skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

De zusters Penitenten der Eenheid in Reek de oorlog (5): November 1944

De zusters Penitenten hielden Memorieboeken bij over hun klooster en hun gemeenschap. Ze vertelden van alledaagse dingen, zoals de aansluiting van waterleiding aansluiten omdat de Maas vervuild was met overleden soldaten, maar ook bijzondere gebeurtenissen in de omgeving. Erna Hodenius schreef hun verhalen over. Deel 5 van hun belevenissen.

Op 14 november kwam een huisgezin uit Nijmegen nl den heer en mevr Geurts en 4 kinderen en een zuster van mevrouw hier huisvesting zoeken in Reek. Daar er hier in het dorp reeds honderden evacuees gehuisvest waren, ook evacuees uit de Betuwe en paarden hebben wij hun opgenomen. Wij hebben hen de groote spreekkamer ten gebruike gegeven en 2 slaapkamers boven. Wij hebben voor hun gekookt en de wasch gedaan. Het waren diep godsdienstige menschen en zij waren altijd zoo tevreden. We hebben de lieve kindertjes Elly (7 jaar) Everdientje (6 jaar) Gerry (4 jaar) Joannes spreken geleerd met de verjaardag van hun vader. Kleine Wim was nog geen jaar oud. Uit dankbaarheid schonken fa Geurts 12 schoone handdoeken, 25 zakdoeken die waren in die tijd niet aan te komen en een schoone koorkap voor den eeredienst, ze hadden zelf een groote zaak in manufacturen die echter gebombardeerd is. Geld hebben we van die familie niet aan willen nemen en zeker niet van de evacuees in onze scholen die uit den arbeidersstand waren en die onze zusters die voor hun zorgden dikwijls geld in de hand hebben willen stoppen.

1 november 1944 werd het klooster der pater Jezuiten door de geallieerden opgevorderd voor de weermacht. De paters hebben volle karren inboedel bij ons en bij andere menschen gebracht. Bij ons zijn een pater en 5 oude broeders gekomen om te verblijven, de bedden en beddegoed zijn hiergebracht. Wij hebben hun de slaapkamer van mijnheer rector en een ander slaapkamer boven ten gebruike gegeven (onze rector sliep op de klapbed beneden)

Jezuietenklooster Mariendaal in Velp (foto: Wies van Leeuwen / Provincie Noord-Brabant. BHIC fotonr. PNB001025917)
Jezuietenklooster Mariendaal in Velp (foto: Wies van Leeuwen / Provincie Noord-Brabant. BHIC fotonr. PNB001025917)

De jonge fraters van Mariendaal gingen naar België en andere paters op pastorien enz. Maar na deze drukte kregen ze nog vergunning te mogen blijven en zijn de oude broeders na 2 dagen en nachten hier geweest te zijn weer vertrokken.

Het was ook onbegrijpelijk dat de Engelschen de paters Jesuiten eruit zetten, terwijl de vijandige moffen het niet eens gedaan hebben ofschoon wel dikwijls daartoe meenden over te gaan.

De bevrijding intusschen ging slechts langzaam vooruit. Arnhem was nog in handen der Duitsers. In november heeft een groote slag bij Arnhem plaats gehad. We hoorden hier het zware geschut donderen en op de slaapzaal zagen wij bij avond het vuur. Wij zijn van de slaapzaal afgegaan om een rozenhoedje in de kapel te gaan bidden voor de slachtoffers en s anderendaags hoorde we tot onze teleurstelling dat er 40.000 Amerikanen gesneuveld waren en de slag verloren. De geallieerden eerder waren terug geslagen. Er zijn in dezen tijd meerderen biddagen gehouden vooral omdat in het bezet gebied van Nederland zoo’n hongersnood was, wegens gebrek aan toevoer, alleen Brabant en Limburg waren vrij.

Koorgebed in de kapel van het Penitentnklooster, 1958 (foto: Ton Cruijsen. Bron: BHIC, Beeldcollectie Ton Cruijsen nr. 1903-000684)
Koorgebed in de kapel van het Penitentnklooster, 1958 (foto: Ton Cruijsen. Bron: BHIC, Beeldcollectie Ton Cruijsen nr. 1903-000684)

Wij hadden ook vanaf 1942 altijd een pas met foto bij ons, als we op reis moesten, dat had iedereen moeten laten maken, door de Duitse regeering en dat bleef van kracht, als men die niet bij zich had en men had het ongeluk aangehouden te worden, dan werd men gevangen gezet voor onderzoek. Dit geschiedde om spionage te beletten. Ook nu durfden toch nog Duitse spionnen in deze streek te komen met een valse pas. In Reek was een heer komen wonen, die zich uitgaf als leraar der Engelse taal. Hij kwam in ons klooster wel eens bij fam Geurts op bezoek en heeft aan onze zuster gevraagd voor geld met geholpen te worden in kleeding. Wij hebben het echter niet gedaan, daar we liever arme mensen voortrekken

Na enkele dagen hoorden wij dat hij een spion was en als zoodanig door de regeering was doodgeschoten. We hebben dien winter groote behoefte gehad aan brandstof en licht. Steenkolen kon men bijna niet krijgen en hout was zeer duur en elektrisch licht was langen tijd afgesloten. We hadden gelukkig van oudsher de petroleumlampen nog bewaard en konden nu deze lampen gebruiken. De Amerikanen en Engelsen lieten op meerdere plaatsen veel petroleum achter en die kon  hier en daar wel koopen. De Engelsen hebben ook vele parachuten achtergelaten van verscheiden meters lang en breed, van sterke  roode, groene en oranje zijde en met groote einden sterk zijden linten. Feitelijk moesten deze ingeleverd worden aan de regeering doch vele menschen maakten daarvan bloezen en andere kleeding. Wij hebben geen parachuten gehad.

Op 21 november overleed in onze naaischool een kind der evacuees van zes jaren oud, Doortje Hofs genaamd van een ingewandsziekte waaraan het vroeger reeds onderhevig was. Wij hebben het lijkje opgebaard op het geutje bij de kapel en het versierd met groen en bloemen. Het leek wel een engeltje uit den hemel. De ouders waren diep bedroefd maar toch overgegeven aan Gods H. wil. Het stoffelijk overschot is begraven op het RK parochiekerkhof te Reek. De evacuees in onze scholen bleven altijd goed tevreden, wij bezorgden de vrouwen handwerk zooals kleedjes borduren voor zich zelve en ander handwerk, ook schilden zij voor ons altijd de aardappelen. De mannen kloofden en zaagden hout voor al onze kachels en voor hen zelve, steenkool was er niet, deden voor ons altijd met plezier buitendorpsche boodschappen (daar er geen vervoer was, moest men dikwijls persoonlijk naar andere plaatsen goederen gaan koopen.)

En hielpen ons ook wel met suikerbieten schoon maken. Een onzer zusters ging in elke school iederen avond het rozenhoedje voorbidden en allen baden dan geknield mede. Hoe goed de evacuees zich gedroegen blijkt uit het volgende voorval. De overste ging bij avond het rozenhoedje voorbidden in de school, 2 mannen des evacuees waren op de binnenplaats nog bij het schijnsel eener lantaarn voor ons aan het suikerbieten klaarmaken en waschen. Ze wilden de heele partij nog afwerken in de vrees dat het ’s nachts zou vriezen. Ze wilden toen eerst het rozenhoedje komen bidden en dan weer beginnen  De mannen hadden zoo’n natte knieen en de overste zegden toen gerust te gaan zitten onder het gebed, maar ze wilden er geen gebruik van maken en bleven geknield evenals de anderen. Dat ze naderhand zoo laat nog aan het werk begonnen hebben we niet willen hebben maar ze door den knecht laten dekken.

 

Wil je meer verhalen van Erna Hodenius over de Penitenten in Reek lezen?

Klik hier voor meer verhalen

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.