Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Met zijn vriend Van de Velde, alias “Het Velleke”, een man die zijn kwaak nooit stil hield, liep hij naar Antoon Gijsberts ofwel “Toontje Pof”. Ze vroegen Toontje, vroeger kroegbaas maar nu schilder, om vier stokken gelijk een bezemsteel wit te schilderen.
Daags daarop vertrok het trio richting De Mortel, naar een afgelegen uithoek, De Kranenbraken. Ze hadden de stokken bij, een vel papier met een tekening en een speelgoedkompasje.
De binnenwegen waren in die tijd niet verhard, het paard liep in het midden over de zandweg, met daarnaast twee karrensporen en een smal fietspad. Na elke regenbui was het een modderpoel. In een bocht bij een boerderij hielden de heren halt. Het Velleke kreeg opdracht om iets voorbij de boerderij een stok in de grond te plaatsen. Door de vorst was de grond bevroren, maar het Velleke kon de stok in een verse molshoop steken. Aan de overkant lag steenpuin dat hij tegen de tweede stok legde, zodat die bleef staan. De derde stok hield hij zelf vast en Toontje de vierde. Zo vormden de stokken als het ware een rechthoek.
Toontje keek langs zijn stok naar de eerste, vervolgens naar de tweede en de derde en riep tegen het Velleke: “Twee stappen naar links,” en het Velleke gehoorzaamde. Toontje ging zelf met zijn stok een pas terug, keek weer langs al de stokken en riep: “Een stap naar voren,” en zo herhaalde zich het ritueel.
De boerin kwam kijken naar het lawaai; drie mannen die ze nog nooit had gezien, waarvan de ene bevelen uitdeelde. Ze vroeg: “Wat doen jullie?” “Hier komt een harde weg,” zei Toontje, “maar in deze bocht komt het niet goed uit, daarom moeten wij het opnieuw inmeten.” “Een harde weg?” Dat was kassie voor de boerin, eindelijk van die slijkboel af. “Als wij de weg dichter bij jullie boerderij leggen komt dat beter uit,” zei Toontje. Nóg een voordeel voor de boerin! Het Velleke voegde zich bij zijn collega-‘landmeters’, maar hield zijn kwaak dicht, wachtte het juiste moment af en zei: “Zeg Toontje, op de werf liggen nog twee vrachten klinkers, die zijn over. Wat moeten we daar mee doen?” Toontje keek naar het Velleke, daarna naar de boerin en zei: “Wilde gij ze soms hebben, dan kan je een stoep maken vanaf de weg naar de achterdeur? Voor het halen heb je ze.” Dat viel in goede aarde, een verharde weg langs de boerderij en klinkers voor een stoep. De boerin stemde in met het aanbod, het maakte zoveel indruk dat ze het ‘meetinstrument’ niet had opgemerkt. Ze ging naar binnen en de ‘landmeters’ werkten verder. Even later riep de boerin naar de mannen: “De koffie is ferrig.” “We komen sebiet (dadelijk),” zei Toontje. Na enige commando’s ging het stel de keuken binnen .
De tafel stond vol, eigen gebakken mik, koude gebakken worst, gerookte ham, een pot koffie! De boerin had extra haar best gedaan als dank voor het aanbod. “Doe je best,” zei ze, en de ‘landmeters’ lieten zich dat geen twee keer zeggen! Na nog een tas koffie gingen ze weer aan het werk, maar eerst gaf de boerin ieder een in een krant gewikkeld stuk spek mee voor thuis. Ze bedankten en gingen verder met het ‘inmeten’. Nu de buit binnen was, was het werk ook snel gedaan. De stokken werden samengepakt en het stel ging huiswaarts.
Een dag niet gewerkt en toch een flinke buit binnen gehaald! Ik vermoed dat de boerin nog steeds aan de zandweg woont en wacht op de klinkers.
In Gemert woont skaw mar goei volk.