skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg

Den Bosch en de Bosschenaars (6) terug naar de Vughterpoort

Piet Bosschenaar was het pseudoniem van Petrus Johannes van Rooij (’s-Hertogenbosch, 4 januari 1865 – ’s-Hertogenbosch, 14 december 1941). Hij was goudsmid gedurende zijn werkzame leven. Maar hij schetste in zijn artikelen ook een mooi beeld van Den Bosch in de jaren 1870 en van de teloorgang van de Bossche goud- en zilverindustrie.

Vughterstraat 147 - 149. Hier was Hotel Groenhuis gevestigd (foto: Wies van Leeuwen / Provincie Noord-Brabant (BHIC, nr. PNB001034693)
Vughterstraat 147 - 149. Hier was Hotel Groenhuis gevestigd
(foto: Wies van Leeuwen / Provincie Noord-Brabant (BHIC, nr. PNB001034693)

Piet Bosschenaar eindigt zijn herinneringsrondje door de stad met een tocht door de Vughterstraat, terug naar zijn beginpunt bij de Vughterpoort. Daarna gaat hij in op een verdwijnend fenomeen: de eigen stoep.

Verder langs die wal tuinen van Hotel Groenhuis, Café Groenhuis, van Rijckevorsel, Tret enz. en aan het einde daarvan de grote rijtuigenfabriek, met smederij, wagenmakerij, rijtuigschilderij enz. van de Fa Teulings een complex van gebouwen, hetgeen nog wel te zien is. Aan de hoek op die berg, stenenmolen van Esch, die……er nog staat, alleen nu verwaarloosd, toen zeer druk, als bijzonderheid mag ik wel daarvan wel even vermelden, toen hij op zekere dag in brand stond, vooral de kap, en toen door de hitte de wieken gingen draaien, met vlammende linnen flarden. Heus, voor een jongen toch zeker wel iets om te onthouden.

Reclame van Rijtuigenfabriek Teulings (Arnhemsche Courant, 20 okt. 1890)
Reclame van Rijtuigenfabriek Teulings (Arnhemsche Courant, 20 okt. 1890)

We zijn weer aan de Vughterpoort, met op zij rechts de wachthuizen. Vroeger van de z.g. commiezen, toen nog bij het binnenkomen der poorten “invoerrechten” moesten betaald worden. Toen reeds woningen voor gehuwde militairen, en aan de andere zijde het “Zonneveld”. Ons werd verteld dat het vroeger “Galgenveld” heette evenals het nog in de nabijheid zijnde “Galgenstraatje’, en waar de tot de dood door den strop veroordeelde werd opgehangen.

Gezicht op de knuppeltjesbrug (Willemsbrug) met daarachter de molen van Van Esch. Links gedeelte van de rijtuigfabriek C.A. Teulings, Molenberg hoek Vughterdijk, c. 1900 (Bron: Erfgoed 's-Hertogenbosch, nr. 0003700. Publiek domein)
Gezicht op de knuppeltjesbrug (Willemsbrug) met daarachter de molen van Van Esch. Links gedeelte van de rijtuigfabriek C.A. Teulings, Molenberg hoek Vughterdijk, c. 1900 (Bron: Erfgoed 's-Hertogenbosch, nr. 0003700. Publiek domein)

In mijn tijd was ’t een tamelijk mooi vierkant plein, met lage lindebomen, doch daarvan men een stapelplaats van die ronde straatkeien had gemaakt, die overal in de straten uitgebroken, en waar zoveel mogelijk platte voor werden in de plaats gelegd. Ik zeg zoveel mogelijk, want aan de “stoepen” – meestal van gele klinkers, ook wel mooie van hardsteen en met mooie hekken erom – mocht de “stad” niet aankomen. Die hoorden bij het huis, en was dus persoonlijk eigendom van de eigenaar van het huis.

Stoep met hek voor de pastorie van de pastorie van de Sint-Pieterskerk, Achter de Tolbrug 11, c. 1965 (foto: J.A.M. Roelands. Bron: Erfgoed 's-Hertogenbosch, nr. 0045789. CC0)
Stoep met hek voor de pastorie van de pastorie van de Sint-Pieterskerk, Achter de Tolbrug 11, c. 1965 (foto: J.A.M. Roelands. Bron: Erfgoed 's-Hertogenbosch, nr. 0045789. CC0)

Zoals men begrijpt is daar nogal wat om te doen geweest, toen Den Bosch nog geen trottoirs had. Werd nu door een eigenaar zo’n stoep afgestaan, dan werd vanwege de stad een trottoir gemaakt van mooie platte stenen, dat op vastgestelde hoogte, dus veel hoger als die klinkerstoepjes, werd gelegd en ’t dus voor die huizen, met een eigen en dus veel lager gelegen stoepjes, altijd een modderpoel zonder afvoer werd. En dus werden die eigen stoepjes vanzelf weggepest. Het allerlaatst is wel gebleven, zelfs jaren lang, omdat men geen afstand wilde doen, die mooie hardstenen stoep, met ijzeren hek, van Van Rijckevorsel op ’t Ortheneinde. Later nog bewoond door Jhr. F. Bosch van Drakestein Rouppe van der Voort, de zoon van de Commissaris der Koningin, thans natuurlijk alles “de Gruijter”.

Lees ook de andere delen

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.