Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Kort na de bevrijding van concentratiekamp Buchenwald in 1945 filmden de Amerikaanse strijdkrachten het relaas van enkele overlevenden. Op deze film vertelt de Eindhovense Philipsmedewerker Sergej Kaplan kort zijn aangrijpende verhaal.
Ingenieur Sergej Kaplan op een 'still' uit de Amerikaanse filmopnamen van concentratiekamp Buchenwald net na de bevrijding van het kamp. |
Ingenieur Sergej Kaplan was sinds 1933 werkzaam als afdelingschef bij het Philips Natuurkundig Laboratorium en woonde met zijn vrouw Lucy (officieel Olga) Levitan in Eindhoven. Sergej en Lucy waren uit Berlijn afkomstige stateloze Russische Joodse vluchtelingen. Zij woonden door de jaren heen op verschillende adressen in Eindhoven en de laatste BS-registratie in 1940 was op het adres Jan Luikenstraat 23. Op 12 januari 1938 werd in het St. Anna Ziekenhuis in Geldrop dochter Nina Juliana geboren. Het gezin verhuisde later naar Hilversum. Waarschijnlijk heeft Sergej een betrekking aanvaard bij een andere branche van Philips, de Nederlandsche Seintoestellen Fabrieken. Op 19 maart 1940 werd het gezin uitgebreid met dochter Valentina Marianne.
Na de Duitse inval op 10 mei 1940 heeft het gezin nog een verwoede poging gedaan om via IJmuiden naar Engeland te vluchten. Dit plan mislukte. Een eerste lichting Joodse vluchtelingen kon nog worden meegenomen door een vrachtschip van de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, dat toevallig in de haven voor anker lag, maar daarna werd alle toegang tot de haven geweigerd. Dramatische taferelen hebben zich op de kade afgespeeld, omdat er geen uitreismogelijkheden meer waren. Een andere vluchtpoging om via Spanje te reizen was geen optie vanwege baby Valentina. Ten einde raad verhuisde het gezin terug naar Eindhoven waar Sergej aan de slag ging bij SoBu.
Het Philipsconcern probeerde vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog zijn Joodse werknemers te beschermen en zette in Eindhoven een aparte afdeling, het Bijzondere Opdrachten Bureau (SoBU), voor hen op. De Joodse medewerkers van dit speciale opdrachtenbureau werden als 'onmisbaar' bestempeld en stonden veelal op een emigratielijst. Dit leverde uitstel van deportatie op tot augustus 1943. Deze SoBu stond los van de opgerichte Philipswerkplaats (Philipskommando) in Kamp Vught.
Gewaarschuwd voor een op handen zijnde inval in juli 1943 heeft het echtpaar de wijsheid gehad om de kinderen onmiddellijk te laten onderduiken. De twijfel was groot, omdat Valentina ernstig ziek was. De zusjes zijn door een bevriend echtpaar per fiets met kinderzitje opgehaald en de volgende dag naar het treinstation in Eindhoven gebracht. Sergej en Lucy hebben op het station van afstand kunnen zien hoe verzetsman Frans Westerveld de kinderen overnam in de trein richting Zuid-Limburg. Vooral in Heerlen en omgeving was een groot verzetsnetwerk actief. Niet voor niets noemden de Duitsers Heerlen een groot 'Untertauchnest'.
In eerste instantie bleven de zusjes bij elkaar, maar later werden zij gescheiden. De zusjes spraken onderling Russisch en konden daarom al niet bij elkaar blijven. Nina kwam onder hoede van “Ma de Grebber' (Elisabeth de Grebber) uit Bunde, een voormalige directrice nijverheidsonderwijs. Ma de Grebber bewoonde een groot huis, de Sint Anthoniushoeve, en zorgde voor Hongaarse kinderen van ongehuwde moeders. Nina ging in Bunde naar een katholieke school onder de naam “Maria Westerveld”. De driejarige Valentina werd ondergebracht als 'Letty Roelofs' bij de familie Roelofs te Heerlen, een gezin met zes kinderen en inwonende grootvader. De zusjes Kaplan overleefden de Tweede Wereldoorlog dankzij de onbaatzuchtigheid van goede Nederlanders.
Sergej en zijn vrouw ontvluchtten Eindhoven en werden kort daarna bij vrienden in Kaag gearresteerd. Beiden werden voor ondervraging overgebracht naar de beruchte Scheveningse gevangenis, waarna Lucy op transport werd gezet richting kamp Westerbork. Lucy wist tot september 1944 steeds aan deportatie te ontsnappen dankzij bekenden van de Joodse Raad. Zij werd met een van de laatste treinen in 1944 doorgestuurd naar Theresienstadt.
Sergej belandde als 'Haftling' in kamp Vught en is met het transport van 24 augustus 1943 (via Vught) van Westerbork naar Auschwitz vertrokken, een onmenselijke treinreis van drie dagen in een veewagon met de dood als eindstation.
In het filmpje van 1945 vertelt hij dat hij de enige overlevende is van dit transport van ongeveer 1000 personen. Hij heeft kunnen overleven omdat hij jong en goed gezond was bij aankomst in Auschwitz. Bovendien werd hij er snel uitgepikt als 'Specialist', een Philips 'Facharbeiter'. Het moet een geruststelling zijn geweest, dat hij zijn dochters voor ellende en de dood heeft kunnen behoeden. Ook Lucy overleefde ternauwernood Theresienstadt.
In totaal zijn in Europa zes miljoen Joodse medemensen door een misdadig totalitair regime de dood ingejaagd. Opdat wij niet vergeten.