Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Bij de boer waren de wintermaanden voor het dorsen van het graan, want het werk op de akker lag dan stil. Het stro werd op de schuurherre (schuurruimte) uitgestrooid en handmatig met de klepel, de dorsvlegel bewerkt. Bij een standaardvlegel was het slaghout aan de steel bevestigd met een reep palingvel of bokken- of varkensleer. In mijn herinnering gebruikten Vader en mijn broers in de jaren ‘40 de vlegel bij de erwtenoogst. De ondergrond was dan bedekt met juten zakken.
Tijdens het handmatig maaien van de rogge in de zestiger jaren fotografeerde ik een echtpaar op het buurtschap Weeg en schreef daarover het verhaal Wanneer het roggeveld twee kontjes hoog is. Nu vertel ik over het boerenechtpaar bij het dorsen van het graan met de manège of tredmolen.
Het stro werd van de mijt gehaald die op de akker stond en dan kon het dorsen beginnen. De dorsmachine werd aangedreven door één PK paardenkracht, waarvoor buiten een paard aldoor rondjes liep, begeleid door de voerman. Hiermee werd de trommel van de machine, voorzien van pennen of slaglijsten, in een sneldraaiende beweging gezet. De machine is van Manille Bogaerts een Tilburgsche Landbouwmachinefabriek.
Via een smalle deur had de boer aan de machine contact met de bediende van het paard. Stro bestemd voor de dakdekker of de strohulzenfabriek werd ‘geschud’: alleen de halmen van de gerf werd even in de machine gehouden. De graankorrels werden hiermee uit de aren geslagen en de stengel bleef onbeschadigd. Voor normaal gebruik werd het stro langzaam doorgevoerd. De boerin maakte daarna van het stro dat van het schudbord viel opnieuw een gerf en voorzag die van een wis.
Na afloop werd het gedorste graan, vermengd met andere onreinheden, verzameld en in de wanmolen geschud. Hier werd “het kaf van het koren en onkruidzaden gescheiden.” Het zo verkregen koren was voor de dagelijkse levensbehoeften, het kaf voor het vullen van de bedden- en kussenslopen. De wanmolen veroorzaakte een flinke windstroom waardoor veel stof werd verspreid. Een douche ontbrak in huis. Vroeger werd daarvoor buiten in de wind de wan, een gevlochten mand, gebruikt en daarna kwam de wanmolen.
Manège is een Frans woord dat ronddraaien betekent. In het Nederlands is dat een rosmolen, waarvan de kracht geleverd wordt door een paard (ros) of een ezel. In het verleden hadden veel boeren zo’n rosmolen, later kwam de loonwerker aan huis met de dorskast (lees De meid werd op de mijt gezet). Daarna kwam de combine: het graan werd gemaaid, gedorst en meteen afgevoerd en de akker weer omgeploegd.
Dat is nu allemaal nostalgie en het woord manège werd een ruitersportcentrum, waar het paard nog steeds de rondjes loopt.