
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Rond 22.30 uur werd een Halifax III met de codering NA-260 neergeschoten door een Duitse nachtjager, gevlogen door Hptm Gerhard Raht van I/NJG 2. Die nacht schoot Raht zes bommenwerpers uit de lucht.
Het toestel vol bommen explodeerde in de lucht boven het bos bij Café De Vos, waardoor de brokstukken over een gebied van vele honderden meters verspreid raakten.
De volledige bemanning, op één man na, kwam bij deze explosie om. Die ene was navigator Capt Stanislas, die uit het toestel werd geslingerd en veilig per parachute wist te landen. Ook de boordschutter in de voorste geschutskoepel was met koepel en al uit het ontploffende vliegtuig geblazen. Hij werd de volgende ochtend vroeg gevonden met een weliswaar ontplooide maar ook ernstig beschadigde parachute. De man zelf was zwaargewond. Deze S/Lt Corentin Pierre Marie Rognant overleed enkele uren later in het ziekenhuis in Weert.
De anderen stierven in de explosie: Adj chef Jean-Marie Georges Aulen, piloot (32); Sgt chef Henri André Berdeaux, radiotelegrafist (25); Sgt Roger Victor Emile Bordelais, boordschutter (23); Sgt Maurice Jules Auguste Bordier, boordschutter (30) en Sgt chef Raymond Gaston Patry, boordwerktuigkundige (30). Ze werden aanvankelijk allemaal in Woensel begraven, maar na de oorlog overgebracht naar lokale kerkhoven in Frankrijk. Bordier werd herbegraven op het Frans Militair Kerkhof in Kapelle en Rognant op de erebegraafplaats in Swartbroek (Limburg).
Het 347 squadron was een volledig Frans squadron binnen de RAF. De Fransen zelf noemden dit bommenwerpereskader ook Groupe de bombardement I/25 “Tunisie”. De andere Halifax, de NA-197, werd volgens de radiotelegrafist Brillard door dezelfde jager geraakt als waardoor de NA260 was neergeschoten. De brandstoftanks vatten vlam en gezagvoerder Pelliot gaf zijn bemanning bevel te springen. De piloot bleef echter op zijn post om het vliegtuig zo lang mogelijk in de lucht te houden. Daardoor konden vier man zich nog in veiligheid te brengen.
Het toestel boorde zich uiteindelijk meters diep in de grond achter de boerderij van Frans Maas, de “Veluwe”. De piloot, Sgt chef Jean-Marie Aristide Bagot (27), en de boordschutter, Sgt Paul Marie J. Le Mihouard (23), vonden in die diepe krater echter hun graf. Hun lichamen zijn nooit geborgen, zodat zij officieel nog steeds als vermist staan geboekstaafd. Bijna een week na de crash, op 13 februari, werd een eind verderop van de inslagkrater het lijk gevonden van Capt Bernard Louis Henri Pelliot (31), de navigator en gezagvoerder van deze tweede Halifax. In de buurt lag zijn parachute die maar ten dele was opengegaan. Waarschijnlijk was hij te laat geweest om nog veilig te kunnen springen.
De vier overlevenden van deze tweede crash waren Adj Moll, boordwerktuigkundige; Lt Rollet, bommenrichter; S/C Brillard, radiotelegrafist en Adj Loiselot, staartschutter. Brillard kwam in december 1945 terug naar Nederland met een delegatie van het Franse Rode Kruis.
Hij wilde zien of de crashlokatie, het ongemarkeerde graf van twee van zijn kameraden, niet op een of andere manier aangeduid zou kunnen worden. Met behulp van kapelaan Janssens uit Nederweert en leden van Jong Nederland, afd. Nederweert, kwam het zover dat er een ruw houten kruis zou worden opgericht.
Op Goede Vrijdag 1946 (19 april) werd in bijzijn van een Franse delegatie een kruis opgericht van vijf meter hoog, voorzien van een tekstbordje: “Ici sont tombés pour notre liberté Paul Mitouard (23) et Jean Bagot (27)”. In 1946 was dit nog onontgonnen gebied. Maar het duurde niet lang voordat deze gronden in cultuur werden gebracht, waardoor het kruis zou verdwijnen.
In 1951 gaven B en W van Asten nog te kennen dat het in de bedoeling lag om ter plekke een gedenkzuil op te richten in plaats van het kruis, dat in 1952 inderdaad weggehaald is. Die ereschuld werd echter niet ingelost, totdat er in 2000 een initiatief kwam voor een monument voor álle in de Peel omgekomen vliegtuigbemanningen.
En zo werd in 2002 in Ospel bij bezoekerscentrum Mijl op Zeven een oorlogsmonument onthuld ter nagedachtenis aan alle 95 vliegtuigbemanningsleden die in de Peel zijn omgekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het gemeentebestuur van Asten droeg daar financieel aan bij.