skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Herinneringen brengen vroeger tijden tot leven

Op klompen naar school, nooit je tanden poetsen en met een vlot de Dommel oversteken. Jan Oerlemans groeide op in de jaren veertig en vijftig in Brabant en heeft zijn herinneringen vastgelegd. Een paar mijmeringen uit vroeger tijden.

  't Vaantje aan De Dommel.De pacht van de boerderij op Haanwijk: 

Ik ben in het bezit van een soort kasboekje waarin de pacht wordt geregeld en de ontvangst van dit bedrag met een zegel van 10 cent wordt vastgelegd. Op de eerste bladzijde staat:

Verpacht aan Jan Oerlemans een bouwhoeve onder

St. Michielsgestel als nader bij overeenkomst van 20 september 1931
omschreven voor zes jaren ingaande op de gebruikelijke tijdstippen in 1932
en eindigde op dezelfde tijdstippen in 1938 voor den prijs van twaalfhonderd
gulden per jaar.
De termijnen van Kerstmis 1932 en Pinksteren 1933 zijn tegen kwitantie
betaald.
In datzelfde boekje staan op elke bladzijde steeds twee keer een afrekening
vermeld van 600 gulden.
Soms wordt er 50 gulden korting verrekend zonder dat de reden daarbij
wordt vermeld.
Vanaf 30 mei 1945 wordt eens per jaar 1200 gulden betaald.
Volgens het boekje is de laatste betaling op 2 september 1950, groot 675
gulden.

Op vakantie op Haanwijk:
Ik mocht als kind dikwijls op (werk)vakantie komen op Haanwijk. Het beste kan ik me herinneren dat er dagen, aan een stuk, aardappelen geraapt moesten worden met enkele tantes en de knecht.

Wasbeurt:
Ik ging ook mee naar de wei als de koeien gemolken moesten worden. De koeien werden dan bij elkaar gedreven en werden met “de hand” gemolken. De wei lag vlak bij de Dommel. Ik moest me ’s zaterdags na het melken wassen in een kleine plas (vijver) in de wei, waar normaal de koeien uit dronken. Tante Ant die daar bij was en aanwijzingen gaf, liet weten dat het de
bedoeling was dat je dat deed met de onderbroek aan. Over het poetsen van je tanden werd in die tijd niet gesproken, ik wist toen zelfs niet dat zoiets als tanden poetsen bestond.

Aanzeggers:
( wie mij dit heeft verteld weet ik niet meer)
In die tijd kreeg je geen rouwkaart maar er kwamen zogenaamde aanzeggers vertellen dat iemand was overleden en waar en wanneer de begrafenis was. Op zekere dag kwamen twee jonge mannen op Haanwijk vertellen dat er in Den Dungen iemand was overleden en wanneer die begraven zou worden. De aanzeggers kregen hun gebruikelijke borrel voor de moeite en
vertrokken. Op de dag van de begrafenis was Opa en nog enkele anderen op tijd bij de
kerk in Den Dungen, maar er kwam geen lijk. De twee aanzeggers hadden waarschijnlijk een gezellige dag gehad.

’t Vaantje:
Vlak voor de verhuizing van Haanwijk naar ’t Vaantje heb ik meegeholpen om
alles op te ruimen wat niet meer nodig was. In de boomgaard aan de voorkant van de boerderij was een grote kuil waar altijd het witte zand uit was gehaald om de vloer van grote huiskamer te
zanten. Ik weet zeker dat daar een petroleum hanglamp in terecht is gekomen en
nog veel meer spullen die nu waarde zouden hebben. De grammofoon (op te draaien met een zwengel) met platen heb ik toen achter op mijn fiets mee naar huis genomen. Bij Krijnen in Vught heeft mijn moeder daarvoor een paar nieuwe naalden gekocht.

Overvaren:
Het Vaantje ligt tegen de Dommel tegenover het bos van Maurick. Hemelsbreed 15 minuten lopen naar de markt in Vught. Als men over Halder naar Vught moest lopen (opoe kon niet fietsen) was je zeker een uur kwijt. De oplossing was een vlot. Met een aantal jerrycans, overgebleven uit de oorlog, werd een vlot gemaakt dat met een kabel over de Dommel getrokken kon worden. Men kon niet zwemmen.
Al gauw waren er mensen uit Vught die aan de overkant stonden te roepen om overgezet te worden en ik heb meermalen gezien dat er enkele mensen werden overgezet door een van mijn tantes. Opa hield op ’t Vaantje flink wat kippen. Of hij daar verder nog vee had weet ik niet meer. De eieren verkocht opa aan “burgers” in Vught. Hij bracht die ’s woensdags en ’s zaterdags weg, elk ei gerold in een stukje papier. Daarna bracht hij zijn bezoek aan kapper Lamoen voor zijn scheerbeurt.

Musters:
Tijdens de oorlog 1940/45 kreeg elke gezin in de gemeente Helvoirt waar wij toen woonden 100 musters. (takkenbossen). Dit hout kwam uit de bossen van de gemeente. Een muster is ongeveer 1.25 meter lang en bestond uit twee klippeltjes (dikkere stokken) en 19 twijgen. De musters werden gebonden met een wilgentwijg. Iedereen moest zelf de 100 musters in de bossen maken en naar huis halen. Vader maakte behalve voor zichzelf, ook voor anderen op verzoek en tegen
betaling 100 musters. Vader vertelde dat hij ongeveer 1 dag nodig had om 100 musters te maken.
Bart van Wijk bracht de musters met paard en kar bij de mensen thuis, als men dat wilde, ook tegen betaling.

Distelberg tot ik ongeveer 9 jaar oud was:
Wij woonden op nummer D20, 3 huizen voorbij de Zandley. Aan een kant de huisbaas en buurman: Klerks en aan de andere kant de familie Verbeek. Met de familie Verbeek hadden mijn ouders wel veel contact. Ik heb daar veel gespeeld, omdat zij een groot gezin hadden met jongens en meisjes van ongeveer mijn leeftijd. Schuin tegenover woonde de familie (Toon) Verbeek. Van de oorlog tot mei 1945 kan ik me niet veel herinneren. Wel: de schuilkelder die mijn vader had gemaakt achter ons huis en ik weet nog dat we daar ’s nachts wel eens zijn ingegaan. Er was iemand die op het hooi sliep boven de koe, maar die heb ik nooit
gezien. Na de oorlog hoorde ik dat het een Poolse soldaat was geweest. En dat wij een keer in de kelder zaten bij onze buren en dat er flink geschoten werd. Voor het huis werd een Duitse soldaat op een fiets dood geschoten. Iemand heeft meteen de fiets naar huis gehaald.

De bok:
Ik kreeg een kar en tuig om de bok die wij hadden in te spannen, en ik heb veel op die kar rond gereden. De bok wilde niet graag weg van huis, maar wel altijd in volle vaart weer
terug. Ik trok de bok dan een stuk van huis weg, ging dan op het karretje zitten en
zo waren we weer vlug thuis.

Karnen:
In de oorlog moest alle melk van de koe geleverd worden aan de melkfabriek. Mijn moeder hield wat melk achter en maakte hiervan boter. Voordat zij daaraan begon, werd ik voor het raam gezet om moest haar waarschuwen als ik iemand zag aankomen.

Kleuterschool:
Ik ben een van de weinigen geweest die op de kleuterschool is blijven zitten. Wat was het geval: Ik was toen nog enigst kind. Een dochter van Marinus Verbeek waar ik veel mee speelde was een jaar ouder dan ik en ging met haar, zij was toen vier jaar oud, naar de kleuterschool bij de
zusters van JMJ in Helvoirt. Ik mocht, toen drie jaar oud, ook naar de kleuterschool samen met Tonnie. Toen zij een jaar later naar de volgende kleuterklas ging, mocht ik niet mee naar die klas. Ik weet dat ik erg gehuild heb, maar dat heeft niets geholpen. Tijdens of vlak na de oorlog hebben wij een tijdje met de kleuterschool doorgebracht op de stal bij Van Lochten, die woonde in Helvoirt, achter de kerk over het spoor.

Goed opgepast:
Het hoogst haalbare op de kleuterschool was een beloning van de zuster waarmee je thuis kon laten zien dat je goed had opgepast. De beloning was een stukje zilverpapier waar de zuster met het haar zegelring de letters JMJ had ingedrukt. Ik weet niet meer of ik ooit hat geluk heb gehad om met een dergelijk stukje zilverpapier thuis te komen.

Vervelend rotmanneke:
Een paar jaar geleden kwam ik toevallig in contact met een zuster van JMJ en zij bleek een dochter te zijn van Toon Verbeek, toen wij op de Distelberg in Helvoirt woonde onze overburen.
Zij is een paar jaar ouder dan ik. Haar verhaal: Toen ik naar de kleuterschool ging kreeg zij als taak te zorgen dat ik uit school naar huis kwam. We woonden ongeveer een half uur lopen van school af, toen altijd op klompen. Deze zuster vertelde mij dat ik meestal niet direct mee naar huis wilde en zij moest veel moeite doen om mij mee te krijgen. Dan probeerde ik haar te schoppen, en dat was dikwijls raak. Op mijn vraag of mijn klompen toch niet kapot waren gegaan door dat schoppen kon zij mij wat dat betreft gerust stellen.

Wil je nog meer lezen? Hier vind je het uitgebreide verhaal van Jan.

Reacties (3)

Jan Oerlemans zei op 16 augustus 2017 om 13:35
deze verhalen komen uit mijn boekje over mijn jeugd
Hanneke van der Eerden
Hanneke van der Eerden bhic zei op 18 augustus 2017 om 19:48
@Jan, mooie herinneringen. Als je er nog meer hebt kun je ze insturen

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen