
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Het ziet ernaar uit dat Lamberdina niet tevreden was met haar voornaam en deze hoogstwaarschijnlijk veranderd heeft in Arnolda. Het komt mij voor dat de naam Lamberdina minder boers klinkt dan Arnolda, maar het is me uiteraard niet gegeven me te verplaatsen in de gedachtenwereld van een vrouwelijke puber rondom het jaar 1840. Maar dit is niet de eerste keer dat ik in mijn familie geconfronteerd ben met naamsveranderingen.
Op 7 november 1858 wordt uit het huwelijk van Reinier van Rossum en Wilhelmina Suiker zoon Petrus geboren. Na het overlijden van zijn moeder in 1878 en zijn vader in 1888 worden Memories van Successie opgemaakt. In de MvS van zijn moeder wordt hij vermeld als Piet, nog minderjarig.
In de MvS van zijn vader Reinier is het plotseling Johannes geworden. Het is ook geen verschrijving van de ambtenaar, want voormalige Petrus ondertekent met Johannes.
Als hij op 13 mei 1889 trouwt met Mechelina van der Linden is het weer Petrus, ik denk alleen maar officieel.
Mechelina van der Linden
In de praktijk is het Johannes gebleven. Dat meen ik af te kunnen leiden uit het feit dat mijn moeder altijd zei dat haar grootvader van moederszijde Hanneske van Rossum was. Zijn drie zonen Martinus, Koos en Marinus hebben de officiële lijn gevolgd: zijn noemden hun oudste zonen Piet.
Ook de jongste broer van mijn moeder veranderde zijn naam, min of meer noodgedwongen. Hij werd op 22 maart 1928 geboren als derde zoon en kreeg de doopnamen Petrus Joannes Jozeph mee. Zijn oudste broer was Willem genoemd naar de grootvader van vaderszijde, Willem de Veer. Volgens het gangbare vernoemingssyteem had eigenlijk de tweede zoon Petrus of Piet moeten heten maar deze werd Henricus Joannes genoemd, waarschijnlijk als eerbetoon aan zijn reeds in 1914 overleden grootmoeder van vaderszijde Henrica van Waardenburg (het 'vermannelijken' van vrouwelijke voornamen en omgekeerd heb ik in Noord-Brabant vaak aangetroffen, in de Limburgse stamboom van mijn vader komt dit nooit voor).
Over hoe zijn roepnaam in zijn jeugd luidde lopen de meningen uiteen. Zijn (half)zus Lies (van Breda-de Reuver) meent zich te herinneren dat zijn moeder hem meteen Johanneke is gaan noemen. Zijn zoon Peter daarentegen zegt van zijn vader gehoord te hebben dat hij aanvankelijk Pietje heette en dat zijn stiefvader hem Johan is gaan noemen. Na het overlijden zijn vader Jos de Veer op 20 november 1928, was zijn moeder Regina van Rossum op 11 oktober 1934 hertrouwd met Adrianus de Reuver. Van lieverlee kreeg hij ook de achternaam 'De Reuver', dus in Lith kende men hem als Johan de Reuver. Maar toen hij zijn toekomstige vrouw Ria van de Koolwijk uit Macharen leerde kennen, zag hij zijn kans schoon en stelde zich daar voor als Piet de Veer. En zo is het altijd gebleven, in Lith kende men hem als Johan de Reuver, in Macharen als Piet de Veer. Zoon Peter vertelde in dit verband nog een vermakelijke anekdote. Een goede vriend uit Lith wilde hem in Macharen opzoeken, maar wist niet precies waar hij woonde. Hij deed navraag, maar niemand kon hem vertellen waar Johan de Reuver woonde, zodat hij overrichter zake naar Lith moest terugkeren. Voor mij is het 'ome Johan' gebleven.
Op 20 november 1928 is mijn opa Jos de Veer overleden, slechts 40 jaar oud. Met betrekking tot zijn overlijden bestaan twee versies. Mijn oma heeft altijd verteld dat hij een ongeluk heeft gehad bij een verbouwing van hun boerderijtje aan het Brugpad.
Maar er is ook een ander verhaal. 's Winters zou hij in een fabriek in Oss gewerkt hebben. Daar zou hij ruzie gekregen hebben met Bende-van-Oss-achtige types, dat die hem ter hoogte van Lithoijen opgewacht zouden hebben en hem zodanig toegetakeld zouden hebben dat hij een aantal dagen later aan zijn verwondingen bezweken is.
Mijn moeder Lien de Veer is 20 februari 2020 op 95-jarige leeftijd overleden. Zij herinnerde zich natuurlijk niets want ze was toen pas 3 jaar. Voor haar stond vast dat het een ongeluk was en om die reden ben ik er nooit echt ingedoken. Maar merkwaardig genoeg heeft ze me in het laatste jaar van haar leven tot tweemaal toe gevraagd: “Chris, jij zoekt toch alles uit over de familie, Weet jij hoe mijn vader aan zijn eind is gekomen?” Ik heb haar toen verteld dat er naast de versie van het ongeluk nog een tweede versie bestond en of ze die wilde horen? Ja, dat wilde ze. Vanaf dat moment voelde ik me vrij op zoek te gaan naar de waarheid. Ik heb gezocht in oude krantenberichten, politie- en rechtbankarchieven, maar niets gevonden. Ik heb ook gesproken met Jan Baijens. Zijn grootvader Franciscus Jacobus Baijens woonde toen ook aan het Brugpad en hij was een van de personen die zijn overlijden kwamen aangeven. Hij moet dus geweten hebben wat er gebeurd was. Jan had in zijn familie nooit de details gehoord, maar herinnerde zich wel dat er altijd geheimzinnig gedaan werd als de dood van Jos de Veer ter sprake kwam. In zijn overlijdensaangifte staat dat Jos fabrieksarbeider was, dus dit is in elk geval niet in strijd met de versie van de mishandeling.
Het is nu bijna 100 jaar geleden, dus veel illusies maak ik me niet, maar misschien zijn er in Lith toch nog mensen die iets weten uit de overlevering. Zou dat het geval zijn, dan verzoek ik hen hierover contact op te nemen met de heemkundevereniging.
Bij voorbaat dank.