Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Het lichaam van Maas werd op 29 januari 1907 om half negen gevonden in de beek ten westen van het dorp, vlakbij de Kerksche Brug. In het weiland waren sporen te zien van een worsteling en er lag een grote plas bloed. Rijksveldwachter Van Dijk ontdekte in een molshoop de afdruk van een klomp. Later die dag, toen hij de vermoedelijke dader had ingerekend, legde hij diens klomp voorzichtig in de afdruk. Zelfs het leren riempje dat eraan bungelde, was in de afdruk te zien.
De verdachte heette Piet Verbruggen, bijgenaamd ‘de Petschoen’. Een 53-jarige boer uit Mill die woonde aan de Vilheide. In de grond geen kwaaie kerel, vertelde de rijksveldwachter tijdens de rechtszitting in Den Bosch. Hij had al eens gezeten vanwege mishandeling, maar sinds een jaar of drie, sinds hij in Hendrica Schaap een goede vrouw had gevonden, was hij rustiger geworden. Alleen als hij gedronken had, dan moest je voor hem uitkijken.
Zoals op de avond van 28 januari. Na de markt was Verbruggen blijven plakken in de herberg van Antoon Giesen. Daar had hij ‘een goede borrel op’. Gemeenteveldwachter Maas kwam een glas bier drinken. Verbruggen zei: “Als jij me nou eens naar huis brengt.” Dat wilde Maas wel doen. Een dag of wat eerder had Maas van iemand gehoord dat de Petschoen nog een appeltje met hem te schillen had. Hij was vast op zijn hoede. Bij het café van Thijssen werd nog een afzakkertje genomen en toen togen beiden over de Kerksche Brug huiswaarts. Daar ging het fout. Zei de veldwachter echt tegen Verbruggen dat die zijn vrouw niet goed behandelde? Er ontstond een worsteling en toen Maas zijn revolver trok, pakte Verbruggen die af en sloeg de veldwachter ermee op het hoofd. Hij liet de man liggen en sloeg op de vlucht. “Het was noodweer”, zei hij tegen zijn rechters.
Dat vond de rechtbank niet, ook niet in hoger beroep. Verbruggen kreeg vier jaar celstraf. Op 4 mei 1910 liet de directeur van de gevangenis in Breda hem overbrengen naar het ziekenhuis. Zijn straf zat er bijna op, maar hij zou niet van de vrijheid genieten. Hij overleed een maand later aan tuberculose.
Dit verhaal is geschreven door journalist/schrijver Geurt Franzen (www.geurtfranzen.com) en verscheen eerder in dagblad De Gelderlander (www.dg.nl/maasland).