Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Frans Kuijpers, zoon van Josephus Martinus Kuijpers en Catharina Schapendonk, was drie maanden eerder, op 28 januari 1948, gesneuveld te Java.
Dit prentje met bijbehorend gedicht heb ik gevonden in een fotoalbum van mijn overleden tante. Meer gegevens heb ik niet, wellicht weet iemand meer.
Inmiddels heb ik het volgende gevonden in het boek van Broeder Adelbertus (Pieter Vermeule), Geschiedenis van Den Dorpe van Haaren(Haaren, c. 1980). Dit is een citaat uit dat boek:
Lange tijd hoorde men niets dan goede berichten, tot op 28 januari 1948 Haaren het droevige bericht bereikte, dat onze dorpsgenoot Frans Kuijpers gesneuveld was. Onze pastoor L. de Rooy schreef toen: “Het betreurenswaardige overlijden van Frans Kuijpers heeft het medeleven van alle Haarense mensen met onze jongens in Indië weer aangewakkerd, hetgeen duidelijk blijkt door de toegenomen belangstelling die het wakkere thuisfront allerwegen ondervindt.”
Uit een brief van de legeraalmoezenier, waarbij Frans diende, vernamen we de nadere bijzonderheden: “Op woensdag 28 januari kreeg Frans opdracht om met drie andere jongens de fouragewagen naar Soemedang te begeleiden. De weg die deze wagen had af te leggen slingert zich door een grillig bergterrein, waar de vijand de gelegenheid heeft, om passerende auto’s te beschieten. Toen de auto de kronkelende helling afdaalde, werd op de inzittenden plotseling het vuur geopend. Ongeveer 50 man lag boven aan beide zijden van de weg tussen het groen verscholen om de jongens onder vuur te nemen. In een bocht van de weg hadden de sluipschutters van te voren grote steenblokken opgestapeld met de bedoeling dat de auto hierdoor zou verongelukken.
Inderdaad is dit ook gelukt, want toen de dokter en aalmoezenier 10 minuten later op het terrein van de ramp aankwamen, wat de omgevallen wagen het eerste wat ze te zien kregen. Na versterking gehaald te hebben vonden we Frans aan de rand van de weg liggen met een dodelijk schot door het hoofd. Nadat hij uit de gekantelde wagen was gevallen, schijnt hij nog een stuk gelopen te hebben om te ontsnappen, maar helaas is dit niet gelukt. De aalmoezenier heeft hem dadelijk de absolutie gegeven.“
Donderdag 29 januari heeft in Bandoeng op het militaire ereveld de bijzetting plaatsgehad. Om 10 uur werd een plechtige uitvaart gehouden in de kathedraal van Bandoeng. Ongeveer 175 militairen van alle rangen waren daarbij tegenwoordig. Na deze uitvaart werd een lange stoet geformeerd om daarna naar de begraafplaats te rijden. De wagens met de vier slachtoffers van deze beschieting reden voorop. De kisten waren met de vlag bedekt en met mooie kransen. Daar aangekomen droegen kameraden hun gevallen makkers naar hun laatste rustplaats. De aalmoezenier zegende de graven in en verrichtte de liturgische gebeden. Een korte lijkrede werd nog gehouden door de bataljoncommandant.
Nadat de bevolking in Haaren drie dagen hun medeleven had betuigd met de zwaar getroffen familie Kuijpers bij het Rozenkransgebed ’s-Avonds, werd op 3 februari om 10 uur de plechtige uitvaartdienst gehouden voor de dierbare gevallene. Voor op het kerkplein stond een compagnie soldaten opgesteld, die eerbiedig salueerde, toen de familie de kerk binnenging. In een doodse stilte klonken hun zware schreden als een plechtige dodenmars voor een gevallene. Hoe stemmig was het ceremonieel, waarbij de priesters uit de sacristie werden afgehaald en zij zich opstelden rond een lijkbaar, waarlangs een erewacht stond van jongens uit Haaren in militaire dienst in Nederland en die men tijdig nog had kunnen bereiken. Toen klonk door de kerk de klank van trompetten en nam de dienst een aanvang.
De H. Mis werd opgedragen door pastoor L. de Rooy met assistentie van kapelaan Van Roosmalen en de kapelaan van Helvoirt. Iedereen was diep onder de indruk.