skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg

Geschaard rond het kolenvuur

In de winter huisden we in de Goeikamer. Met Allerheiligen (1 november) vertrokken we uit den herd. Het winterverblijf diende in de zomer voor ontvangst van de geestelijken en hier stond ook Moekes fiets op standaard. Tafel, stoelen, bank en inhoud van de etenskast werden voor ons elftal overgeplaatst.

Als de Leuvense Stoof weer voor het eerst werd aangestoken, gaf dat een aangename geur van de in het voorjaar aangebrachte kachelpoets. Het was het Steenkooltijdperk, met de antraciet of de eierkolen opgeslagen in de platte kolenbak. Die fungeerde tegelijk als Vaders spuwbak van de tabakspruim.

De kachel was de enige warmtebron in huis, de geit en het varken zorgden voor warmte op de stal. ‘s Morgens werd de inhoud van de aslade in het assezeef geschud, het afval werd gesorteerd en de kooltjes opnieuw gebruikt. De asresten voor de wedplank, de rest uitgestrooid op de mestvaalt, met de slakken lieten we de sneeuw smelten.

In de zwarte, geëmailleerde kachelpijp stak een schuifje om de trek van het vuur te regelen, hierop lag het doosje lucifers. Vader gebruikte voor het aansteken van zijn tabakspijp een spontje, een houtspaander, getrokken uit een bosje dat in de buurt hing. De vlam haalde hij via het deurtje uit de kachel. ‘s Middags na de warme maaltijd werd de kachel gepoetst met schuurpapier uit het zakje van Tante Blank en soms met kachelpoets ingewreven.

De kachelpijp en de leuning werd door de meisjes gebruikt voor het gladstrijken van hun witte haarstrik, aan de leuning hing ook de vaatdoek te drogen. Op de bovenplaat stond de schoorsteenpijp en verder waren er twee gaten, afgedekt met ringen, waarmee met behulp van de pook, die aan de leuning hing, elke gewenste opening kon worden gemaakt.

Ook werd de pook gebruikt om de rèuzel, het kachelrooster, te schudden om zo de fijne asresten te laten vallen. Hij diende ook wel als wapen bij kleine ruzies. Met de tang die ook aan de leuning hing, werden brandende kooltjes gepakt om de klompen mee voor te warmen. Of om een stukjes briket uit de kachel te nemen voor het vullen van de vuurpot in Moekes stoof, waarmee zij haar voeten warmde.

‘s Avonds, na de tweede warme maaltijd, schaarden we rondom de warmtebron voor het bidden van het rozenhoedje. Vader stak dan zijn voeten in de ovenruimte, wij zetten onze voetjes op het traliewerk en de overige huisgenoten zaten aan de keukentafel. Na het gebed was het afwaswater aan de kook. 

Voor het naar bed gaan werd een turfke, een kolenbriket, op de brandende kolen gelegd zodat er ‘s morgens nog vuur was. De briket was gemerkt met een figuur, een gekruiste hakhamer met beitel, het beeldmerk voor de mijnbouw. De kolenboer zorgde voor de brandstof en de "zomerkolen", die waren in dat seizoen goedkoper.

Gezeten aan deze Leuvense stoof las ik Glück auf kompeltje, een mijnwerkersroman van Willem Capel die in 1943 bekroond werd, maar pas in 1947 uitgegeven.

Reacties (3)

Martien v. Dooren zei op 7 april 2015 om 21:03
prachtig verteld , zo was het in die tijd. nu wil ik er een ding aan toevoegen.
in de kachelpijp was een smalle gleuf n daar zat de schuif . dat was een plat blikken plaatse dat naar believen in en uit geschoven kon worden om de trek opening te bepalen. op de uitstekende deel lagen soms lucifers om door te blijven .
de luxer uitvoering was een ronder klep die in de kachelpijp zat en met een handeltje naar behoeven open gezet werd. soms was dat handeltje van gegoten ijzer en vertoonde kleien figuurtje s .
De spaantjes , ook wel fimpen of zwevels genoemd afhankelijk van de streek , deze werden met een touwtje bij elkaar gebonden hieraan was een kleine metalen ring die er voor zorgde dat de bussel steeds op spanning was , dat wil zeggen , de ring schoof door zijn gewicht steeds op.
aan de stang werd de was gedroogd..
Rini. zei op 15 december 2016 om 14:04
Martien, op het moment dat de kachel opgesteld stond in het
Noordbrabants Museumwas deze voorzien met een, vastgeplakt, lucifer doosje.
Rini. zei op 12 februari 2018 om 11:14
Destijds zocht ik tevergeefs naar een tastbaar ‘turfke,’ briket in het
Mijnmuseum van Heerlen. In het Zuiderzeemuseum van
Enkhuizen ontdekte ik op de gevel een reclamebord Union
briket met het Kruisje, (Staats)mijn kenmerk, logo.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.