Op dinsdag ging kapper Piet altijd de boer op om klanten uit een dorpje in de buurt te knippen of te scheren. Op een keer moest Piet een boer gaan knippen waarvan hij wist dat deze een ren vol mooie legkippen had.
Bessen op alcohol
Om de kippen van de boer een beetje te verwennen en omdat hij het ook zonde vond om de droesem van de zwarte bessen op brandewijn weg te gooien, deed hij deze in een zak en nam deze mee naar zijn klant. Voordat hij de boerderij binnenging, liep hij eerst even langs de kippenren en gooide de met alcohol doorgedrenkte bessen in de ren. De kippen die zo’n lekker hapje kennelijk niet gewend waren, stortten zich op de onverwachte versnapering. Lachend ging de onverlaat daarna de boerderij binnen maar vertelde de boer niet wat hij had uitgehaald.
Na de knip- en scheerbeurt van de boer liep deze even met kapper Piet over het erf. Gekomen bij de kippenren zag hij dat zijn kippetjes in een wel heel vreemde houding in de ren lagen. Sommige lagen met de poten omhoog en gaven geen enkel teken van leven meer. Hij kon maar niet begrijpen wat er met zijn hoendertjes aan de hand was. Piet betoogde dat hij de kippen bij zijn aankomst nog gewoon door de ren had zien lopen en dat hij ook niet begreep wat er aan de hand kon zijn. Pietje begreep dat zijn bessenactie een, ook voor hem, onverwacht gevolg had gehad en maakte snel dat hij wegkwam.
Van de leg
Vier weken later moest hij weer voor een knip en scheerbeurt bij dezelfde boer zijn. Toen hij zijn werk had gedaan, vroeg hij langs zijn neus weg hoe het met de kippen van de boer was afgelopen. Deze vertelde hem dat de dag daarna de kippen weer helemaal gezond en monter door het hok liepen maar dat zij nadien geen ei meer hadden gelegd. Hij zei dat hij zoiets in zijn hele leven niet had meegemaakt en dat hij maar niet kon begrijpen wat er was gebeurd. Piet begreep het wel maar hield wijselijk zijn mond. Hij wilde zijn goede klant niet verliezen.
Een hele tijd later vertelde kapper Pietje aan de boer wat hij met zijn kippen had uitgehaald. De enige reactie van de boer daarop was: "Piet gij zijt een verrekte rotzak en als ik toen hah geweten wat gij had uitgehaold, dan had ik jou met de riek in oe reet gestoken. Gij hah me dah verhaol pas moeten vertellen nadat gij voor het knippen en scheren betaold waar. Nou betaal ik jou deze keer gin dubbeltje. Ik heb dan toch nog een bietje schadevergoeding. Pietje gij zijt een verrekkeling en as ik jou een keer kan terugpakken dan zal ik dah nie laoten.”
Er zijn meer - wat geromantiseerde - verhalen over Pietje te vertellen.
