Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De huidige Willibrorduskerk was namelijk 75 jaar geleden, op 7 september 1927, ingezegend. Na de officiële opening van de tentoonstelling brachten Theo van Doorn (zang) en Koen Pillot (piano) een prachtig lied ten gehore dat het thema van de tentoonstelling voortreffelijk illustreerde (met dank aan beide heren voor het beschikbaar stellen van de tekst en de link naar het filmpje op YouTube):
(wijze: La Montagne van Jean Ferrat. (Het Dorp, Wim Sonneveld). Trad. Bewerkt door Theo van Dooren en Koen Pillot)
1 Wanneer ik hier een liedje zing Duik ik in mijn herinnering Denk aan de dagen van weleer De kerk was Zondags vijfmaal vol Dat speelde toen een grote rol Men ging tenminste wel twee keer Mijnheer pastoor was een prelaat Van ver boven de middelmaat 'k zie hem nog door de straten schrijden De kapelaans een stuk of drie Woonden toen op de pastorie Met in de huishouding twee meiden |
|
Refrein Ach ja, dat rijke roomse leven Daar denk ik nu nog dikwijls aan Ik was een kind en wist niet beter Dan dat het nooit voorbij zou gaan |
|
2 De scholen waren in die tijd Nog aan een heilige gewijd Daar gingen roomse kinderen heen De religieuzen met gezag Zwaaiden de scepter daar en ach Ze waren streng in 't algemeen En eens per maand in ganzenpas Gingen we met de hele klas Om onze zonden te belijden En in de biechtstoel kwam gesmeerd Het rijtje uit het hoofd geleerd Ja mens dat waren nog eens tijden |
|
Refrein
En naar de schoolmis elke morgen Dat kwam op je rapport te staan Ik was een kind en wist niet beter Dan dat 't nooit voorbij zou gaan |
|
3 Elk clubje dat werd opgericht Herinnert u zich ook wellicht Dat kreeg een geest'lijk adviseur De missie was nog ver van hier We spaarden veel zilverpapier Voor al die heidenen in kleur Was je niet van de middenstand Dan werd je nooit een collectant Dan kon je hooguit kerkwacht worden Dat waren mensen met zo'n band Die met een harde werkmanshand Degeen die sliep steeds wakker porden |
|
Refrein En bouwpastoors zag je er velen Op Zondag op de preekstoel staan Ik was een kind en wist niet beter Dan dat 't nooit voorbij zou gaan |
|
4 Je had toen feesten bij de vleet Je Zondags pak hing steeds gereed Processies trokken over straat De bruidjes in een lange rij De zangers, de verkennerij Devotie straalde van 't gelaat Het rozenhoedje duurde lang Voor donderpreken was je bang De wierooklucht was om te snijden Het vespersuur, lof en gebed En de retraites waren pet Met rechts de jongens en links de meiden.... |
|
Refrein De kerk was alles in je leven Bepaalde toen heel je bestaan Ik was een kind en wist niet beter Dan dat 't nooit voorbij zou gaan |
|
5 De vasten tijd was lang en zwaar Geen vlees of snoep of een sigaar Je vastentrommeltje zat vol Op goede Vrijdag diepe rouw Geen jubilea, geen getrouw De kerk speelde een grote rol Het geld bepaalde wie je was Je trouwde eerst' of tweede klas Met rode vanen of een loper En dan bij de begrafenis Deden drie heren soms de mis Met één heer was het wel goedkoper |
|
Refrein Het was zo schoon dat roomse leven Zo trouw, zo klakloos nam je aan Ik was een kind en wist niet beter Dan dat 't nooit voorbij zou gaan |
|
6 En dan op kerkelijk gezag Hielden we ook onthoudingsdag Dan kreeg je vis met botersaus We kenden toen nog bankenpacht Een protestant die was verdacht En onfeilbaar was de paus Weet u nog wat een aflaat deed? Als iemand aan een ziekte leed Hield de familie een novene Och als ik alles zingen zou Stond ik hier tot het morgen dauw Er is toch o zo veel verdwenen |
|
Refrein Maar ach ons rijke roomse leven Daar denk ik soms met weemoed aan Ik was een kind en kon niet weten Dat het voorgoed voorbij zou gaan |