
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De Beerse Overlaat werkte als een veiligheidsklep die de druk op de Maasdijken verminderde. Daardoor bleven met name Gelderland en de meer stroomafwaarts gelegen gebieden in Holland voor overstromingen gespaard. Deze gewesten hadden er dus veel belang bij dat de afwatering van Maaswater via de Beerse Maas bleef zoals die was.
Aangezien Staats-Brabant na de Vrede van Munster in 1648 geen zelfstandig gewest was, maar geregeerd werd door de Staten-Generaal vanuit Den Haag, kregen de belangen van Gelderland en Holland makkelijk prioriteit.
Dan waren er ook nog strategisch-militaire overwegingen om de Beerse Maas open te houden. De belangrijke gewesten Holland en Utrecht werden primair beschermd tegen vijandelijke legers door de Hollandse Waterlinie en door de Zuidelijke Waterlinie. De Beerse Maas werd gezien als onderdeel van die laatste waterlinie van Cuijk via Den Bosch en Waalwijk naar Bergen op Zoom.
Ook hier dus prioriteit voor de bescherming van de Hollandse gewesten. Na de Spaanse Successieoorlog (1702-1713) werd dat nog duidelijker, omdat de Republiek toen Frankrijk als belangrijkste vijand had, waardoor de bescherming in het zuiden steeds belangrijker werd.
Ook in de negentiende eeuw veranderde er weinig, ondanks protesten vanuit Noord-Brabant. Zolang de waterhuishouding van de Maas niet ingrijpend verbeterd werd, was de overlaat een veiligheidsklep die de regio voor nog erger moest behoeden. Maar ook die veiligheidsklep begon te haperen. Berucht zijn de overstromingen in 1880 en 1920. De laatste watersnoodramp leidt tot de oprichting van waterschap De Maaskant in 1921.
Toch waren er blijkbaar nog meer rampen nodig, zoals de overstromingen van het Land van Maas en Waal in 1925/1926, om de waterhuishouding van de Maas structureel aan te pakken. Pas na de kanalisatie van de Maas in de jaren ‘30 kwam er een eind aan het systeem van de overlaten. In 1942 ging de Beerse Overlaat dicht.
In 1950 onthulde J. de Quay langs de rijksweg tussen Gassel en Beers een monument ter herinnering aan de Beerse Overlaat, met een tekst van prof. dr. L.C. Michels:
“Geen beter bate dan de kost,
Die ons van overlast verlost,
En van de Beerse Overlaat
Niet dan ’t gedenken overlaat”.