Niet ver van de Maasdijk bij Velp staan enkele witgeverfde betonnen paaltjes in een grasberm. Ze zijn niet anoniem, want er staan drie letters op: WdM, van Waterschap De Maaskant. Er moeten veel meer van die paaltjes zijn geweest, in de hele regio tussen ’s-Hertogenbosch en Vierlingsbeek. Want zo groot was jarenlang het werkgebied van Waterschap De Maaskant, dat zeggenschap had over de Maasdijken, gemalen, weteringen, stuwtjes en zelfs over polderwegen.
Het verhaal van het waterschap begint net na de Eerste Wereldoorlog. Gemeenten en boerenorganisaties in het Land van Cuijk stellen dan alles in het werk om de Beerse Overlaat te mogen ophogen tot 10,80 meter boven NAP. Volgens goed Nederlands gebruik moet daarvoor eerst een commissie worden ingesteld: de Commissie Jolles.
Dat duurt enkele boeren in het Land van Cuijk iets te lang: eind 1919 gaan zij zelf aan het werk bij de overlaat. Maar hun noeste arbeid wordt tenietgedaan door de overstromingen van januari 1920. Grote delen van het Land van Cuijk, maar ook Oss, Lithoijen en Lith worden getroffen.
Toch heeft alle overlast ook een positief gevolg: iedereen in de regio, van hoog tot laag, vindt dat er eindelijk iets moet gebeuren. Dankzij enkele Brabantse parlementsleden, onder anderen Deckers, Koolen en Van Sasse van Ysselt, dringt dat besef ook tot Den Haag door: op 26 november 1920 wordt een bedrag van 525.000 gulden bestemd voor de gedeeltelijke ophoging van de overlaatkade tot 10,80 meter boven NAP.
Het Rijk weigert
Bovendien laat de regering weten dat er een instelling moet zijn waarmee kan worden onderhandeld over de bijdragen van de belanghebbenden in Noordoost-Brabant in de kosten van de verhoging van de overlaat. Want het Rijk weigert voor alle kosten op te draaien. De door het Rijk verlangde instelling moet zeggenschap hebben over het hele stroomgebied van de Beerse Maas en bekostigd worden uit bijdragen van de belanghebbende grondeigenaren.
Een groot waterschap voldoet aan die criteria, maar de oprichting daarvan is een zaak van de provincie. Die laat de zaak niet op zijn beloop: al op 22 februari 1921 nemen Provinciale Staten van Noord-Brabant het besluit tot oprichting van Waterschap De Maaskant. Van Sasse van Ysselt is voorzitter van het bestuur, waarin verder de hele regio van ’s-Hertogenbosch tot Vierlingsbeek is vertegenwoordigd.
