
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De geallieerden verbreedden deze smalle strook land tussen Eindhoven en Arnhem langzaam maar zeker. De opmars verliep voorspoedig, tot aan Overloon. Daar boden de Duitsers hevige tegenstand.
De 7de Amerikaanse Pantser Divisie opende op 30 september het vuur. Vier dagen lang bestookten Duitse Panthertanks en Amerikaanse Shermantanks elkaar onafgebroken. De moerassen en bossen waren echter ideaal terrein voor de ingegraven Duitse verdedigers en de hevige regenval speelde hen verder in de kaart. Het weer was echter een ramp voor de aanvallers. Op 8 oktober trokken de uitgeputte Amerikanen zich terug van het slagveld. De 11de Britse Pantser Divisie en de 3de Britse Infanterie Divisie onder bevel van generaal-majoor L.C. Whistler loste hen af.
Na een paar dagen van betrekkelijke rust zou op 11 oktober een nieuwe aanval worden ingezet. Door de nog steeds hevige regen werd die aanval een dag uitgesteld. De omgeving van Overloon was inmiddels veranderd in één grote modderpoel, zodat de Britse tanks maar weinig konden uitrichten. De infanterie kreeg de zware taak het Duitse verzet te breken.
Op 12 oktober vanaf 11.00 uur bestookten de geallieerden anderhalf uur lang de Duitse stellingen met zware artillerie- en luchtaanvallen. Ruim 100.000 granaten vlogen de Duitsers om de oren. Toen Overloon volledig in puin lag, begon de opmars van de Britten. Huis voor huis werd veroverd, ten koste van enorme verliezen. En ook in de bossen vonden felle man-tegen-man gevechten plaats. Achtergebleven bewoners dachten dat hun laatste uur had geslagen.
Op 14 oktober rond 16.00 uur viel het laatste Duitse bolwerk in het dorp Overloon. De twintig SS’ers die zich in de kerk verschansten, werden overmeesterd. In totaal moesten honderden Duitsers zich overgeven. Maar het Duitse verzet was nog niet volledig gebroken. De Duitsers hergroepeerden zich in de bossen tussen Overloon en Venray. Bij de Molenbeek speelde zich een groot drama af. Door de hevige regen was de beek zo’n 6 meter breed geworden en het hele gebied lag bezaaid met mijnen, tot in het water toe.
De Duitsers wisten lang te verhinderen dat er een brug geslagen werd, maar uiteindelijk lukte dat toch. De tanks die eroverheen reden, kwamen direct in de modder vast te zitten. Onder moordend mitrailleurvuur probeerden de Britten over de brug en door het water de overkant te bereiken. De beek kleurde rood van hun bloed en kreeg daarom de bijnaam ‘Bloedbeek’. Pas tegen de avond van 16 oktober lukte het om massaal over te steken. Drie dagen later werd Venray veroverd, waarmee een eind kwam aan de grote veldslag.
Overloon was totaal verwoest. Zoveel verbeten tegenstand hadden de geallieerden sinds de Normandische stranden in juni niet meer meegemaakt. De geallieerde verliezen bedroegen 1.878 manschappen, circa 40 tanks en drie vliegtuigen. De Duitsers raakten ongeveer 600 man en een aantal tanks kwijt. In het Liberty Park wordt de herinnering aan deze dagen levend gehouden.