Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Toen hij weer thuis kwam, merkten we dat hij “burger”-Nederlands sprak; thuis werd boeres, Ujes gesproken. Moeke had graag foto’s als herinnering nu het gezin nog compleet was. Die werden toen op Den Hofpad en bij de plaatselijke fotograaf gemaakt. Een week van te voren bezocht Jan met zijn broers ‘s avonds nog de Ambachtschool in Veghel.
De broer die als boerenknecht in Volkel werkte, kwam op de vooravond van het vertrek na het melken naar huis. En de oudste zus, die in betrekking was bij een gezin in Nijnsel, arriveerde na een telefonisch verzoek pas laat per taxi. Een afscheidfeest was er niet en als kind beseften we niet wat zo’n vertrek voor de ouders betekende. Er werd tot op het laatst niet over zijn intrede gesproken. Vader had de misters en de zuster per briefje schoolvrij gevraagd op de zaterdagmorgen.
‘s Morgens werd gezamenlijk de H. Mis bijgewoond en daarna kregen we aan tafel een snee “Kersenmik,” het is geen drukfout! Marinus en ik hadden na de laatste kersenoogst de achtergebleven kersen geplukt, ontpit, gedroogd en bewaard en naar de bakker gebracht, een krentenmik was niet te koop. Als afscheid deelde Jan een persoonlijk geschreven prentje uit, voor mij op de voorzijde de afbeelding van St.-Agnes. Op de achterzijde een tekst in kleine letters:
“Ter herinnering aan mijn intrede in het klooster op 15 februari 1948 van Jan de Groot, bidt voor mij.” Het vertrek werd een dag eerder, een afscheid van het ouderlijk huis voor 2,5 jaar.
Een hand geven kende we niet, het was gewoon, hawdoe! Voor de ouders was het hun eerste kind, dat het ouderlijk huis verliet, een vertrek uit het gezin van twaalf gezinsleden waarvan de jongste nog geen vijf jaar was. Vader en Moeke vergezelden Jan die morgen. Ze reisden met de Vitesse autobus via Nijmegen met een overstap naar Arnhem. De magere bagage met de door vader gemaakte houten koffers. In het Missiehuis kreeg Jan de broedernaam Reinier, de naam van vader. Hij maakte kennis met pater Geurts, ook uit Uden. Het begin werd een zware beproeving.
Voor Moeke was er bij het opstaan geen verwarmde goeikamer meer, de Leuvense stoof waar Jan voor verzorgde. En Vader miste weer een werkkracht in het Werkhuis en het inkomen voor het gezin. Nog weer veertien maanden later vertrok ook de tweede broer.
Vanuit de timmerwinkel waren eerder al twee knechten vertrokken om te werken in Gods Wijngaard. In de dertiger jaren vertrok Antoon Manders uit Volkel en later Br. Josef van Heeswijk van buurtschap Hoenderbosch. Het Werkhuis leek wel op een noviciaat, maar ook Jezus verliet de timmerwinkel bij zijn vader.