skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Marte Stoffers
Marte Stoffers Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Marte Stoffers
Marte Stoffers Bhic

De ligging van Esch aan het water

Dat Esch al vroeg een nederzetting was, bleek uit de vele Romeinse vondsten bij opgravingen in 1950–1952 en 1959–1961. We weten ook dat Esch in een beekdal ligt en dat het land vroeger doorsneden werd door talrijke riviertjes en beken die in de omgeving van Esch allemaal in de richting van de stad ’s-Hertogenbosch stroomden. Den Bosch was het laagste punt. Het stelsel van wegen en weggetjes dat nederzettingen met elkaar verbond, werd grotendeels bepaald door de loop van deze riviertjes.

Amer, Emer of Nemer

De Essche stroom kende diverse benamingen. Van oudsher werd ze Amer, Emer of Nemer genoemd. In ‘Een praatje over de Amer en de Dieze’, gaf F. Smulders destijds aan dat ergens in het Moergestelse Broek een plaats lag met de naam Amersvoort. Aanvankelijk dacht hij dat Amersvoort enkel een familienaam was, maar later ontdekte hij in een oud notarisprotocol van Oisterwijk enige akten over de Moergestelse hertgang Heizen. Hierin werden de palen of grenzen van Heizen genoemd. Een van deze palen stond: ‘te Amersvoort, daar de groote stroom van Moergestel en de Leijestroom in mekanderen zijn loopende’.Dit is de plaats waar de Reuzel of Nemer samenkomt met de Hilver of  Beekse Leij. Amersvoort was dus niet enkel een familienaam, maar is hier in Moergestel de overgang over de Amer. Esch ligt ten noorden van het punt waar de Beerze, de Reusel en de Leij samenkomen in wat nu de Essche Stroom genoemd wordt.

Het kasteel Nemerlaer te Haaren, dat in oorsprong een omwaterde hoeve was, werd in de oudste Oisterwijkse schepenprotocollen  Amerlaer genoemd. Ook in Esch kwam de naam Amer voor. In 1484 gaf Dilleken, dochter van wijlen Jan Luedicx, bontwerker, weduwe van Goyart Mostart, aan haar zoon Otto en haar andere kinderen, haar vruchtgebruik in huis, erf, hof en gebouwen geheten “Den Esschelaer” in Essche, waaronder achttien loopens land, “den groten ecker” op die Amerdonck. Als we deze drie gegevens combineren Amersvoort in Moergestel, Amerlaer in Haaren en Amerdonck in Esch, dan mogen we aannemen dat de rivier de Nemer vroeger de Amer genoemd werd.

Ook in vroegere tijden liep deze rivier door Esch en in deze waterloop bevond zich ook hier een doorwaadbare plaats. Vermoedelijk heette deze voorde ‘de Schoirvoort’. Bij doorwaadbare plaatsen of voorden ontstonden dikwijls dorpen en Esch is hoogst waarschijnlijk ook op deze wijze ontstaan. De voort in Esch was een belangrijke verbindingsschakel. Vermoedelijk liep er in de tweede eeuw al een Romeinse heerbaan over het grondgebied van Esch. Uit de Romeinse tijd dateert ook nog een knuppelweg tussen Esch en Haaren, gedeeltelijk gelegen langs de oude Leij (een andere waterloop die richting Helvoirts Broek loopt).

De oudste weg van ‘s-Hertogenbosch naar Oisterwijk en zuidelijker streken liep over Esch en Belveren. Deze weg is later vervangen door een kortere verbinding over Vught en Helvoirt. Een andere weg naar Luik en Keulen liep eveneens over het grondgebied van Esch. In een akte van 1509 werd vermeld dat een wei en bouwland ‘dat Cruijs’ lag aan een heerbaan.

De Nemerhorst

Het Mannengasthuis aan de Haarenseweg 20 te Esch droeg in 1382 de naam ‘Emerhorst’. Albrecht Dierick Belen soen en Jan, zoon van Bela, dochter van Dierick Belen soen, verkopen op donderdag na Mattheus, 27 februari 1382 aan Henrick van der Emerhorst een huis en hof genaamd ‘dat Emerhorst’ in Essche tussen Henrick Berwout en een dijk... (Coel van Bucsel, huidenkoper, had dat huis vroeger verkocht aan Dierick Belen soen).  De Emerhorst werd ook wel Nemerhorst genoemd en kwam reeds in het Hertogelijk cijnsboek van ca. 1340 voor. Hieruit betaalde men toen zes stuivers per jaar. Het was gelegen aan de rivier de Emer of Nemer en wellicht werd de naam van dit huis afgeleid van deze rivier. De Amer of Nemer liep vroeger ten zuiden van het Haarens kasteel, de Oisterwijkse Leij liep ten noorden door de kasteelgracht en voegde zich bij de Nemerlaersebrug bij de Nemer.Het is duidelijk dat er naamsverwantschap bestaat tussen de Nemerlaer te Haaren en de Emer of Nemerhorst te Esch. Vermoedelijk is de Emerhorst nog ouder dan 1340, aangezien in die tijd de naam Emer reeds in onbruik was geraakt en men meestal sprak over de Aa. Woutgher van Casteren en Ghiselbrecht die Snider verkochten in 1384 aan Henrick die Hoessche een cijns van dertig schelling te betalen op Pinksteren, uit een erfenis genaamd ‘die Emerhorst’ met toebehoorten en gebouwen in Essche over de brug, tussen Lambrecht Eghelvoert en die Aa.

 

De Aa of Dommel

Tot omstreeks 1450  werd in verschillende akten de benaming die Aa gebruikt. Het werd ook wel eens geschreven met een enkele A. Na deze tijd gebruikte men zowel de benaming Aa als Dommel of Dommelstroom.  In 1485 werd een beemd ‘die Coppel’ vermeld aan de Dommel en bouwland ‘het Welisel’ aan de Aa.  Na 1700 werd de rivier overwegend aangeduid als zijnde de Dommel, al kom ik in de Historische Atlas van Noord-Brabant (Robas) nog de benaming de Aa  of Run tegen. Opvallend is dat in oude schepenprotocollen van Esch wel regelmatig de Runsdijk vermeld wordt maar niet de Run als zijnde een rivier. Op een kaart uit 1866 kwam ik voor het eerst de benaming Essche Stroom tegen. Lange tijd werd de rivier nog Run of Essche Stroom genoemd. Momenteel heet ze de Essche Stroom.

Brugcedulle

In oude akten kwam ik regelmatig een brugcedulle tegen. Hierin werd vermeld wie verantwoordelijk was voor het onderhoud van de bruggen en de dijken. In deze cedullen werd ook het schouwen van de waterlopen vermeld. “Onderhouden een gebont en een quart brugge soo in de hoogh als leegh brugge, waerover met sterck gespan en sware karren soo van Luijck, Ceulen als andere plaetsen dagelijck gereden weert; acht voetdecksels in de voors. Bruggen. In Esch werd een onderscheid gemaakt tussen de Hoge of Gasthuis brug, gelegen bij het Mannengasthuis en de Lage of Kasteelse brug bij Baarschot.

Overlast voor Esch

Het mag dan wel zo zijn dat het dorp Esch al heel vroeg een nederzetting was, maar of het er altijd goed toeven was, is nog maar de vraag! Uit een verklaring van het Corpus van Esch, in 1707, blijkt dat: ‘door het opstoppen van het water ende de riviere de Dommel omtrent de stadt van ‘s-Bosch tot verbeteringe der fortificatien aldaer, is het dorpje Esch, tgene onbedeijckt is, gedurende desen oorlogh soodanigh geïnundeert, dat meer dan 2/3 der beemden , weijden ende ackerlanden zijn overstroomt ende dras geweest ende nog zijn...’.  Ook een jaar later is het nog kommer en kwel: ‘Alle korenakkers in Esch waren zoo bedorven, dat daar op geen vrugten van het gesaijde zullen wasschen; de weijden ende beemden, seer leegh ende onbedijckt, zijn overstroomt van water. In Esch zijn geen dijcken, doordien aldaer vele beeckskens en waterloopen moeten losen en uijtwateren. Ook in de voorafgaande jaren stonden de beemden en weijden onder water in’t midden van den zomer. De schouw moest gebeuren met schuiten’. Vijftien jaar later is de toestand voor de Essche bevolking nog  niet veel beter. De burgemeester en de schepenen van Esch geven dan een verklaring af over ‘slechte en geringe neringhe, weijnige consumptien en kleijn getal van paarden, verarmde en miserabele staat der ingesetenen,  die alles in allen niet meer dan 40 huijsgesinnen uijtmaecken. Er zijn 106 hoorenbeesten. Er zijn 610 loopensaeten besaijde landen. Sommige huijsgesinnen consumeren noijt vleesch off speck’.

Esch heeft jaren lang te kampen gehad met het wassende water van de Essche Stroom. De oprichting van ‘Waterschap de rivier de Dommel en de zich daarin ontlastende beken en riviertjes’  in 1862, bracht hier pas langzaam verandering in.

Foto's: De zwart-wit foto’s zijn gemaakt de P. Nouws en zijn uit 1983/1984. De kleurenfoto’s zijn van Ruud van Nooijen.

 

Reacties (1)

Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 20 april 2022 om 08:47
Soepel door een eeuwenoude geschiedenis aan de hand van de Essche stroom, heel mooi (en leerzaam!), Nettie. Dank je wel voor deze bijdrage.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen