
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Zowel de Franciscanen als de Clarissen vonden een toevluchtsoord in de stad Megen, nadat in de 17de eeuw de uitoefening van de katholieke godsdienst in een groot deel van Brabant verboden werd. Zonder deze Franciscaanse impuls zou de Hof van Lof nooit in Megen zijn gekomen!
![]() |
Op dit panorama van Megen uit 1741 van de hand van tekenaar Jan de Beijer, zien we links de Gevangentoren en meer naar rechts een molen. De skyline wordt echter beheerst door de twee Franciscaner kloosters. De Minderbroeders woonden links, de Clarissen rechts.
Al in 1228 vestigden de eerste Minderbroeders zich in ’s-Hertogenbosch. Na de inname van de stad door Frederik Hendrik in 1629 moesten zij daar weg. In 1645 kregen de Bossche Minderbroeders van graaf Albert Franciscus van Croy toestemming om zich in Megen te vestigen.
Zij werden meteen aan het werk gezet in de parochies in en om het graafschap. Vooral in het omringende Gelderse en Brabantse gebied, waar de overwegend katholieke bevolking haar godsdienst niet mocht uitoefenen, was de behoefte aan zielzorgers groot. De paters mochten gebruik maken van de parochiekerk van Megen en vanaf 1677 hadden zij hun eigen kloosterkerk. Het kloostercomplex was daarmee voltooid.
De Megense Franciscanen waren niet alleen actief in de zielzorg, maar ook in het onderwijs. In 1645 begonnen de paters een Latijnse School, een instituut dat in de 19
de
eeuw werd voortgezet als Gymnasium Sint-Antonius. De leerlingen waren meestal ondergebracht bij kostgezinnen in het stadje, een niet onbelangrijke bron van inkomsten. De lessen werden gegeven in wat nu het Gemeenschapshuis Acropolis is.
In 1717 dwong de protestantse overheid de Clarissen hun klooster in Boxtel te verlaten. Twee jaar later stelde de graaf van Megen een stuk grond beschikbaar om een klooster te bouwen. En wel op een bijzondere plek, want daar stonden de ruïnes van het grafelijk kasteel, dat in 1581 was afgebrand.
In 1720 kwamen de eerste zusters en ruim een jaar later werd het nieuwe klooster grotendeels opgeleverd. Van de kapel stonden alleen enkele gevels overeind, zodat in de westelijke kloostervleugel een ruimte als kapel was ingericht. Zo was de situatie ten tijde van De Beijers tekening. Pas aan het einde van de negentiende eeuw is de kapel voltooid, in neo-gotische stijl.
Het Megense Clarissenklooster was eeuwenlang een slotklooster, een oord van stilte, gebed en inspiratie, waarin overigens ook een hostiebakkerij wordt geëxploiteerd. Sinds de opening van het slot, tegen het einde van de vorige eeuw, is het er misschien iets minder stil, maar gebed en inkeer zijn er nog steeds de leidraad.