Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Toegedekt met witte watten en snippers zilverpapier lag het in het kistje dat vader gemaakt had. Het stond op tafel voor het raam. Vader verliet diep bedroefd zijn Werkhuis en lapte klompen in de Goeikamer.
Op 4 november wordt aangifte gedaan op het raadhuis van geboorte en overlijden. De ambtenaar: “een overleden kind schrijf ik niet in (het trouwboekje)”. De geborene krijgt hierdoor geen naam. Moeke zegt: “ik heb het toch negen maanden gedragen”. In zo’n geval wordt er geen geboorteakte opgemaakt. Nu heeft zij voor haarzelf en de buitenwereld geen enkel bewijs.
Het kind was gedoopt en dus een Engeltje, het mocht nu het in het kerkgebouw zijn, én begraven worden in de gewijde aarde van het kerkhof, binnen de Buukenheg! Het enige en nooit besproken “voordeel“ voor Moeke was, dat zij voor de eerste maal aanwezig was bij de doop van één van haar kinderen. Moeder herinnerde ons er ieder jaar aan met: “Gientje zou vandaag, .. jaar zijn geworden”. Want het meisje zou háár naam, Regina, gekregen hebben.
Enkele jaren geleden ontdekte ik in het archief de overlijdensakte van Gientje, door vader ondertekend. Het bestaan van dit document of een kopie zou voor ons Moeke van onschatbare waarde zijn geweest, zodat zij iets tastbaars had gehad. Kinderen die niet “normaal” ter wereld kwamen, werden doodgezwegen, alsof het schande was. Dat bracht moeders veel leed. Op het familiewapen van 1977 ontbreekt Gientje. Pas jaren later, op de overlijdensbrief van Moeke werd ze voor het eerst voor de buitenwereld vermeld.
Het Zuiderzeemuseum kocht in 2009 “De Volendamse kinderbegrafenis”, een schilderij van George Sherwood Hunter (1850-1919), waarvan ik speciaal een foto maakte voor dit verhaal.
Janneke Peelen schreef in haar proefschrift Tussen leven en dood. Rituelen rondom zwangerschapsverlies in Nederland (Nijmegen, Radboud Universiteit, 2012) het volgende: “Als het nog geen 26 weken was, ging het mee met het medisch afval van het ziekenhuis. Peelen sprak met mensen die in de jaren zestig en zeventig een kind tijdens of vlak na de zwangerschap hadden verloren. Meteen na de geboorte werd het weggehaald en er werd niet meer over gesproken, vroeger dacht dat men het niet goed was om je aan een doodgeboren kind te hechten.” Bij gelovigen werd een plekje achter de heg gezocht, omdat een dood kindje niet gedoopt kon worden, vreselijk.
Mijn zus en ik woonden de promotie van Janneke samen bij, als een postuum gebaar, een eerbetoon van mee-leven. Net als dit verhaal bedoeld is voor Moeke en alle andere moeders. Een speciaal ingericht hoekje en praten over een doodgeboren of heel jong overleden kind is geen taboe meer.