-4, N-5 en N-491. In 1909 komt daar nog een nummer bij: N-857. Verzamelaar, autohandelaar of had hij een transportbedrijf? We weten het niet. Wel is zeker dat hij 1910 wethouder is in Almkerk. Onder zijn bestuur wordt dan de weg Almkerk-Woudrichem erg verbeterd. Goed voor de lokale economie, maar ook voor zijn eigen wagenpark.
Het mes snijdt aan twee kanten.