De congregatie werd gesticht in 1806 door de Franse priester Jacques-Francois Dujarié van het diocees Le Mans. Als pastoor in Ruillé aan de Loir werkte hij met freule Zoë Rolland du Roscoät aan het herstel van de kerk na de Franse Revolutie. Hun aandacht ging vooral uit naar het katholieke onderwijs.
Dat was na het revolutionaire tijdperk nogal in het slop geraakt. Zo begonnen ze met een school en met de zorg voor zieken en gebrekkigen en de congregatie groeide gestaag.
De pastoor gaf de zusters de naam Communauté de la Providence, omdat ze zoveel voor elkaar gekregen hadden, terwijl ze nauwelijks een andere bron van inkomsten hadden dan de Voorzienigheid. Hun motto was dan ook: Deus providebit (God zal erin voorzien).
Onder druk van de antiklerikale politiek in Frankrijk aan het eind van de negentiende eeuw stichtten de zusters communiteiten in Engeland (1896) en België (1897). In 1902 kwamen ze naar Nederland en vestigden zich in Heer bij Maastricht.
Nog steeds bewegen de Zusters van de Voorzienigheid zich op het terrein van onderwijs, ziekenverzorging, bejaarden- en gezinshulp en pastoraal werk in parochies of bezinningshuizen.
In Noord-Brabant hadden de zusters huizen in Tilburg (Broekhovenseweg) en Maarheeze (Mariaklooster). Buiten Noord-Brabant was de enige vestiging in Heer.
Buiten Nederland is de congregatie actief in Indiana (V.S.) (deze vestiging is uitgegroeid tot een zelfstandige congregatie), Groot-Brittannië en België. In 1947 werd een missie gesticht op Ceylon en in 1964 volgde Madagaskar.
Foto’s Joséphine Zoé Rolland du Roscoät, moeder Marie-Madeleine (1781-1822). Bron: Database Franse congregaties, lemma Soeurs de la Providence. Wapenschild met motto van de Zusters van de Voorzienigheid. Bron: Database Franse congregaties, lemma Soeurs de la Providence. Het onderwijsteam in Lanklaar (B) in de jaren ’30. Bron: Seniorennet, “uit de geschiedenis van ons dorp, nr. 120”.
Bronnen Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010. Website Zusters van Voorzienigheid van Ruillé.
Dat was na het revolutionaire tijdperk nogal in het slop geraakt. Zo begonnen ze met een school en met de zorg voor zieken en gebrekkigen en de congregatie groeide gestaag.
Nog steeds bewegen de Zusters van de Voorzienigheid zich op het terrein van onderwijs, ziekenverzorging, bejaarden- en gezinshulp en pastoraal werk in parochies of bezinningshuizen.
