De gemeente Alem c.a. ontstond in 1819 door samenvoeging van de drie tot dan toe zelfstandige gemeenten Maren, Kessel en Alem. Centrumplaats van de nieuwe gemeente werd Maren, omdat het raadhuisje daar stond, iets ten zuiden van de kerk.
Bijna een eeuw deed het raadhuisje dienst, maar na de bouw van de nieuwe kerk in 1905, wilden pastoor Kluitmans en zijn kerkbestuur het raadhuisje graag overnemen.
Het detoneerde namelijk een beetje, dat oude raadhuisje naast het fiere neogotische bouwwerk. Bovendien zou het dan niet meer nodig zijn om tot in lengte van dagen recht van overpad te verlenen. De gemeente begreep die overwegingen maar bedong dat ze dan eenzelfde terrein (1059 m2) ter beschikking zouden krijgen. Dat wilde maar niet lukken, totdat dorpsgenoot Piet Pompen met de oplossing kwam. Hij kocht op 16 maart 1908 het huis van H.J. van Rossum, waarna hij het voor hetzelfde bedrag te koop aanbood aan de gemeente. De raad nam het aanbod in dank aan. Je wilt als gemeente tenslotte geen conflict met de pastoor. In de gemeenteadministratie staat een bedrag genoteerd van 25 Gulden, dat aan Piet Pompen werd betaald “wegens verleende hulp bij het aankopen van een gebouw voor Raadhuis.” Een lening van 5.000 Gulden was vervolgens nodig om er een echt raadhuis van te maken, maar toen was het ook helemaal klaar voor de toekomst. Toenmalig Commissaris van de Koningin, A.E.J. Baron van Voorst tot Voorst, schreef er zelfs over in zijn memoires.
Dit gemeentehuis deed dienst tot de herindeling in 1958. Het kleuterbureau vond er enige tijd onderdak en naar verluid was er zelfs een arrestantencel onder dijkniveau. In 1958 werd Alem deel van de Gelderse gemeente Maasdriel. Maren, Kessel en ’t Wild gingen bij Lith horen. Sinds die tijd is het gemeentehuis in privébezit van verschillende families geweest, die er elk weer hun eigen stempel op drukten. De huidige eigenaren verbouwen zoveel mogelijk met inachtneming van de geschiedenis van het pand. Zelfs de letters boven de voordeur werden weer tevoorschijn gehaald. Op de ansichtkaart van het gemeentehuis zijn twee lindebomen te zien, die in 1937 werden geplant ter gelegenheid van het huwelijk van toenmalig kroonprinses Juliana met Bernhard von Lippe Biesterfeld op 7 januari 1937. Onder elk van deze bomen is bij het planten een loden koker met (papieren) inhoud meegegaan in de plantenkuil.
Bron: Wandelen door oud Maren met Nol Steenbruggen.
Dit gemeentehuis deed dienst tot de herindeling in 1958. Het kleuterbureau vond er enige tijd onderdak en naar verluid was er zelfs een arrestantencel onder dijkniveau. In 1958 werd Alem deel van de Gelderse gemeente Maasdriel. Maren, Kessel en ’t Wild gingen bij Lith horen. Sinds die tijd is het gemeentehuis in privébezit van verschillende families geweest, die er elk weer hun eigen stempel op drukten. De huidige eigenaren verbouwen zoveel mogelijk met inachtneming van de geschiedenis van het pand. Zelfs de letters boven de voordeur werden weer tevoorschijn gehaald. Op de ansichtkaart van het gemeentehuis zijn twee lindebomen te zien, die in 1937 werden geplant ter gelegenheid van het huwelijk van toenmalig kroonprinses Juliana met Bernhard von Lippe Biesterfeld op 7 januari 1937. Onder elk van deze bomen is bij het planten een loden koker met (papieren) inhoud meegegaan in de plantenkuil.
