Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Die bemanningsleden waren: piloot P/O G. Hingley (22); boordwerktuigkundige Sgt. S.D. Rogerson; navigator F/O T.W. Ball; radiotelegrafist/boordschutter Sgt. L.V. Horrigan; boordschutter Sgt. J. Gascoigne; radiotelegrafist (special duty officer) Sgt. F. Sheard; bommenrichter F/Sgt. Thomas Handley Duff en staartschutter Sgt. John Edward Keogh (23). Het zijn deze laatste twee bemanningsleden die omkwamen bij de crash.
Thomas Duff ligt begraven op het protestantse kerkhof van Werkendam (rij 7, graf 1). Het stoffelijk overschot van Keogh, de staartschutter, is in het neergestorte wrak gebleven, totdat de restanten van de Lancaster werden geborgen in 2014.
Dat deze bommenwerper acht bemanningsleden telde, kwam doordat de Lancasters van het 101 Squadron uitgerust waren met een “top secret” radiostoorsysteem, dat luisterde naar de codenaam “Airborne Cigar” (ABC). Dat werd bediend door een achtste bemanningslid die het Duits machtig was. In het geval van de LM805 was dat dus special duty officer Sgt F. Sheard.
Hij zat in een afgescheiden deel achterin het toestel om Duitse jagers te lokaliseren en hun radioverkeer te storen. De Lancasters met ABC waren herkenbaar aan twee grote, verticale antennes midden op de romp. Doordat deze vliegtuigen opzettelijk de standaard operationele radiostilte doorbraken, waren ze wel kwetsbaar. Het 101 Squadron heeft dan ook het hoogste aantal verliezen geleden van alle RAF-squadrons.
Het doel van de missie waarvan LM508 deel uitmaakte, was een fabriek van synthetische olie in het Duitse Wesseling. Hoewel al op de heenweg geraakt door Duitse Flak, waardoor één motor uitvalt, zet het toestel door en laat zijn bommenlast boven Wesseling vallen. Een tweede motor wordt getroffen en valt stil. Op nog maar twee motoren wordt de terugreis begonnen. Onderweg wordt de ongelukkige Lancaster opnieuw geraakt, ditmaal door een Duitse nachtjager, een Junkers Ju 88 van 7./NJG2, gevlogen door piloot Lt. Hans Schäfer en verder bemand door Ufz. Heinz Mauter en Ogfr. Karl Gliebmann.
Bij die aanval wordt staartschutter John Keogh in zijn geschutskoepeltje meteen dodelijk getroffen en ook de bommenrichter Thomas Duff raakt zwaargewond. Een brandstoftank wordt geraakt en er breekt brand uit. De gezagvoerder geeft het bevel het toestel te verlaten. Rogerson zorgt dat Duff een parachute omheeft en duwt hem uit het toestel, springt daarna zelf. Beiden komen veilig aan de grond, maar Duff overlijdt aan zijn schotwonden. Piloot Hingley breekt bij het verlaten van het toestel zijn rug, vermoedelijk doordat hij tegen een van de antennes aan botst (je ziet die op de foto hiernaast duidelijk midden bovenop het vliegtuig).
Bij zijn landing komt hij ook nog hardhandig in aanraking met een brug, waardoor zijn ribben in zijn linkerlong worden gedrukt. Hij wordt vrij snel door de Duitsers gevonden en naar een ziekenhuis gebracht. De rest landt in de omgeving van de polder Borcharen en wordt eveneens snel door de Duitsers gevangen genomen. De enige die aanvankelijk weet te ontsnappen is de middenbovenschutter Jeff Gascoigne. Later wordt hij in de omgeving van Antwerpen alsnog aangehouden en als krijgsgevangene afgevoerd.
Intussen boort de Lancaster zich brandend en wel en met een snelheid van meer dan 300 kilometer per uur zo’n zeven meter diep in de Werkendamse klei op slechts tien meter afstand van de boerderij van de familie Dalm. Brandende brokstukken van het vliegtuig zetten het rieten dak in vlam en binnen een half uur ligt de boerderij totaal in de as. Het gezin Dalm had zich in allerijl nog net in veiligheid kunnen brengen. Na de oorlog is de boerderij niet meer herbouwd; met fondsen van de Marshallhulp is de schuur, die gespaard was gebleven, deels omgebouwd tot woning.
Het staartstuk van de Lancaster, dat nog boven de grond uitstak, werd afgezaagd, maar diep onder de grond zat de rest van het wrak, met daarin hoogstwaarschijnlijk nog het lijk van de staartschutter. Dat bleef zo tot in de 21e eeuw. Maar de voorgenomen uitbreiding van het bedrijventerrein Bruine Kilhaven V deed de gemeenteraad van Werkendam in februari 2014 besluiten om vanwege de aanwezigheid van een gesneuvelde militair op het beoogde bouwterrein, van boordmunitie en eventueel ook van andere explosieven, een bergingsoperatie in gang te zetten.
En zo gaf op donderdag 2 oktober 2014, na een vooronderzoek op de crashlocatie, bij deT-splitsing van de Weerensteinweg en de Grote Waardweg, burgemeester Haasjes-Van den Berg het officiële startsein voor de berging. Majoor A.L. Kappert, Stafofficier Vliegtuigberging Koninklijke Luchtmacht, gaf uitleg over de bemanning en de crash en hoe de berging in zijn werk zou gaan en dorpsdichter Marcel Vaandrager droeg een gedicht voor.
Tijdens de berging werden naast vele onderdelen van de Lancaster zoals verwacht ook stoffelijke resten van een bemanningslid aangetroffen. Voor een formele identificatie werd het stoffelijk overschot naar Soesterberg gebracht. Het bleek inderdaad om John Keogh te gaan die dus sindsdien niet meer als “vermist” te boek staat.
Op donderdag 30 juni 2016, 72 jaar na zijn dood, werd Sgt. J.E. Keogh met militaire plechtigheid herbegraven in Werkendam, schuin tegenover zijn kameraad Duff. Diezelfde dag werd er een monument ter nagedachtenis aan de bemanning van de Lancaster LM508 onthuld door burgemeester Yves de Boer en een neef van J.E. Keogh, Steve Keogh.
Het monument is gemaakt van onderdelen van het vliegtuig en staat op de plek waar de Lancaster in de zomer van 1944 is gecrasht.