skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

De Kesselse Hut

Henk Buijks
Henk Buijks Bhic
vertelde op 24 april 2009
bijgewerkt op 30 april 2014
Tussen de Ossermeer en Gewande vormt het blauwe lint van de Hertogswetering de min of meer natuurlijke zuidgrens van de gemeente Lith. Het landschap is er kaal – je kunt er dus ver kijken. De torens van Berghem, Oss, Geffen en ’s-Hertogenbosch zijn allemaal te zien, en ook die van de dorpen langs de Maas.

Al vanaf de 16e eeuw bleef dit beeld nagenoeg onveranderd: de Beerse Maas moest hier onbelemmerd haar weg kunnen zoeken van de overlaten bij Beers en Cuijk tot de Empelsche Sluis bij de Dieze, en soms nog verderop, richting Waalwijk. ’s Zomers was dit gebied het domein van rundvee, hooiers en polderwerkers. De monotonie van het landschap werd enigszins doorbroken door het geboomte van de her en der aanwezige eendenkooien en door de hutten.

Voor de boeren en polderwerkers dienden deze hutten als een soort pleisterplaatsen. Zij konden er koffie drinken, maar ook een pintje of iets sterkers. Natuurlijk behoorden ook stropers, vissers, jagers, zondagse wandelaars, kermisgangers en landlopers tot de klandizie van de hutexploitanten, die meestal ‘hutners’ werden genoemd.

De Maaskantse hutten stonden op strategische plaatsen, namelijk vlakbij de bruggetjes over de Hertogswetering. In het westen had je de Wildse en de Rosmalense Hut en bovendien nog één bij Gewande. In het oosten stuitte de passant op de Oijense, Macharense en Lithoijense Hut en zo’n beetje in het midden van het gebied lag de Kesselse Hut. Ter hoogte van Maren lagen geen bruggetjes over de weteringen, daardoor ontbrak daar de hut.

Deze geïmproviseerde kroegen stonden er niet het hele jaar door. De zomersluiting van de overlaten in het Land van Cuijk duurde doorgaans van 15 maart tot 15 november en dat betekende dat buiten die periode alle obstakels moesten zijn verwijderd. Voor de hutten was die regel geen probleem, want ze waren van hout en demontabel. Omstreeks Allerheiligen werden de bouwsels uit elkaar gehaald en naar een hoger gelegen plek gebracht. Diverse generaties van de familie Van Kessel, de hutners van de Kesselse Hut, brachten de balken en planken aanvankelijk naar ‘het hoog’, de dijk in Het Wild “krek aan deze kant van het PNEM-huiske”, later naar Maren.

Daar woonde het hutnersgezin in de winter en men leefde van de opbrengsten van het voetveer over de Maas en van het ganzenvangen. Begin mei werd de boel weer op de kar geladen en verhuisde het gezin naar de polder. Soms konden de bouwmaterialen ook worden vervoerd met de aak van de Polder Het Laag Hemaal.

In 1941 heeft Theodoor van Kessel zijn hut voor het laatst afgebroken. Dat had zeker te maken met het ontbreken van een vergunning en het niet meer voldoen aan het inmiddels tot een waslijst aangegroeide aantal regels waaraan de horeca moest voldoen. Verder was de Lithoijense Hut kort tevoren afgebrand. Natuurlijk stond een en ander ook niet los van de definitieve sluiting van de Beerse Overlaat, die in 1942 een feit zou zijn. Een kleurrijk hoofdstuk in de Maaskantse geschiedenis werd daarmee voorgoed afgesloten.

Over de Kesselse Hut is nog veel meer te lezen in De Maaskroniek, 4e jaargang (1981), nr 7, pagina’s 11 tot en met 18.

Reacties (7)

Chris Caanen zei op 20 augustus 2021 om 12:52
Mijn moeder, Lien de Veer, dochter van Jos de Veer en Regina van Rossum vertelde dat haar grootouders Hanneske van Rossum en Mechelina van der Linden ook een tijd de Kesselse Hut uitgebaat zouden hebben. Is daarover iets bekend?
Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman bhic zei op 20 augustus 2021 om 19:13
Bedankt voor je reactie Chris, heb je enig idee wanneer dat geweest moet zijn? Met behulp van een jaartal/periode kan ik wellicht wat gerichter kijken naar een bron voor meer informatie.
Chris Caanen zei op 20 augustus 2021 om 19:32
Mijn oma, die in 1895 geboren werd, zou als meisje dagelijks naar school in het dorp zijn gelopen, dus ca 1905 (?)
Norah zei op 20 augustus 2021 om 19:55
Er staat me iets van bij dat een tijd geleden je grootouders hier bij het forum besproken geweest zijn, klopt dat?
Chris Caanen zei op 20 augustus 2021 om 20:21
Niet als zodanig, zij figureren in een aantal van mijn verhalen
Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman bhic zei op 23 augustus 2021 om 20:44
@Chris: je zou dit inventarisnummer als scan bij kunnen bestellen. Het is een register van aanvragen om vergunningen tot verkoop van sterke drank in het klein, met vermelding over de daaromtrent genomen beslissingen, 1881-1935 uit het archief van het gemeentebestuur van Lith: https://proxy.archieven.nl/235/8928F97B743A4AD2A8C19C71D9BCA383
Chris Caanen zei op 23 augustus 2021 om 20:51
Hallo Mariët,

dank je. Ga ik proberen,

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen