
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Eén van de overzetplaatsen ligt ter hoogte van Batenburg en Demen. Sinds 28 april 2007 maakt het Batenburgs veer daar weer zijn oversteekjes, na een gedwongen pauze van bijna 24 jaar. Daarmee wordt een al meer dan 550 jaar bestaande traditie voortgezet.
Het veer: een ‘heerlijk’ recht
Het veer van Batenburg naar Demen bestond al in de middeleeuwen. Niet iedereen kon zomaar zo’n bedrijf beginnen. In onze streken was het veerrecht voorbehouden aan de Duitse koningen en keizers. Zij gaven dat recht door aan hun leenmannen, de hertogen en graven, en die weer aan hún leenmannen, zoals plaatselijke heren. Uiteindelijk verpachtte de heer het veer aan degene die daadwerkelijk mensen en goederen overzette, de veerman.
Naar de mis in Demen
In 1608, tijdens de Opstand tegen de Spaanse koning, gaat de kerk van Batenburg over naar de protestanten; de katholieken zijn voor hun kerkdiensten aangewezen op ‘de overkant’: Demen. Dit dorp maakt deel uit van het Land van Ravenstein, waar de katholieke eredienst ongehinderd kan plaatsvinden. Dus gaan de Batenburgers naar de mis in Demen; velen van hen maken waarschijnlijk gebruik van het veer. Zo ook de priesters die, meestal in burgerkleding, heimelijk pendelen tussen Brabant en Maas en Waal.
Bentheim en Batenburg
In de achttiende eeuw behoort Batenburg toe aan de Vorst van Bentheim (Westfalen). Ook in de negentiende eeuw hebben de Vorsten van Bentheim (als heren van Batenburg) nog hun rechten op het veer. En de Batenburgers hoeven voor de oversteek maar de helft te betalen. In 1908 maakt de rentmeester een einde maakt aan dit privilege.
Intussen wil de gemeenteraad van Batenburg in 1931 graag het eigendom van het veer overnemen van de Vorst, maar deze weigert. Pas na de Maaskanalisatie en de oorlog verdwijnt dit laatste stukje middeleeuwen: ’Batenburg-Demen’ wordt een rijksveer.
De Bornemannen
Van eind jaren ’50 tot mei 1983 zijn twee generaties Borneman veerman in Batenburg. Vader Hent (1915) maakt een overstap vanuit de binnenvaart. Met zijn gezin betrekt hij het veerhuis annex café en 22 jaar lang is de Maas zijn werkterrein, maar ook zijn lust en zijn leven. De liefde slaat over op zijn zoons Wim, Leon en Jo, die van jongs af meehelpen op het pont.
Wim (1946) is vanaf zijn veertiende bij zijn vader in de leer. Op het Batenburgs veer – hoe kan het anders! - ontmoet hij Corrie uit Megen, zijn latere echtgenote. Eenmaal getrouwd bewoont het stel dertien jaar lang de bovenverdieping van het veerhuis, maar eigenlijk ‘huist’ Wim vooral op het pontveer, samen met wolfshond Jarko.
Mei 1983
In de jaren ’70 zijn er plannen voor een tolbrug bij Megen, onvermijdelijk het einde van enkele veerdiensten. Het project bij Megen gaat niet door, maar bij Ravenstein komt wel een brug, in de A-50. Al met al raakt het onderhoud van enkele Maasveren achterop en laat de rijksoverheid zich omstreeks 1980 steeds meer leiden door de rentabiliteit van de diverse veerverbindingen. Voor het Batenburgs veer valt het doek: op zondag 15 mei 1983 om 6 uur ’s middags steekt het vaartuig voor het laatst over. De drie pontbazen hebben een ‘volle bak’. “Die komt nooit meer terug”, mompelt een achterblijver. Al na 24 jaar is deze uitspraak door de feiten achterhaald.