Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
En dan wordt het februari. Op de RAI wordt de eerste volwaardige DAF personenwagen gepresenteerd: de Daf 600, uiteraard voorzien van de Variomatic aandrijving, waardoor je niet meer zelf hoefde te schakelen. Het wagentje (uitgerust met een zelf ontwikkelde 2-cilindermotor van 22 pk/16 kW; goed voor een topsnelheid van 90 km) sloeg dankzij die Variomatic internationaal in als een bom, want dit was nog nooit vertoond! Orders stroomden binnen, de geplande maximumproductie werd verhoogd, nieuw personeel werd aangetrokken…
Daffodil
Die eerste Daf 600 is zichtbaar de stamvader van alle daarna volgende DAF-modellen. Al in 1961 kwam die eerste opvolger op de markt: de met een “krachtigere” motor (26 pk/19kW!) uitgeruste en dus snellere (105 km/u) maar inmiddels bijna vergeten DAF 750. Die 750 verkocht relatief matig omdat hij tegelijk met de technisch identieke, maar luxer uitgevoerde DAF 30 op de markt kwam. Deze 30, de originele Daffodil, werd in de jaren daarna steeds wat verder doorontwikkeld. De typeaanduiding veranderde mee: het werd de 31, 32 en tenslotte de bekende DAF 33. Of een leek het verschil ziet tussen deze modellen is twijfelachtig; voor velen is het allemaal de “33”, dé stereotype DAF. Alle versies worden -toch zeker door leken- met “Daffodil” aangeduid, hoewel die naam eigenlijk is voorbehouden aan de types 30, 31 en 32.
Uiteraard had het wagentje niet alleen maar vrienden: Een auto die populair is bij vrouwen en bij (oudere) mensen die schakelen maar lastig vinden, past slecht in de macho-omgeving die de autowereld nu eenmaal is. Als je dan bij een nieuwe auto ook nog eens standaard 12 gratis rijlessen ontvangt, die opleiden tot het automaten-rijbewijs (ongeldig voor schakelauto’s !), heb je een serieus probleem. Als om het nóg erger te maken bouwden sommige handelaren het model op zó om dat het nog maar 25 km per uur liep, want dan mocht je er zelfs helemaal zonder rijbewijs mee rondrijden. Nou ja: dat moet wel een auto voor prutsers en klunzen zijn! De bijnaam “Truttenschudder met jarretelaandrijving” is dan snel bedacht en niet licht vergeten.
Goed verkocht
Pogingen van DAF om het imago te verbeteren, zoals de introductie van de snellere en sportievere Marathon-modellen hadden nauwelijks effect. Gelukkig was dat geen echt probleem, omdat bijna alle DAF-modellen goed verkocht werden: in totaal rolden er ruim 800.000 van de band… De Daf 32 werd opgevolgd door de 44 (de 33 volgde pas een jaar ná de 44!), de 55 en tenslotte in 1972 door de 66. Ieder model was net iets krachtiger en sneller dan de voorganger. Het uiterlijk werd steeds wat verder gemoderniseerd, en van ieder model bestonden er verschillende uitvoeringen, maar de auto’s waren altijd onmiddellijk herkenbaar als DAF’s; afstammelingen van het oertype 600. In 1974 rolde er nog één echt nieuw DAF-model van de lopende band: de 46, een doorontwikkelde versie van de 44.
Er verschenen daarna nog wel publicaties, compleet met foto’s, over de nieuwe DAF 77 maar deze auto is nooit meer in productie genomen. De oorzaak was dat Volvo in 1975 de personenauto-divisie van DAF kocht. Volvo wilde graag poot aan de grond krijgen in het segment kleine auto’s en DAF was daarvoor perfect geschikt. Een ietwat aangepaste DAF 77 werd daarna geïntroduceerd als de Volvo 343. Volvo gebruikte het Variomatic systeem vervolgens nog jarenlang in diverse modellen. De Variomatic werkt met rubberen aandrijfriemen, en is daardoor vooral geschikt voor lichte auto’s. Na zijn pensionering in 1965 heeft Hub. van Doorne daarom een verbeterde versie van het systeem bedacht, geschikt voor zwaardere auto’s met meer motorvermogen. Deze versie werkt met stalen duwbanden en wordt Transmatic genoemd.
Racewereld
Voor de productie van de Transmatic werd al in 1972 in Tilburg een aparte fabriek geopend: Van Doorne’s Transmissie (VDT). Het duurde echter tot 1987 voordat alle technische en organisatorische problemen helemaal de wereld uit waren. Sinds dat jaar wordt de Transmatic seriematig geproduceerd, en grootschalig toegepast in automodellen van onder veel meer Ford, Jeep, Subaru, Nissan, Rover, Audi en Seat, maar ook in karts en sneeuwscooters en zelfs even in de Formule I raceauto van Williams/Renault. Daar bleek dat de aandrijving efficiënter is dan een versnellingsbak en motoren tot zeker 850 pk (635 kW) prima de baas kan. Het systeem maakte de wagen zelfs zó snel, dat het in de racewereld al rap verboden werd!
VDT is inmiddels omgedoopt tot Punch Powertrain, met fabrieken in o.a. Eindhoven. In 2016 werd het bedrijf opgekocht door het Chinese Yinyi. Het is de bedoeling de productie aanzienlijk uit te breiden: De Transmatic is populair in China en de automarkt daar is gigantisch, dus het valt te verwachten dat het “Pientere Pookje” in de toekomst nog heel veel trutten zal gaan schudden!