skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Doordrinken totdat je erbij neervalt

Tijdens een ruzie krijgt Dierick Fredericxken begin 1628 een flinke haal met een mes. De chirurgijn die de wond bekijkt, oordeelt dat de verwonding niet levensbedreigend is. Zolang Dierick het maar rustig aan doet en vooral niet te veel drinkt. Met die goede raad op zak gaat Dierick op pad (en doet daarna alles wat de dokter verboden heeft, alle gevolgen van dien).

Thomas Adriaens is een schamele ambachtsgezel uit Aarle Rixtel, geboren uit katholieke ouders en die hebben hem in de roomse religie opgevoed. Voor zijn omgeving staat Thomas bekend als een vroom en eerlijk man, die leeft naar tevredenheid van de geestelijke en wereldlijke overheid. Zijn reputatie is bekend bij zijn dorpsgenoten. Hij heeft altijd zijn uiterste best gedaan om ‘met Godt ende eeren door grooten aerbeijt te mogen door de werelt te geraecken’. Er is echter geen koe zo bont of er zit wel ergens een vlekje aan. Zo ook bij Thomas, die verwikkeld raakt in een vechtpartij, waarbij tenslotte zijn broer de klappen uitdeelt.

Op de  feestdag van Sint Stephanus 1623 is Thomas na de middag met zo’n tien tot twaalf personen wat gaan drinken in het huis van secretaris Hendrick Verbeeck. Hij is er samen met zijn broer Jan Ariëns, Dierick Fredericxken en Mr. Willem Willems. Nadat het merendeel van het gezelschap alweer vertrokken is, blijven Thomas en zijn broer nog even napraten, zonder daarbij verder nog iets te drinken.

'Fraij en fijn volck'

Na ruim een kwartier komen de beide andere heren terug, rukken aan de klink van de deur en stappen de secretariskamer weer binnen. Een van hen zegt: “Ghij bent hier fraij en fijn volck”. De secretaris vraagt hen : “Waerom…wat is uliedens wedervaeren oft overcommen?” De indringers geven hem te verstaan: “Het sijn dieven en schelmen die ons te Leunen vuyt de kerre hebben getrocken”. [Onbekend is of Leunen een gehucht onder Aarle Rixtel is, of dat Leuven bedoeld is of dat we te maken hebben met een verschrijving van Nuenen?]

Zo gaat het bij Verbeeck nog even over en weer, wat uitloopt op een worstelpartij tussen Mr. Willem en Jan Ariëns. Dierick springt er tussen, maar loopt via een messteek een verwonding op aan zijn hals. De te hulp geroepen chirurgijn oordeelt dat het letsel zeker niet fataal is, maar adviseert het slachtoffer thuis te blijven, rust te nemen en zich zeker niet te buiten te gaan aan overmatig drankgebruik. Hij slaat dit advies danig in de wind, begeeft zich af en toe naar het huis van de secretaris en drinkt er stevig, soms tot in de nachtelijke uren. Van thuis rust houden is weinig sprake. Tot overmaat van ramp presteert Dierick het om hartje winter, terwijl zijn wond onvoldoende genezen was, door de sneeuw heen te banjeren richting Beek & Donk.

Fataal

Door al die onachtzaamheid en excessen is de toestand aanzienlijk verergerd en is de wond weer opnieuw gaan bloeden. Dat wordt hem uiteindelijk wél fataal en hij overlijdt tenslotte toch aan zijn verwonding. De dader heeft zich met de familie verzoend. Uit vrees voor een justiële vervolging is Jan uit Aarle Rixtel weggetrokken en heeft lange tijd moeten leven ‘in continuelycken groote miserie van sieckte ende armoede’. Goed voor hem dat er een H.Geesttafel was, want hij had niet één stuiver te verteren! Uiteindelijk richt hij een ootmoedelijk verzoek aan Brussel om hem een remissiebrief toe te zenden. Dat verzoek wordt gehonoreerd.

Deze bijdrage van Henk Beijers maakt onderdeel uit van een serie korte verhalen over 16de – en 17de – eeuwse Brabanders, ontleend aan de Remissieboeken uit de Rekenkamer Delen van het Algemeen Rijksarchief Brussel RANB - toegangsnummer 1107 inventarisnummers (656.7.5 – 7 februari 1628).       

Illustratie via Rijksstudio

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.