
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
V.l.n.r. Johannes, vader Antonius, Martien, Magdalena, moeder Maria, Wilhelmus.
Op 30 januari 1948 vertrok Martien met het schip ‘Nieuw Holland naar Indonesië, om zijn vaderland te dienen. Zijn legerplaats was Maastricht, legeronderdeel 5-6-RI met legernummer 27-03-26. Op 27 februari 1949 sneuvelde hij te Baturetno op Midden Java op 21-jarige leeftijd.
Martien werd met militair eer begraven op het Nederlands ereveld Candi te Semarang Midden-Java in Indonesië, waar zijn vader het graf van zijn zoon in 1950 heeft bezocht.
In de overlijdensakte staat zijn moeder verkeerd genoteerd: niet Lamberta Lamers maar Maria Catharina van Kilsdonk had het moeten zijn.
Onder grote belangstelling werd in de Sint-Martinuskerk een herdenkingsdienst voor Martien gehouden. Na afloop van de dienst werd er een houten kruis geplaats op het kerkhof te Sint-Oedenrode. Dit is later vervangen door een herdenkingsplaquette, geplaatst aan de voet van de Calvarieberg. Op zijn beurt is de plaquette weer vervangen door een herinneringsmonumentje voor de Calvarieberg.
Begrafenis van Martinus in Indonesië.
Cees Berkvens vertelde, we waren met twintig man gedetacheerd bij de oppercompagnie, omdat die veel zieken hadden. Zelf was hij in de nacht op patrouille geweest toen ze met zeven man een brug moesten inspecteren die was geboobytrapt. De groep trof het slecht, want de vijand zat hen op te wachten en zo reden zij in een hinderlaag. Van de zeven sneuvelden er vijf, onder wie Martien, die door het hoofd werd geschoten.
![]() |
![]() |
Cees heeft toen met een paar anderen de opdracht gekregen hen op te halen. Dat was voor hem een nare ervaring, je eigen maten te moeten ophalen, waaronder ook nog een dorpsgenoot. Daar heeft hij het wel een aantal weken zeer moeilijk mee gehad.
In het maart-nummer 1949 van de Rooysche Flitsen, een uitgave van het Katholiek Thuisfront voor de jongens in Indië, is een klein berichtje te vinden, geschreven door K. F. v.d. Velden. Daarin schreef hij: “Beste Jongens, de meesten van jullie zullen al wel gehoord hebben, welke droevige tijding onze Pastoor de vorige week maandag naar de Familie Oppers op Rijzingen moest gaan brengen.
Helaas moeten we onze eerste dode betreuren. Er is door heel het dorp op een geweldige manier meegeleefd. Het was een indrukwekkende plechtigheid, die er zeker toe heeft bijgedragen, dat onze dierbare overledene in ons gebed niet te vergeten en nog met vuriger aandrang voor jullie bidden.”
Foto’s:
Collectie Jo van der Kaay.
BHIC, fotonr. PNB001061288. Fotograaf: Wies van Leeuwen.
Bronnen:
BHIC, Bevolkingsregisters Sint-Oedenrode 1811-1933 toegang 7634.
Karel van Hoof en Cees Berkvens in Heemschild 46 (2012), afl. 3, p. 65-81.
R. van den Bosch, C. Berkvens en H. van der Zanden (bestuur O.M.I.), Rooise Tropenjaren (Sint-Oedenrode, 2001).