Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In 1852 kocht Johannes Suermondt het bedrijf. Suermondt was tot dan toe winkelier in manufacturen, maar zijn overgang naar een bestaan als leerlooier zal alles te maken hebben gehad met zijn huwelijk met Petronella Maria Donkers, dochter uit een bekende Ravensteinse schoenmakersfamilie. Zij breidde de looierij meteen uit met een schoenfabriek, waarvan haar vader, Henri Donkers, bedrijfsleider werd.
In hetzelfde jaar 1852 werd zij moeder van Ignatius, het derde kind van haar en Johannes. Ignatius zou later in de voetsporen van zijn ouders treden, maar voorlopig deed Johannes nog de verkoop. Daarvoor reisde hij elke week met een korf vol schoenen te voet en per trekschuit naar Amsterdam. De leerlooierij en de schoenmakerij groeiden gestaag.
In 1885 wilde Ignaat een nieuwe looierij beginnen aan de Middelstraat, maar hij kreeg daarvoor geen vergunning vanwege de ongunstige ligging. Het lukt hem wel een vergunning te krijgen voor een looierij op een tuinperceel aan de stadswal. Daar was onbeperkt water beschikbaar en het afval kon gemakkelijk in de gracht worden gedumpt. Hij bouwde er een houten schuur, met beneden een plek voor de bewerking van de huiden en boven een plek voor het drogen ervan. In een stenen aanbouw werd de looiput aangelegd.
Drie jaar later, in 1888, nam hij de zaak van zijn vader aan de Nieuwstaat over. Daar bracht hij ook zijn eigen productie onder. Na aanschaf van een stoommachine in 1890 ging het bedrijf verder als “Stoom Schoen- en Lederfabriek Firma Ignaat Suermondt”. Het was een succes: rond 1900 werkten er al 80 man. De expansie ging nog door tot in de twintiger jaren, toen inmiddels de derde generatie in de persoon van Willem Suermondt was aangetreden.
Maar in 1933 ging het bedrijf alsnog failliet onder invloed van de economische recessie. Gelukkig maakte Willems schoonfamilie Hendriks uit Nijmegen een doorstart mogelijk door een financiële injectie.
Het bedrijf kreeg de moderne naam “Ravo Leder- en Schoenfabriek”. In 1959 verhuisde de fabriek naar het industrieterrein buiten de wallen om verdere uit te kunnen breiden. In 1977 werd nog wel het 125-jarig bestaan gevierd, maar vijf jaar later kwam het einde toch echt in zicht. Uiteindelijk werd de Ravo op 5 mei 1986 failliet verklaard.
Concurrent J. Harder uit Elshout zorgt nog voor een doorstart, waarbij het bedrijf werd samengevoegd met schoenfabriek Helioform in Drunen. In 1989 is de productie vanuit Drunen verplaatst naar Rzeszow in Polen.
Tegenwoordig beheert de Stichting Leerlooierij Suermondt het gerestaureerde leerlooiershuisje aan de Walstraat 20 in Ravenstein. Daar staan ook de looimachines opgesteld van de collectie Regouin uit Cuijk.