Op Koninginnedag 1971 trad het Tongelrese St Catharinagilde in Den Haag op, samen met een groot aantal andere Brabantse schuttersgilden. Na een tocht door de stad werd er op het Plein om de vogel geschoten. En zo kon met een goed gemikt schot een Haagse burgemeester erekoning van het Tongelrese gilde worden.
Het koningsschieten was het spectaculaire sluitstuk van de Haagse Koninginnedagviering in de binnenstad dat jaar. Voor de schutterswedstrijd waren zeven prominente Hagenaars uitgenodigd, onder wie schaatser Peter Notett en burgemeester Marijnen. Deze laatste bracht de vogel aan het wankelen, waardoor hij zich die dag koningsschutter van het Catharinagilde mocht noemen. Daar stond natuurlijk tegenover dat hij het gilde een zilveren koningsschild schuldig was.
Vóór het schieten maakten de ruim 600 Brabantse gildebroeders (plus de mannen van het Haagse Sebastiaansgilde) een front richting de hoogwaardigheidsbekleders op het Plein en brachten ze de vendelgroet.
Ik zwaaide bij die gelegenheid met ons gildevaandel burgemeester Marijnen boven het hoofd, als uiting van trouw aan het gezag.
Vóór het schieten maakten de ruim 600 Brabantse gildebroeders (plus de mannen van het Haagse Sebastiaansgilde) een front richting de hoogwaardigheidsbekleders op het Plein en brachten ze de vendelgroet.
