Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Kata betekend naar beneden en pallein is slingeren. Die katapulten waren niet bescheiden van afmeting en kracht. Ze bombardeerden daarmee de vijand of vijandelijke stellingen op afstand.
Wij van de schrale Brabantse zandgrond hadden een geheel andere connotatie bij dat geleerde woord. Die brachten we ook tot uitdrukking in de spelling en uitspraak: kattepult, een naam die weinig vriendelijks voorspelt voor de felis silvestris (de kat). Ons woord met zijn suggestieve betekenis staat niet in De Dikke van Dale. Een duidelijke misser, vind ik.
Wij hadden dus de kleinere handkatapult. Veel praktischer dan die Grieks-Romeinse lompe apparaten. Ver voor die Grieken en Romeinen ons zouden hebben kunnen aanvallen met hun gesofistikeerd schiettuig, hadden wij hen allang voor de kop geschoten met onze handzame wapens. Dat wil zeggen, als we er iets mee konden raken. Daarover later meer.
Benodigdheden
- een mik; het gevorkte houten frame dat je ergens in het bos zocht en op maat sneed of zaagde; het hout moest sterk en buigzaam zijn, dus jong
- een leertje met twee gaatjes aan weerskanten om de projectielen (stenen, eikels) in te leggen
- vier even lange stukjes touw en twee even lange, sterke elastieken, bijvoorbeeld de vierkante weckfles-elastieken
- een zakmes en eventueel een zaag
Aan de uiteinden van de mik sneed je met een mes kleine inkepingen voor de eerste twee stukjes touw, zodat die op hun plaats bleven zitten. Daaraan kwamen de elastieken en dan weer twee stukjes touw die je door de oogjes in het leertje vastknoopte. Een klein uurtje werk.
Je kon je katapult nog verfraaien door patronen in de bast van de mik te kerven. Daarmee werd de katapult persoonlijk bezit en kunstvoorwerp tegelijk.
De kattepult was een fraai bezit voor een jongen. Met zo’n wapen was je iemand, een jager. In ons bos schoten we op eekhoorns. Die hadden niks te vrezen: te klein en te snel. Vogels raakten we ook nooit, noch in de vlucht noch gezeten op een boomtak. Ik bedoel de vogels, natuurlijk. Onze koeien of het paard zouden we kunnen raken, maar dat vonden wij moreel verwerpelijk en riskant, indien betrapt door vader.
Dat wil niet zeggen dat het gevreesde wapen nooit doel trof.
Een van mijn oudere broers kon mij vreselijk treiteren en als ik langdurig word lastig gevallen, kan ik heel driftig worden. Dat is nu ik 73 ben nog niet anders. Toen broer mij weer eens onbehoorlijk dwars zat trok ik mijn kattepult, plaatste in een vloeiende beweging een steen in het leertje, legde aan en…. schoot hem pardoes voor de kop. Het slachtoffer brulde als ’n big die gecastreerd werd. Ons moeder schoot hem te hulp. Ik lag die dag vroeg in mijn bed, misschien wel zonder eten.
’n Ander incident vond plaats toen ik oefende in het kattepult schieten. In de zijgevel van de schuur zat een opening zonder raam van pakweg 40 bij 60 centimeter. Ik stond op een meter of tien en probeerde door die opening naar binnen te schieten. Eerste schot raak! En hoe! Niet alleen keurig geslaagd in mijn opzet, maar ook de zijruit van mijn vaders Kever getroffen. Toen ik de tik op die ruit hoorde en daarna het geknisper, wist ik meteen de ruit aan gruzelementen was. Ik vluchtte naar de hooizolder, waar altijd wel een kat zat die zich graag liet aaien en waar je even de wereld om je heen kon vergeten. Ik heb daar gezeten tot ze mij vonden. Ze waren minder boos dan ik verwacht had: ik had mezelf al gestraft door me uren lang schuldig te voelen op die hooizolder.
Dus, om nou te zeggen dat de kattepult een succesverhaal is, nou nee. En toch was het fantastisch om je eigen wapentuig te maken met minimale middelen.