Al vóór 1912 hadden de op kasteel Hollaeken in België wonende baron De Meester de Betzenbroeck en zijn vrouw een perceel van drie hectare tussen Goirle en Poppel aangeboden aan de Paters van de H. Familie. Op dat stuk grond stond een huis met een aangebouwde kapel, waar vroeger een schuilkerk, een grenskerk stond.
De naam Nieuwkerk verwijst naar de ‘nieuwe kerk’. De paters konden het pand betrekken op voorwaarde dat de kapel altijd ter beschikking van de familie zou staan en er jaarlijks een mis zou voor hen zou worden opgedragen. De notariële afhandeling van de schenking had heel wat voeten in de aarde want pas in 1960 kwam het pand in bezit van de congregatie.
1 juni 1913 wijdde de broer van de schenker, de benedictijn Dom. Albert de Meester uit Leuven, het huis op Nieuwkerk in als klooster van de paters van de H. Familie. De paters vestigden er hun scholasticaat (priesteropleiding) voor theologie- en filosofiestudenten uit Grave. Dat werd in 1929 weer overgeplaatst naar Oudenbosch. Het klooster Nieuwkerk werd noviciaat.
Nadat de paters van de H. Familie 8 juni 1962 verlof hadden gekregen hun klooster op Nieuwkerk op te heffen, verplaatsten ze het noviciaat naar Grave. Het klooster verhuurden ze aan de trappisten van Tilburg. Na het vertrek van de paters van de H. Familie kwam 15 oktober 1962 een aantal Afrikanen in het klooster wonen. Ze waren op uitnodiging van de stichting Pro Africa naar Nederland gekomen om opleidingen te volgen op sociaal, administratief, religieus of cultureel gebied. Twee franciscanessen, Zusters van Etten, namen de verzorging van deze groep op zich. De trappisten van Tilburg werden in 1964 eigenaar van het complex.
Toen de opleiding van de Afrikanen in Nederland niet langer mogelijk was, verkochten de trappisten het klooster aan de congregatie van de Zusters van Etten, die het bestemde tot vakantiehuis voor de zusters. Architect W. Oomen voerde in 1967 een verbouwing uit.
De zusters verlieten Nieuwkerk in oktober 1984 en verkochten het klooster aan baron E.A.C.M.J. Jambline de Meux uit het Belgische Genk. De priesterbroederschap Pius X bestaande uit volgelingen van Mgr. Lefebvre, nam het klooster 1 februari 1986 als retraitehuis in gebruik. Het gebouw wordt nog steeds bewoond en er is tevens een centrum voor bewustzijnsontwikkeling en bezinning gevestigd.
Bron: Jan Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant. Alphen a/d Maas, 2010.
Beste,
Wij zijn actief in België rond het historische kasteeldomein van de familie van de Meester de Betzenbroeck in Muizen (bij Mechelen). Op het pui van het in 1954 afgebroken kasteel stonden twee monumentale beelden van Leeuwen die tot in de jaren '80 aan een baancafé hebben gestaan. Nadien zijn die verkocht, men verteld aan iemand uit Nederland. Wij zijn op zoek naar die twee grote , gietijzeren beelden en dit in het kader van een cultureel-historisch project. Als u wil kan ik een afbeelding van die leeuwen bezorgen. Misschien zijn ze wel terechtgekomen bij Nederlandse familie van de Meester de Betzenbroeck?
Met vriendelijke groeten,
Bruno De Wit
Mariët Bruggeman
bhiczei op 10 september 2018 om 11:08
Beste Bruno,
als je ons een scan van de foto kunt sturen, dan kan ik hem bij jouw vraag plaatsen. Wellicht dat dit wat meer herkenning kan opleveren.
Je mag de scan mailen naar info@bhic.nl.
De naam Nieuwkerk verwijst naar de ‘nieuwe kerk’. De paters konden het pand betrekken op voorwaarde dat de kapel altijd ter beschikking van de familie zou staan en er jaarlijks een mis zou voor hen zou worden opgedragen. De notariële afhandeling van de schenking had heel wat voeten in de aarde want pas in 1960 kwam het pand in bezit van de congregatie.
Nadat de paters van de H. Familie 8 juni 1962 verlof hadden gekregen hun klooster op Nieuwkerk op te heffen, verplaatsten ze het noviciaat naar Grave. Het klooster verhuurden ze aan de trappisten van Tilburg. Na het vertrek van de paters van de H. Familie kwam 15 oktober 1962 een aantal Afrikanen in het klooster wonen. Ze waren op uitnodiging van de stichting Pro Africa naar Nederland gekomen om opleidingen te volgen op sociaal, administratief, religieus of cultureel gebied. Twee franciscanessen, 
