Bij Dintelsas kwam in 1980 naast de Manderssluis, zelf een combinatie van schut- en spuisluis, nog een aparte spuisluis in bedrijf. Deze sluis werd gebouwd naar ontwerp van het Raadgevend ingenieursbureau Witteveen & Bos en kreeg op voorstel van de toenmalige dijkgraaf van het Heemraadschap Mark en Dintel de naam Vierlinghsluis.
Die naam verwijst naar de 16e-eeuwse waterbouwkundige Andries Vierlingh, rentmeester van Willem van Oranje in Breda en dijkgraaf in Steenbergen.
De Vierlinghsluis heeft vier kokers van ieder 4x4 meter en 27 meter lang, die kunnen worden afgesloten door schuiven. Bovenop deze kokers staat het ruim acht meter hoge schuivenhuis met de stalen hoofdschuiven.
Deze acht hoofdschuiven worden hydraulisch aangedreven. De machinerie en de besturingsapparatuur bevinden zich in de bedrijfsruimten achter het schuivenhuis.
Benedenstrooms van de kokers is een zogenaamde woelbak van 40 m breed en 20 m lang aangelegd, die ervoor zorgt dat het water gelijkmatig het spuikanaal instroomt. De twee oude sluizen zijn verwijderd, omdat ze in het geplande uitstroomkanaal zouden komen te liggen.
Die naam verwijst naar de 16e-eeuwse waterbouwkundige Andries Vierlingh, rentmeester van Willem van Oranje in Breda en dijkgraaf in Steenbergen.
De Vierlinghsluis heeft vier kokers van ieder 4x4 meter en 27 meter lang, die kunnen worden afgesloten door schuiven. Bovenop deze kokers staat het ruim acht meter hoge schuivenhuis met de stalen hoofdschuiven.
Benedenstrooms van de kokers is een zogenaamde woelbak van 40 m breed en 20 m lang aangelegd, die ervoor zorgt dat het water gelijkmatig het spuikanaal instroomt. De twee oude sluizen zijn verwijderd, omdat ze in het geplande uitstroomkanaal zouden komen te liggen.
