
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In 1899 (1898) kregen Johannes en Henricus Werners toestemming tot het oprichten van een steenbakkerij met oven. Deze bakkerij groeide uit tot de grote stoomsteenfabriek en cementindustrie van Jan Werners-Perée aan de Nijnselseweg. Vrij kort na de oprichting werd de cementindustrie afgestoten. Dit werd betonfabriek Meulengraaf. Deze had op de steenfabriek gewerkt als meesterknecht. Theo Weners was de laatste eigenaar van de steenfabriek. Hij was de steenbaas, zoals zijn werknemers hem noemden. Op 18 oktober 1973 werd de 43 meter hoge schoorsteen opgeblazen.
In de omgeving van de fabriek, vooral in de omgeving van de Hoogstraat, zat veel leem in de grond. Deze leem werd uitgegraven en dan begon het productieproces. Je kunt nu nog duidelijk zien, waar nog leem onder de grond zit. Het landschap is hoger. De eerste leemputten lagen langs de Leemputtenweg. Daar werd een spoortje aangelegd voor het vervoer van de leem met paard en wagen. Later kwam er ook een locomotiefje, een Orenstein en Koppel en werden er kiepkarretjes gebruikt voor het transport.
Op de steenfabriek waren nogal wat paarden nodig voor het vervoer. Jan Spank (Jan van de Ven) was de paardenhandelaar. In de Beurs op de Heuvel werd dan een paard gekocht onder het genot van meer dan één borreltje. Een van de eerste vrachtauto’s was een Mack, een achtergelaten vrachtwagen van het Amerikaanse bevrijdingsleger.
Een stoommachine leverde energie om allerlei machines aan te drijven. Later werden de drijfriemen aangedreven door een elektromotor. .
Zwevers mochten (nou mochten, Theo Werners had het eigenlijk liever niet) in de nacht bovenop de oven te slapen wanneer ze toestemming kregen van de stoker. Vaak ging dat samen met wat drank en mijn opa die in Schijndel woonde en op de fabriek stoker is geweest, hield daar wel van. Vaak vielen dan de stenen om en kwamen er veel misbaksels, omdat er ineens te hard gestookt werd of er kwamen veel zachte stenen, omdat de stoker in slaap gevallen was. Het was een secuur werkje om de temperatuur op 1200 graden te houden.
Eind jaren vijftig van de twintigste eeuw bedroeg de productie ongeveer vijf miljoen stenen. In 1962 was Jan Werners mededirecteur. Hij was de zoon van eigenaar Theo Werners, die getrouwd was met Francine Swinkels. Veel van de machines die nodig waren voor de productie werden ontwikkeld door Theo Werners zelf. Hij was gek op machines.
Veel mensen in Rooi zullen hem zich herinneren van zijn auto’s en motoren.
Door de verdere toenemende industrialisatie konden alleen de grotere steenfabrieken zich staande houden. Kleinere fabrieken gingen failliet. Zo ook de N.V. Rooische Steenfabriek. In maart 1967 werd voor de 29 personeelsleden een ontslagaanvrage ingediend. Zo verdween na bijna tachtig jaar met de steenoven ook de markante schoorsteen. De gemeente had het hele steenoventerrein tot agrarisch gebied verklaard, waardoor het hele complex alleen als agrarische grond verkocht mocht worden.
Het pakte echter anders uit: op het terrein bouwde de Bestse NBB (ondernemingsbedrijf) drie grote opslaghallen die verhuurd gaan worden. Die hadden een koopje!!!!!
Foto's: collectie Jack Werners en Jo van der Kaaij.
Bron: Jack Werners in Heemschild 40 (2006) afl. 1, p. 3 t/m 35.
Presentatie door Mw. Willie Damen over de Rooijse Steenfabriek: klik hier.