Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
|
Johannes Cornelius Donatus (Jan) Witlox |
Die zondagmiddag werd ik met het rijtuig van een bevriende boer naar de Berkelse kerk gebracht voor de doop. Pastoor Van Tilborg doopte me. Opa Van de Wouw en tante Cor waren bij de doop aanwezig.
Bij de doop kreeg ik drie doopnamen, zoals alle vijf de kinderen in ons gezin. Bij alle vijf de kinderen waren de eerste twee namen niet zomaar bedacht of omdat ze in de mode waren. Nee, we werden “vernoemd” volgens het toen gebruikelijke systeem.
Ik was de tweede zoon en ook het tweede kind. Daarom werd ik vernoemd naar de vader van mijn moeder Jan Johannes van de Wouw en naar de oudste zus van mijn moeder, tante Cor (Cornelia). Mijn oudste broer werd vernoemd naar de vader van mijn vader, Adrianus Witlox en de oudste en enige broer van mijn vader, Theodorus Witlox.
Beeltenis van Donatus in de kerk van Berkel © Foto: Cees van der Poel |
De derde doopnaam was bij ons die van een heilige die veel betekende voor mijn ouders. Een beschermheilige. Voor mij was dat Donatus. Donatus wordt vereerd in het Rijnland en de Lage Landen als beschermer tegen onweer, bliksem, hagel en brand. In de kerk van Berkel is een beeltenis van Donatus te zien.
Er kunnen een paar redenen zijn geweest voor mijn derde doopnaam. De overvliegende V1’s leverden natuurlijk, als ze omlaag kwamen, een groot risico op voor brand. Mijn moeder schreef in mijn levensloop dat ze dikwijls met me onder de dekens kroop uit angst voor de V1’s.
Verder weet ik, dat mijn moeder als dienstmeid een boerderijbrand heeft meegemaakt. De bliksem was ingeslagen. Ze heeft nog een aantal koeien naar buiten kunnen krijgen. Op de een of andere manier is ze daarbij bewusteloos geraakt.
Toen ze bij kennis kwam, lag ze een eindje van de boerderij in het veld. Ze was later heel erg bang voor vuur/brand.
Bij de aangifte van mijn geboorte op het gemeentehuis (Burgerlijke Stand) werden als voornamen dezelfde namen opgegeven als bij de doop. Dat was ook wel gebruikelijk. Mijn roepnaam (Jan) tenslotte is afgeleid van de doop-/voornaam: Johannes. Het woord zegt het al, de roepnaam was de naam waarmee je normaal gesproken werd aangesproken.
Door het “vernoemen” kwamen soms bij meerdere kinderen in het gezin dezelfde voornaam voor. Dan werd een andere roepnaam gekozen. Zo had ik een broer wiens eerste voornaam ook Johannes was. Hij kreeg als roepnaam Hans.