Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De polder beslaat dan 629 bunders; er staan 78 huizen, waarvan 66 boerderijen. Het zomerpeil is 8 ellen en 5 palmen (ca. 6 meter) boven NAP; de hoogte van der dijken is 11 ellen, 7 palmen en 5 duim boven NAP.
Maar hoe komt een Brabants broek aan zo’n Hollandse naam? En hoe oud is die naam eigenlijk? Nou, dat gaat nog behoorlijk ver terug, tot rond 1300 namelijk. Het kasteel Tongelaer, op de grens van Mill en Gassel, was vanouds eigendom van de heren van Cuijk.
Zo rond 1295 is men ongetwijfeld begonnen om het broek, dat in oorsprong “het Thonghelaerebroke” heet, droog te leggen, geïnspireerd door Hollandse waterstaatkundige principes. Ook na de dood van Floris V blijven Hollanders aan zet in het Hollanderbroek. Zo is er een akte uit 1325, waarin Jan I van Amstel medezegelaar is. Hij is een telg uit het Hollandse geslacht Van Amstel, maar naaste familie van Jan I van Cuijk en ook in het Brabantse gegoed (denk aan De Amstelhoek in Oss).
Historisch onderzoek maakt aannemelijk, dat hij in die tijd medeverantwoordelijk was voor het beheer en de ontwikkeling van het Hollanderbroek. Na 1325 raakt de naam Tongelaerbroek in onbruik en spreekt men voortaan van “het Hollanderbroek”.
Rond 1320 is er al sprake van een heemraadschap met vergaande bevoegdheden: zo kan men goederen bezwaren en transportakten opstellen. Dijkmeesters en heemraden zijn ook verantwoordelijk voor het beheer en het onderhoud van de in het broek liggende dijken, zoals de Voor(sten)dijk, de Achterdijk, de Molendijk, de Rooijendijk, de Vaardijk, de Hogedijk en de Kromme(n)dijk) en de in de polder lopende beken en (middel)weteringen.
De 'waterwolf' was tot ver in de 19
e
eeuw een geduchte vijand. Onder meer door de Beerse Overlaat en door ijsgang in de Beerse Maas (in 1820 bijvoorbeeld) overstroomde de polder regelmatig.