
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Autobezitters zijn er nog niet, voor het vervoer naar Breda is men aangewezen op de eigen koets of op de wat minder chique ponytram, die je voor een dubbeltje naar de stad brengt. Kortom, Ginneken was een beschaafd dorp waar niet zo heel veel gebeurde.
'In 1902 meldt zich de eerste auto-eigenaar in Ginneken, Jo(h)annes Maria van der Drift (Schiedam 1874-1934). Hij noemt zich autofabrikant en heeft van de kort daarvoor overleden Jan Pieter Adolf, graaf van Limburg Stirum te Arnhem een 3,5 pk Belgische 'FN Victoria’ uit 1900 gekocht met de niet bijster grote afmetingen (2,83 x 1,49). Van der Drift krijgt ook het kenteken van wijlen de graaf, nummer 308.
De rust in het dorp wordt danig verstoord als in 1904 ene François Joseph Marie Colson een stuk grond koopt in het Ulvenhoutsebos en daar zijn intrek neemt in een kleine houten keet. De 26-jarige Frans beschikt over bijzondere gaven: hij kan zonder mensen aan te raken door hun lichaam kijken en zien aan welke kwalen ze lijden. Een wonderdokter dus.
Het duurt niet lang of de patiënten komen van heinde en verre naar Ginneken, de tramdienst beleeft gouden tijden. Soms behandelt hij wel zeventig patiënten per dag. Het zijn vooral Belgische goedgelovigen die van zijn diensten gebruik willen maken: hoewel Frans in Den Haag geboren werd, zal hij vermoedelijk ook Franstalig zijn geweest.
De zaken gaan zo goed dat de houten keet al snel te klein blijkt en wordt omgebouwd tot een groot zomerhuis.
Zelf gaat hij dan wonen in een herenhuis aan de Ulvenhoutselaan. In datzelfde jaar vraagt hij ook een rijksvergunning aan voor een automobiel. Op 6 september 1905 ontvangt hij kenteken 208. Merk en type van de auto zijn helaas onbekend. In 1906 krijgt hij het provinciale kenteken N-435.
In 1911 sterft Frans op 33-jarige leeftijd. Zijn begrafenis trekt veel belangstelling. Bewonderaars plaatsen een obelisk op zijn graf op het kerkhof van de Hervormde Kerk in Ginneken. Die gedenksteen staat er nu nog, als onvergankelijk bewijs dat oplichterij loont.