Piet Bosschenaar was het pseudoniem van Petrus Johannes van Rooij (’s-Hertogenbosch, 4 januari 1865 – ’s-Hertogenbosch, 14 december 1941). Hij was goudsmid gedurende zijn werkzame leven. Maar hij schetste in zijn artikelen ook een mooi beeld van Den Bosch in de jaren 1870 en van de teloorgang van de Bossche goud- en zilverindustrie.
De schrijver
Petrus Johannes van Rooij was de zoon van Gerardus Hendrikus van Rooij en Johanna Maria de Kroon. Op 27 februari 1889 trouwde hij in ’s-Hertogenbosch met Henrica Johanna van der Poel. Zij werd geboren op 27 oktober 1863 in 's-Hertogenbosch als dochter van Johannes van der Poel en Petronella Wilhelmina Cleerdin. Henrica overleed in 's-Hertogenbosch op 7 oktober 1929. Het echtpaar kreeg zeven kinderen.
Petrus van Rooij met zijn kleindochter in 1919 (bron: familie Van Rooij)
De geschriften
Piet Bosschenaar schreef een aantal artikelen over de Bossche goud- en zilverindustrie, die hij in 1935 als bundel uitgaf: De Bossche goud- en zilverindustrie in de laatste halve eeuw, uitg. Diocesane Bond van Goudsmeden en Horlogemakers in het Bisdom ’s-Bosch.
Daarna had hij de smaak te pakken. Hij ging meer schrijven over de algemene geschiedenis van de stad en haar bewoners: Den Bosch en de Bosschenaars. Waar die artikelen zijn gepubliceerd is nog niet bekend. Mogelijk gaat het om het blad van de diocesane goudsmedenbond, waarvan Van Rooij voorzitter was. Ze beschrijven een rondgang door de stad en de omgeving zoals die er rond 1870 moet hebben uitgezien. Daarnaast gaat het over de dagelijkse gang van zaken en over de feestelijkheden die er in die jaren werden gevierd.
In de volgende delen publiceren we zijn tekst, zoals die beschikbaar is gesteld door zijn nazaat Ben van Rooij.
