Het lijkt zo'n lucratieve kraak: inbreken bij sigarenfabriek Van de Pas en dan 8000 bolknakken achterover drukken. Maar als je dan gepakt wordt, dan ben je letterlijk... de sigaar.
Advertentie in de Provinciale Noordbrabantsche en ’s-Hertogenbossche Courant in 1917
Op 8 november 1918 komt de strafzaak Gerrit van Veghel voor het gerecht van de Bossche rechtbank. Aanvankelijk staan twee verdachten voor de rechter, maar één van hen blijkt niet schuldig te zijn - althans hij wordt vrijgesproken. Deze ander is Jan Hoeflaken, een 21-jarige sigarenmaker uit Den Bosch, die al eens eerder voor een eenvoudige diefstal twee maanden moet opknappen. Waarom hij in deze zaak verdacht wordt, is uit de stukken niet duidelijk.
De inbreker of inbrekers weten in de maand juli 1918 over een muur te klimmen van de sigarenfabriek Van de Pas, daarna een deur open te trekken of te forceren om zo uit het magazijn ongeveer achtduizend sigaren achterover te drukken. Deze zitten keurig verpakt in kistjes van honderd stuks. Toch een heel gewicht die tachtig kistjes bij elkaar. De bolknakken staan bekend als Concurrentjes, Speciaal en Mooie jongens. Volgens een advertentie zijn zij alleen bij A.L.Scheefhans-Holla in de Hinthamerstraat te koop. Kennelijk een goed merk, want nog in 1937 worden Concurrentjes in het Leeuwarder Nieuwsblad aangeboden.
Getuige Van de Beek neemt er 7700 van hem af en is waarschijnlijk ook de aangever van inbreker Van Veghel geweest. Of de dief van plan is de andere drie honderd zelf op te roken is uit het rechtbankverslag niet af te leiden. In elk geval is de buit minstens honderdvijftig gulden waard geweest. Gerrit moet er anderhalf jaar gevangenisstraf voor ondergaan en dat is een zware sigaar.
