
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Aan weerszijden van het spoor waren twee zogenaamde spoorsloten, waar vaak braamstruiken goed in gedijden, omdat ze dichter bij het grondwater kwamen en toch veel zon kregen. De rails lagen op houten bielzen die “verduurzaamd” waren met teer en carboleum. Om de rails en de bielzen heen lag het vol met grote kiezelstenen. Als je die op de juiste manier tegen elkaar aan ketste, kon je er vonken uitslaan. Of je vingers bezeren, zodat je godslasterlijke taal ging uitslaan.
Omdat er in de vijftiger jaren steeds minder treinen reden, gebruikten wij het spoor vaak om te wandelen, bijvoorbeeld naar onze vindplaats van kruit. Je kon op die bielzen ritmisch wandelen, maar om de zoveel bielzen was de afstand ertussen net wat anders, zodat de regelmaat onderbroken werd. Dat was waar de railstukken een heel klein stukje los lagen van elkaar om problemen bij uitzetting door hitte te voorkomen.
Als je je oor op een rail te luisteren legde, kon je horen of er een trein aankwam aan de trillingen die zich voor de trein uit voortplantten. Als je naast trillingen ook een hels kabaal hoorde, moest je heel snel de spoorsloot in duiken, anders kon je zomaar in tweeën gedeeld worden of nog erger.
Mijn broers Toon, Tinus en ik hadden een interessant experiment bedacht. Wat als we nu eens een heleboel van die bladkruitjes – ongeveer een vierkante centimeter en ietsje meer dan een millimeter dik - op de rails legden? Als je een bladkruitje op vaders schoenleest legde en er met een hamer op hengstte, gaf dat een aardige knal en bleef er nauwelijks iets van over. Wat zou er nou gebeuren als de zware ijzeren wielen van een trein er overheen reden? De eerste bescheiden test was meteen een doorslaand succes. Alle bladkruitjes knalden als de wielen hen pletten.
Nu onze veronderstelling bewaarheid geworden was, experimenteerden we verder. We legden nu een heleboel kruitjes op de rails, maar met variaties in de afstanden ertussen. Soms een stuk of twintig dicht bij elkaar, dan weer met grotere, onregelmatige afstanden en zo verder.
We konden niet wachten tot de trein passeerde. We hadden al roestige oren van de vele malen dat we hen te luisteren gelegd hadden op de rails om trillingen op te vangen. Toen er eindelijk een trein arriveerde, doken wij de sloot in en wachtten op wat komen ging. Vol verwachting klopten onze hartjes. Het werd letterlijk en figuurlijk een daverend succes. Mitrailleurgeratel werd afgewisseld met losse schoten. Dan een stilte, gevolgd door een salvo van een exploderend hoopje kruit. Helaas! Ons enthousiasme werd wreed verstoord. De machinist gooide de rem erop en kwam een paar honderd meter verder met gierende wielen tot stilstand. En daar kwam hij aangebeend. Hij bekeek de rails aandachtig, liep eens om zijn trein heen, maar vond niks verdachts: het corpus delicti was immers geheel verbrand. Hij krabde eens achter zijn oren, wierp een blik op zijn loc en klom weer aan boord. Een blik in de spoorsloot was genoeg geweest om ons te ontdekken. Bij ons vochten de spanning en de lol om voorrang. Experiment geslaagd!
We waren goed en wel thuis en daar stond de politie al aan de deur. Wij hebben ons wijselijk verscholen op de hooizolder in de schuur. Laat oom agent nou net die aan een politioneel onderzoek onderwerpen! Gelukkig had ie het benul niet om de houten ladder te beklimmen om op de hooizolder te geraken. Misschien had ie te weinig vertrouwen in dat gammele ding. Wij moesten ons uiterste best doen om niet van de zenuwen in lachen uit te barsten of in de broek te piesen. Terugblikkend vind ik het doodzonde dat we, zowel bij die ongeruste machinist als bij de recherche-activiteiten van oom agent, ons gedeisd moesten houden en onze succesvolle actie niet openlijk konden vieren.
Ook mijn ouders konden we dit niet vol trots vertellen. Dan hadden ze ons voor straf voor die trein gesmeten, vrees ik. Of op zijn minst ermee gedreigd. Of ons zonder eten naar bed gestuurd.
Meer verhalen over het leven van de familie Dekkers langs het Duits Lijntje lezen? Klik dan hier