Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Hoe we dit zo precies kunnen weten? De brandweercommandant heeft het allemaal keurig voor ons bijgehouden!
Nou ja, niet echt voor ons natuurlijk. De brandweer was namelijk verplicht om zogenoemde brandrapporten bij te houden. In Nistelrode zijn de rapporten over de periode 1941-1969 bewaard gebleven. En daarin lezen we bijvoorbeeld precies hoe laat de brandweer uitrukte, wat ze aantrof en wat de brandoorzaak was.
Die rapporten werden doorgestuurd naar de Rijksinspecteur van het Brandweerwezen. Nistelrode behoorde tot het district Eindhoven. Dat de rapporten daar niet gewoon op de grote hoop belandden, maar serieus doorgenomen werden, blijkt uit een briefwisseling over die brand van 21 april.
De inspecteur had namelijk uit de krant vernomen dat tenminste één persoon ernstige brandwonden had opgelopen en dat daarnaast enkele varkens, een aantal kippen en een geit ten prooi waren gevallen aan de vlammen. Maar in het toegestuurde brandrapport vond hij dat allemaal niet terug, zo schreef hij aan de burgemeester van Nistelrode.
Na intern overleg bleek de krant met een korreltje zout te moeten worden genomen. Er was inderdaad per ongeluk in het rapport melding gemaakt van een koe, waar het eigenlijk een varken betrof. Maar de verwondingen van dat ene slachtoffer waren van dusdanig geringe aard, dat vermelding echt niet nodig was!
De grootste brand gedurende de oorlogsjaren vond plaats in de nacht van 15 op 16 juli 1941. Naast de commandant en vijftien brandweerlieden werden tientallen vrijwilligers ingezet om een flinke bosbrand te blussen. Gedacht werd aan brandstichting door middel van brandplaatjes, die uit vliegtuigen zouden zijn gegooid – een oorlogshandeling!
Maar bij nader onderzoek werden door de commandant geen brandplaatjes gevonden. De meer logische verklaring was brandstichting door een tweetal personen, dat diezelfde avond zeven kippen had ontvreemd en vervolgens het bos in was gejaagd.
De meeste branden ontstonden overigens niet door oorlogshandelingen. Soms waren het spelende kinderen met lucifers, die voor brandjes zorgden, soms simpelweg onachtzaamheid. Ook gebrekkige schoorstenen wilden nog wel eens een uitslaande brand veroorzaken.
Meestal ging het om bos- en heidebranden, die gelukkig met schoppen en het strooien van zand al gedoofd konden worden. En dat was maar goed ook, want bluswater was vaak niet beschikbaar.
Gebrek was er trouwens ook aan benzine, zeker tegen het einde van de oorlog. Zo moesten na een brand op 6 juni 1944 paarden de brandspuit terugbrengen, omdat de benzinevoorraad geheel uitgeput was.
Hoe nauwkeurig de rapporten werden opgemaakt, blijkt wel bij het lezen van het rapport van een brand op 18 april 1944. Nadat G. Verwijst in Nistelrode om 18.05 uur de brand meldde bij commandant J. van Steenbergen, sloeg deze een minuut later alarm en rukte de brandweer twee minuten later uit. Om 19.15 uur waren de mannen echter alweer terug!
‘Het bleek, dat de brand plaats had onder de gemeente Veghel, zoodat niet tot blussching is overgegaan.’ Er zijn immers grenzen!